PH - schoonmaken

schoonmaken
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

schoonmaken

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Uitleggen wat een PH waarde is.

Uitleggen wat ergonomisch werken is

Weten jullie wat de ARBO regelt.

Kunnen jullie verschillende pictogrammen herkennen

Slide 2 - Tekstslide

Ph en schoonmaakmiddelen
Materialen kunnen beschadigen door verkeerd schoonmaakmiddel

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Een lage pH is zuurder, een hoge pH is basischer (alkalisch betekent basisch). 

Slide 5 - Tekstslide

Wanneer is een stof pH neutraal?
A
Bij een pH waarde van 7
B
Bij een pH hoger dan 7
C
Bij een pH waarde lager dan 7

Slide 6 - Quizvraag

Een schoonmaakmiddel wat goed vet kan oplossen heeft een .... PH-waarde
A
Lage
B
Hoge

Slide 7 - Quizvraag

Schoonmaakmiddel wat goed kalk kan oplossen heeft een ...... PH waarde
A
hoge
B
lage

Slide 8 - Quizvraag

Een schoonmaakmiddel is "basisch"met een ph-waarde van
A
7 of lager
B
7
C
3
D
10

Slide 9 - Quizvraag

                         Dosering

Wat betekent dosering?

Waarom staat dit erop?

Waarom is dit belangrijk?



Slide 10 - Tekstslide

Welke schoonmaakregels kennen we?

Slide 11 - Woordweb

Wat moet je controleren voordat je begint met stofzuigen? Let op: meerdere antwoorden zijn juist.
A
of de stofzak niet te vol zit.
B
Alle drie de antwoorden zijn juist.
C
of het snoer en de stekker nog heel zijn.
D
of het filter nog schoon is.

Slide 12 - Quizvraag

Jij moet een vloer met laminaat schoonmaken. De vloer is niet erg vuil. Wat doe je?
A
Nat afnemen, met een dweil.
B
droog afnemen met een vloerwisser.

Slide 13 - Quizvraag

2
3
4
5
Dweilen
Stofwebben aan het plafond weghalen
Stof afnemen van de vensterbanken
Stof bovenop de kasten afnemen
Stofzuigen

Slide 14 - Sleepvraag

Een goede werkhouding is belangrijk tijdens werken in de facilitaire dienst. Een mooi woord hiervoor is
A
economie
B
evacuatie
C
evaluatie
D
ergonomie

Slide 15 - Quizvraag

Ergonomie en hulpmiddelen
Ergonomie: Verplaatsen van personen in de zorg is het grootste probleem.  Zorg hierbij voor een goede houding en gebruik hulpmiddelen, zodat je geen problemen krijgt met schouder, rug en armen.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Wat regelt de Arbowet?
A
Hoe een werknemer ergonomisch moet werken.
B
de ziektewet voor de werknemers.
C
De sfeer op de werkvloer
D
De veiligheid, gezondheid en het welzijn van de werknemer.

Slide 18 - Quizvraag

Wat staat er op een etiket?
Ken jij de symbolen?

Slide 19 - Tekstslide

Ernstig gevaar voor de gezondheid
ontploffingsgevaar
product kan irriteren of schadelijk zijn. 
Gevaar voor brand. 

Slide 20 - Sleepvraag

Welk gevaarsymbool zie je hier?
A
Giftig
B
Ontvlambaar
C
Oxiderend
D
Irriterend

Slide 21 - Quizvraag

Welk gevaarsymbool zie hier?
A
Ontvlambaar
B
Milieugevaarlijk
C
Irriterend
D
Lange termijn gezondheidsgevaar

Slide 22 - Quizvraag

Lesdoel
Uitleggen wat een PH waarde is.

Uitleggen wat ergonomisch werken is

Weten jullie wat de ARBO regelt.

Kunnen jullie verschillende pictogrammen herkennen

Slide 23 - Tekstslide