3.1 De atmosfeer: een omhulsel van gas

Openingsfoto
Wat zie je?
Waar komt dit voor?
Waarom komt dit hier voor?
Is dit gewenst?
Komt dit overal zo voor? 
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Openingsfoto
Wat zie je?
Waar komt dit voor?
Waarom komt dit hier voor?
Is dit gewenst?
Komt dit overal zo voor? 

Slide 1 - Tekstslide

Beschrijving van de openingsfoto

 tore through the Leeward Islands, raked along Cuba's coast and turned toward Florida.
Here are some of the more amazing images from Irma so far.
Korte recap §2.2 en 2.3
  • Mechanische en fysische verwering

  • Verweringsmateriaal wordt getransporteerd door wind/water/ijs 

  • Erosie = schurende werking van materiaal, transport

  • Sedimentatie = materiaal wordt ergens neergelegd  

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HW bespreking 4
  • Gletjsers hebben U-vormige dalen uitgesneden.
Examentraining p.75/76

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

HW bespreking 7 
De rotsen bestaan uit out materiaal uit rivieren
(sedimenten)

Waarom bestaat het uit gesteentelagen?




  • Antwoord = De rivier heeft de afzettingen in verschillende perioden boven op elkaar afgezet. (Onthouden: sedimenten worden altijd in horizontale laagjes op elkaar gestapeld.) 
Examentraining p.75/76

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HW bespreking 8 
Gedeelte rots blootgesteld aan wind met zanddeeltjes
(Hoe werkt erosie door wind?)

Wat is de karakteristieke vorm van deze rots?
Examentraining p.75/76

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grote zandkorrels zijn zwaarder
Kleine zandkorrels zijn lichter

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HW bespreking 8 
Volledig antwoord =

De zwaardere zanddeeltjes worden vooral over de bodem geblazen, waardoor de uitschurende werking op de grond groter is dan iets hoger in de lucht (oorzaak),

waardoor de onderkant van een dergelijke rots meer afslijt en deze merkwaardige vorm is ontstaan (gevolg).

Examentraining p.75/76

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over het onderwerp Klimaat?
Log in op LessonUp voor een korte quiz
3.1 De atmsofeer: een omhulsel van gas

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitspraak klopt?
A
Het weer en het klimaat zijn hetzelfde
B
Het weer is de gemiddelde toestand van het klimaat over een lange periode voor een groot gebied
C
Het klimaat is de gemiddelde toestand van het weer over een lange periode voor een groot gebied

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De dunne laag om de aarde heen heet ...
A
het zwaartekrachtsveld
B
de atmosfeer
C
het heelal
D
de troposfeer

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het middelpunt van het ons planetenstelsel?
A
de zon
B
de maan
C
de aarde
D
mars

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

True or false: Het broeikaseffect is alleen maar slecht voor de planeet
A
true
B
false

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel(en)
Aan het einde van de les...

  • kan ik het verschil opnoemen tussen het weer en het klimaat.
  • kan ik de kenmerken van de troposfeer en stratosfeer benoemen
  Stuk uitleg, maak aantekeningen!

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Atmosfeer = relatief dun laagje om onze aarde heen

  • Bestaat uit gassen
  • Door zwaartekracht verdwijnt het niet
    Het weer speelt zich af in de onderste ong. 10km van de atmosfeer
     


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Atmosfeer = relatief dun laagje om onze aarde heen

  • Wat is het verschil tussen het weer en klimaat?


Weer is de toestand van de dampkring nu, lokaal. Heel veranderlijk
Klimaat is de gemiddelde temperatuur en neerslag over 30 jaar

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het klimaat

Onderdeel van systeem aarde
de sferen:
atmosfeer: lucht
hydrosfeer: water
lithosfeer: gesteente
biosfeer: leven


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De atmosfeer
4 lagen:
troposfeer
stratosfeer (ozonlaag)
mesosfeer
thermosfeer

Temperatuurafname en -toename wisselen elkaar af
Afnemende druk

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Troposfeer
  • Onderste laag
  • weersverschijnselen
  • (bijna) alle (bovengronds/bovenzees) leven
  • alle bergketens
  • ons dagelijks bestaan
  • Vliegverkeer
  • Toename broeikasgassen

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderzoek het temperatuur-
verloop in de troposfeer
Temperatuurgradient
Bij elke 100m stijging daalt de temperatuur met 0,6 graden celsius

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Stratosfeer
  • 12 km - 45 km hoogte
  • de ozonlaag (O3)
  • hoogste vliegtuigen
  • géén wolken

Gat is de ozonlaag?

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Gat in de Ozonlaag

In de stratosfeer zit een grote hoeveelheid Ozongas (O3)

Dat ozongas zorgt voor filtering van UVstraling
-> wordt aangetast door drijfgassen

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Poollicht
  1. Hoe ontstaat poollicht?
  2. Op welke hoogte ontstaat poollicht?
  3. Waarom is poollicht enkel te zien in poolgebieden?

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Poollicht
  1. Hoe ontstaat poollicht?
  2. Op welke hoogte ontstaat poollicht? Welke laag in de atmosfeer hoort daarbij?
  3. Waarom is poollicht enkel te zien in poolgebieden?

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig lezen 
en verwerken
  • De eerste 5 minuten in stilte
     
  • Lees 3.1
     
  • Maak opgave 1 t/m 4 p.84
     

Slide 31 - Tekstslide

Verdiepend artikel

https://www.geografie.nl/artikel/wat-voegt-sai-toe-aan-de-klimaatdiscussie

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5 Klimaatfactoren bepalen het klimaat:
  • breedteligging
  • land-zeeverdeling
  • hoogteligging
  • ligging van gebergte
  • wind-en zeestromen

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Effect van de zee(wind) in Nederland

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoogteligging
Algemene regel: Hoe hoger hoe kouder.

Per 1000 meter stijging daalt de temperatuur 6 graden.

(per 100 meter stijging -0,6 graden)

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel(en) check
Aan het einde van de les...
  • kan ik de drie redenen waarom er variaties zijn in de stralingsbalans opnoemen en uitleggen. 
Maak aantekeningen

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De zon = belangrijkste energiebron  voor het leven op aarde en de motor voor het weer. 

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stralingsbalans
p. 82
= hoeveelheid zonnestraling die de aarde bereikt en de hoeveelheid die de atmosfeer weer verlaat. 

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stralingsbalans
47% bereikt aardoppervlak

omgezet in warmte

en weer uitgestraald 
Broeikaseffect
Broeikasgassen absorberen meeste warmte.
Zonder deze gassen zou het gemiddeld -16 graden celsius zijn op aarde.

Uiteindelijk verdwijnt alle langgolvige straling in de ruimte.
Broeikasgassen vertragen dit dus.

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stralingsbalans
De hoeveelheid straling op een gebied is afhankelijk van:

1) breedteligging
2) albedo
3) verschil land/zee

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1) Breedteligging
Waar is het warmer?
Waarom is het hier warmer

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2) Albedo
weerkaatsing van zonlicht verschilt per gebied.

Bos = donker = absorbeert warmte en straalt het dan weer uit 
IJs = licht = weerkaatst warmte 
Wit versus zwart shirt: wie heeft het warmer in de zomer?

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3) Land/zee
Regel: 
Water wordt langzamer warm/koud dan land. 
Ookal is het buiten 35 graden, dan is het zeewater in NL nog steeds koud
4 oorzaken
- Zonlicht dringt dieper door in water dat land, dus groter opp. verwarmen
- Water is in beweging, warmte wordt beter verdeeld
- Kost meer energie om water een graad te verwarmen dan land
- Verdamping --> energie uit water gaat verloren aan dampkring

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stralingsbalans
Waarom wordt het rond de evenaar niet alsmaar warmer en rond de polen niet alsmaar kouder?

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stralingsbalans
De warmte van de evenaar wordt via wind en water getransporteerd (§3.2)

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig lezen 
en verwerken
  • De eerste 5 minuten in stilte
     
  • Lees 3.1
     
  • Maak opgave 5 t/m 8 + 10  

Slide 46 - Tekstslide

Verdiepend artikel

https://www.geografie.nl/artikel/wat-voegt-sai-toe-aan-de-klimaatdiscussie
Lesdoel(en) check
Aan het einde van de les...

  • kan ik het verschil opnoemen tussen het weer en het klimaat.
  • kan ik de drie redenen waarom er variaties zijn in de stralingsbalans opnoemen en uitleggen. 

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel(en) check
Aan het einde van de les...

  • kan ik het verschil opnoemen tussen het weer en het klimaat.
  • kan ik de drie redenen waarom er variaties zijn in de stralingsbalans opnoemen en uitleggen. 
Per tweetal krijg je een kaart met vraag, beantwoord de vraag op de achterkant.  Ben je klaar, pak je spullen en blijf rustig zitten :)

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

toendra
albedo= percentage teruggekaatste zonnestralen.
situatie: in poolgebied meer ijsbedekking gedurende het jaar dan in toendra.
alg. regel: albedo van ijs is  groot.

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies