Blok 1 Wonen in een stad

Blok 1 Wonen in een stad
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Blok 1 Wonen in een stad

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen les 1

  • Je kan kenmerken van een stad opnoemen.
  • Je weet wat het verschil is tussen dagelijkse en niet-dagelijkse voorzieningen.
  • Je kan de begrippen agglomeratie, nederzetting en stedelijk gebied uitleggen.

Slide 2 - Tekstslide

Een plek waar mensen wonen, noemen we een nederzetting.
Een plek waar mensen wonen noemen we een nederzetting.

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht

Schrijf binnen 2 minuten zoveel mogelijk kenmerken op van een stad.
timer
2:00

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Ga nu de kenmerken die je hebt opgeschreven vergelijken met de persoon naast je. Wanneer je dat hebt gedaan doe je dat ook nog eens met een groepje van vier.

Slide 6 - Tekstslide

Voorzieningen

Dagelijkse voorzieningen:      Voorzieningen die mensen                                                                               vaak dagelijks gebruiken. 

Niet-dagelijkse voorzieningen:  Voorzieningen die mensen                                                                                 maar weinig gebruiken.

Slide 7 - Tekstslide

Planning les 2 en les 3
  • Herhaling les 1: quiz
  • Filmpje
  • Uitleg reikwijdte en drempelwaarde
  • Zelfstandig werken
  • Samen werken
  • Uitleg PO's
  • Quizlet per week oefenen!

Slide 8 - Tekstslide

leerdoelen les 2 en les 3
  • Je kan kenmerken van een dorp noemen.
  • Je kan uitleggen waarom infrastructuur belangrijk is voor een dorp of stad.
  • Je kan in eigen woorden uitleggen wat de begrippen reikwijdte en drempelwaarde betekent.
  • Je kan de reikwijdte en de drempelwaarde van voorzieningen bepalen.

Slide 9 - Tekstslide


A
dagelijkse voorziening
B
niet-dagelijkse voorziening

Slide 10 - Quizvraag


A
dagelijkse voorziening
B
niet-dagelijkse voorziening

Slide 11 - Quizvraag


A
dagelijkse voorziening
B
niet-dagelijkse voorziening

Slide 12 - Quizvraag


A
dagelijkse voorziening
B
niet-dagelijkse voorziening

Slide 13 - Quizvraag


A
dagelijkse voorziening
B
niet-dagelijkse voorziening

Slide 14 - Quizvraag


A
dagelijkse voorziening
B
niet-dagelijkse voorziening

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Video

Reikwijdte is de afstand die mensen willen reizen voor een bepaalde vorziening.

Slide 17 - Tekstslide

De reikwijdte van een bakkerij

Slide 18 - Tekstslide

De reikwijdte van het rijksmuseum

Slide 19 - Tekstslide

De reikwijdte van een pretpark

Slide 20 - Tekstslide

De reikwijdte van bioscopen

Slide 21 - Tekstslide

De reikwijdte van kledingwinkels

Slide 22 - Tekstslide

Het minimum aantal mogelijke klanten dat een voorziening nodig heeft om te kunnen bestaan, heet de drempelwaarde.

Slide 23 - Tekstslide

Lage drempelwaarde
Hoge drempelwaarde

Slide 24 - Tekstslide

Zelfstandig werken
  • Werk zelfstandig aan bouwsteen 1 t/m 8 van blok 1. Kijk regelmatig na om gelijk je leerpunten te zoeken. Dus niet pas als je helemaal klaar bent.
  • 15 minuten stil voor jezelf
  • 15 minuten samen
timer
15:00

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Link