Eindtoetsen oefenen deel 2

• Wiskunde
• Lager onderwijs

Eindtoetsen oefenen deel 2

Geef bij de volgende woorden telkens het verkleinwoord.

pudding

zeilschip

radio

baby

sms

koning

waterglas

Los de volgende oefeningen op.

Wat is de oppervlakte?
Hoogte is 5m
Breedte is 2m

Hoeveel diagonalen heeft een vierkant?

1. 2
2. 4
3. 8
4. 0

14 x 25 =

87 - 5,112 =

7/8 - 0,250 =
antwoord met een kommagetal

56 x 0,001 =

0,07 x 8 =

Wat zijn de hoofdsteden van de volgende landen?

Italië

1. Brussel
2. Rome
3. Lissabon
4. Dublin

Spanje

1. Lissabon
2. Barcelona
3. Madrid
4. Athene

Zweden

1. Stockholm
2. Kopenhagen
3. Parijs
4. Luxemburg

Ierland

1. Warschau
2. Dublin
3. Kopenhagen
4. Budapest

Polen

1. Warschau
2. Dublin
3. Kopenhagen
4. Budapest

Welke rivier stroomt dicht bij de kust?

Wat is het signaalwoord in de volgende zinnen?

Je schrijft eerst je naam op je blad.

1. schrijft
2. eerst
3. je
4. naam

Mag je niet met de fiets komen omdat het regent?

1. niet
2. fiets
3. omdat
4. komen

Omdat mama haar arm brak, kan ze nu niet autorijden.

1. Omdat
2. haar
3. ze
4. nu

Ik wil graag een nieuwe fiets kopen, maar ik heb geen geld.

1. graag
2. nieuwe
3. geen
4. maar

Mijn hart bonst heel hard, want ik heb snel gelopen.

1. hart
2. want
3. hard
4. Mijn