H06 Enkelvoudige en samengestelde interest

H06 Enkelvoudige en samengestelde  interest  
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H06 Enkelvoudige en samengestelde  interest  

Slide 1 - Tekstslide

Programma

  • Introductie: aanpassingen in de les.
  • Introductie + opgaven maken uit hoofdstuk 6.
  • Introductie eindwaarde / contante waarde + opgaven.
  • Aftekenen bij mij / nakijken.

Slide 2 - Tekstslide

Wat aanpassingen (scherper)

  • Check: hoofdstuk 5 gemaakte opgaven + berekeningen, netjes in een schrift bij elkaar.
  • Huiswerk: 5.1, 5.2, 5.3, 5.5, 5.7, 5.10 en 5.11. Ik wil het in je schrift hebben eind hoofdstuk 5.
  • Vandaag opgaven: 6.1, 6.2, 6.3, 6.4, 6.5 en 6.7, 6.8, 6.9, 6.11 en 6.12.

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt het verschil tussen enkelvoudige en samengestelde rente uitleggen
  • Je kunt berekeningen met enkelvoudige rente maken
  • Je kunt de eindwaarde en contante waarde van één bedrag berekenen bij samengestelde rente 

Slide 4 - Tekstslide

Wat is je definitie van rente?

Slide 5 - Open vraag

Reageer op stelling: een hoge rente is goed.

Slide 6 - Open vraag

Enkelvoudige en samengestelde rente
  • Enkelvoudige rente: je ontvangt alleen rente over het door jou gestorte (begin-) bedrag 

  • Samengestelde rente: je ontvangt rente over het door jou gestorte (begin-) bedrag én over de ontvangen rente tot dat moment. We noemen dit ook wel rente op rente 

Slide 7 - Tekstslide

Lezen voorbeelden boek

- Lees het theorieboek
- Maken opgave 6.1 en 6.2
timer
1:00

Slide 8 - Tekstslide

E.I. - Eindwaarde berekenen
Ik heb net € 200 op mijn spaarrekening gezet tegen 5% rente e.i. per jaar. Hoeveel heb ik na 6 jaar op mijn spaarrekening staan? 


  • €200 x  (1 + 6 x 0,05) = € 260          

Slide 9 - Tekstslide

E.I. - Eindwaarde berekenen
Ik heb net € 200 op mijn spaarrekening gezet tegen 5% rente e.i. per jaar. Hoeveel heb ik na 6 jaar op mijn spaarrekening staan? 


  • €200 x  (1 + 6 x 0,05) = € 260                    E = K  x (1 + n x i) 

Slide 10 - Tekstslide

E.I. - Beginkapitaal berekenen
5 jaar geleden heb ik een bedrag op mijn spaarrekening gezet tegen 5% enkelvoudige rente. Mijn tegoed is nu € 250. 

Welk bedrag heb ik 6 jaar geleden op mijn spaarrekening gezet? 

  • € 250 / (1 + 5 x 0,05) = € 200                    

Slide 11 - Tekstslide

E.I. - Beginkapitaal berekenen
5 jaar geleden heb ik een bedrag op mijn spaarrekening gezet tegen 5% enkelvoudige rente. Mijn tegoed is nu € 250. 

Welk bedrag heb ik 6 jaar geleden op mijn spaarrekening gezet? 
  • € 250 / (1 + 5 x 0,05) = € 200                    K = E / (1 + n x i) 
timer
5:00

Slide 12 - Tekstslide

Enkelvoudige rente 
Op mijn spaarrekening krijg ik 6% enkelvoudige rente per jaar. Wat is het rentepercentage per maand? 

  • 0,06 x 1/12 = 0,005  = 0,5% per maand 

Slide 13 - Tekstslide

Samengestelde rente 
Ik zet vandaag € 1.000 op mijn spaarrekening tegen 4% samengestelde rente per jaar. 

Welk bedrag heb ik over 10 jaar opgebouwd? 

  • 1.000 x 1,04^10 = € 1.480,24 

Slide 14 - Tekstslide

Samengestelde rente 
Ik zet vandaag € 1.000 op mijn spaarrekening tegen 4% samengestelde rente per jaar. 

Wat is het rentepercentage per maand?  

  • 1,04^1/12

Slide 15 - Tekstslide

S.I. - Contante waarde
Over 7 jaar wil ik op wereldreis. Hiervoor heb ik € 25.000 nodig. Welk bedrag moet ik nu op mijn rekening zetten om bij een rendement van 6% per jaar mijn doel te bereiken? 

  • € 25.000 x 1,06^-7 = € 16.626,42   

Slide 16 - Tekstslide

Maken
- opgaven 6.3, 6.4, 6.5 en 6.7
- opgave 6.8 en 6.9
timer
1:00

Slide 17 - Tekstslide

Samen 6.11 maken
Zorg dat je thuis alles nog een keer goed doorneemt!
Maak 6.11 en 6.12 thuis.
Had je geen schrift bij je: schrijf alles inclusief  berekening over.

Slide 18 - Tekstslide

H06 Enkelvoudige en samengestelde  interest  

Slide 19 - Tekstslide

Programma

  • Introductie: herhalingen eindwaarde / contante waarde
  • Introductie: nominale en effectieve interest (6.13 - 6.16). VWO: 6.29 - 6.32)
  • Introductie:  aflossen op leningen (6.17 en 6.19 en VWO: 6.33 en 6.35)
  • Aftekenen bij mij / nakijken (in je schrift). 

Slide 20 - Tekstslide

Enkelvoudige rente 
Op mijn spaarrekening krijg ik 6% enkelvoudige rente per jaar. Wat is het rentepercentage per maand? 

  • 0,06 x 1/12 = 0,005  = 0,5% per maand 

Slide 21 - Tekstslide

S.I. - Contante waarde
Over 7 jaar wil ik op wereldreis. Hiervoor heb ik € 25.000 nodig. Welk bedrag moet ik nu op mijn rekening zetten om bij een rendement van 6% per jaar mijn doel te bereiken? 

  • € 25.000 x 1,06^-7 = € 16.626,42   

Slide 22 - Tekstslide

Nominale en effectieve interest

Slide 23 - Tekstslide

En doe het dan zelf maar!

Slide 24 - Tekstslide

Nominale en effectieve interest


Maak 6.13, 6.15 en 6.16

Slide 25 - Tekstslide

Aflossen op leningen

Slide 26 - Tekstslide

Maken opgave 6.17
Ben je klaar: maak dan opgave 6.19 
En de zelftoets!

Slide 27 - Tekstslide

H06 Enkelvoudige en samengestelde  interest  

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Renten: EW = kan dus zo!

Slide 30 - Tekstslide

En dus ook zo....

Slide 31 - Tekstslide

Maar sneller zo! Vb. 6.10

Slide 32 - Tekstslide

  • Maak een tijdlijn.
  • Zorg voor de meetkundige rij.
  • Vul de somformule in. 
  • Maak 6.13 en 6.15.
  • Huiswerk: 6.17, 6.21 en 6.22

Slide 33 - Tekstslide