Revision examen ch 3 1-03-24

BONJOUR ET BIENVENUE
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

BONJOUR ET BIENVENUE
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling H3

Slide 2 - Tekstslide

Mettez dans le bon ordre

Slide 3 - Sleepvraag

Je leert in dit hoofdstuk ook de schoolvakken te benoemen in het Frans. 

Sleep de juiste woordjes in het blauw naar de vertaling.
les maths
l'anglais
l'histoire
la géographie
le néerlandais
le dessin
tekenen
Nederlands
Engels
Wiskunde
aardrijkskunde
geschiedenis

Slide 4 - Sleepvraag

Koppel de plaatjes aan de woorden!
Ensemble
La semaine
La biologie
Pourquoi?
Dessiner
L'anglais

Slide 5 - Sleepvraag

Wat werd er gevraagd?
Ma matière préférée, c'est le français.

Slide 6 - Open vraag

Zet de woorden in de juiste volgorde.
en
je
cinquième
suis

Slide 7 - Sleepvraag

Vertaal: (hele zin)
Mijn lievelingsvak is (eigen keus)

Slide 8 - Open vraag

Traduit: mijn docent frans is streng

Slide 9 - Open vraag

Het bezittelijk voornaamwoord:
... devoirs (hun)

Slide 10 - Open vraag

Bezittelijk voornaamwoord
mannelijk
vrouwelijk
meervoud
mijn
mon
ma
mes
jouw
ton
ta
tes
zijn / haar
son
sa
ses
ons / onze
notre
notre
nos
uw / jullie
votre
votre
vos
hun 
leur
leur
leurs
timer
2:00

Slide 11 - Tekstslide

zijn
ons
jullie

hun


jouw

mijn
notre,notre,nos
leur, leur,leurs
mon,ma,mes
votre,votre,vos
ton,ta,tes
son,sa,ses

Slide 12 - Sleepvraag

Mon
Ma
Mes
tante
grand-père
copains
soeur
cousins
oncle
Grand-mère
belle-soeur
famille
frère

Slide 13 - Sleepvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (haar) oncle
A
sa
B
tes
C
son
D
ses

Slide 14 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) soeur
A
sa
B
ton
C
son
D
ta

Slide 15 - Quizvraag

Bezittelijk voornaamwoord:
mijn vriendin=
A
ma amie
B
mon amie
C
mon ami
D
ma ami

Slide 16 - Quizvraag

Welk bezittelijk voornaamwoord hoort bij het zelfstandig naamwoord?
Le pronom possessif
tante
parents
père
mon
ma
mes

Slide 17 - Sleepvraag

De bezittelijke voornaamwoorden: meervoud
Maak de juiste combinaties.
ONS/ONZE
JULLIE / UW
HUN
    nos
  votre
   leur
   notre
      vos
    leurs

Slide 18 - Sleepvraag

De bezittelijke voornaamwoorden: enkelvoud
Maak de juiste combinaties.
MIJN
JOUW
ZIJN/HAAR
  mon
 ton
  son
  ta
  tes
  mes
  ses
   ma
  sa

Slide 19 - Sleepvraag

Hoe zat het ook alweer?? Het persoonlijk voornaamwoord.
Sleep het Nederlandse pers.vnw. naar het goede Franse pers.vnw.
je
tu
il
elle
on
nous
vous
ils
elles
ik
jij
hij
zij
wij

zij mv.
zij mv.
jullie
wij

Slide 20 - Sleepvraag

etre
=
 zijn




Sleep de juiste vorm van être naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je
es
sont
est
êtes
sommes
suis

Slide 21 - Sleepvraag

Etre
suis
es
est
sommes
êtes
sont
Je
Tu
Elle
Nous
Vous
Ils

Slide 22 - Sleepvraag

Suis
est
es
sommes
êtes
sont
Je
Tu
Il/Elle/On
Nous
Vous
Ils/Elles

Slide 23 - Sleepvraag

Tu ... dans la classe.
A
suis
B
sont
C
est
D
es

Slide 24 - Quizvraag

Antwoord: il est neuf heures!
Welke vraag stel je?
A
C'est l'heure?
B
Tu aimes les frites?
C
Quelle heure est-il?
D
On a des devoirs?

Slide 25 - Quizvraag

Quelle heure est-il?
Il est ... (10:30)
A
neuf heures et demie
B
onze heures moins le quart
C
dix heures et demie

Slide 26 - Quizvraag

Combine l'heure avec l'horloge.
Il est une heure.
Il est une heure et quart.
Il est une heure moins le quart.
Il est une heure et demie.

Slide 27 - Sleepvraag

Il est huit heures.
Il est dix heures et demie.
Il est onze heures et quart
Il est onze heures moins le quart.
Il est une heure.

Slide 28 - Sleepvraag

Zet de tijden van vroeg naar laat:
(sleep blauw over rood)
deux heures moins dix
trois heures moins le quart
deux heures moins le quart
deux heures et demie
deux heures

Slide 29 - Sleepvraag

Wat hebben we geleerd in H3?

Slide 30 - Open vraag

Nous avons appris ...
- Gramm. werkwoord être (D)
- Gramm. bezittelijk vnw (H)
- Phrases-clés
- Vocabulaire 

Slide 31 - Tekstslide

Doel van vandaag
- Grammatica kennen
- Betekenis van de zinnen

Slide 32 - Tekstslide

On va commencer par...
La grammaire D - être

Slide 33 - Tekstslide

Je ... sympa.
A
es
B
suis
C
est
D
êtes

Slide 34 - Quizvraag

Vous ... nouveau?
A
êtes
B
être
C
sont
D
est

Slide 35 - Quizvraag

... sont drôles.
A
Nous
B
Vous
C
Ils
D
On

Slide 36 - Quizvraag

On continue par...
La grammaire H - bezittelijk voornaamwoord

Slide 37 - Tekstslide

C'est ... stylo.
A
ma
B
mes
C
tes
D
mon

Slide 38 - Quizvraag

Manon est ... amie.
A
ma
B
sa
C
mon
D
mes

Slide 39 - Quizvraag

C'est ... histoire.
A
ma
B
son
C
sa
D
tes

Slide 40 - Quizvraag

Ce n'est pas son stylo, c'est ... stylo.
A
nos
B
ta
C
leurs
D
mon

Slide 41 - Quizvraag

Et puis...
Les phrases-clés 

Slide 42 - Tekstslide

Antwoord: Tu es en quelle classe?

Slide 43 - Open vraag

Antwoord: Tu aimes les maths?
positief & negatief

Slide 44 - Open vraag

Denk even na...
- Doel, behaald? 
- Welk onderdeel ben je al klaar voor?
- Welk onderdeel moet je nog aan werken?

Slide 45 - Tekstslide