formatief moment 2.3 (vervangt oude socrative toetsen)

formatief moment 2.3 
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerpleegkundeHBOStudiejaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

formatief moment 2.3 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht

Schrijf een therm of thema op op de post-it, wat je vooral helder is geworden in dit lesblok .


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de flap waar jouw term of thema bij past
Bundel de thermen/ thema's van de desbetreffende flap en bespreek deze met elkaar.
Schrijf een korte samenvatting op de flap m.b.t. hetgeen jullie hebben besproken.

Dit koppelen we plenair terug.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

(inter)culturele sensitiviteit
Cultuursensitief werken betekent dat je rekening houdt met de culturele achtergrond en waarden van de zorgvrager, en daarop afgestemde zorg of ondersteuning biedt.


Dat lijkt zo eenvoudig ...





Bron: www.pharos.nl/cultuursensitief-werken-zorg-sociaal-domein-handvatten/

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waarom cultuur sensitieve zorg?
Omdat Nederland in de afgelopen decennia steeds diverser is geworden. Het aantal mensen met een migratieachtergrond is 30% tot 40% van de Nederlandse bevolking is.

Cultuursensitieve zorg respecteert de culturele achtergrond en gewoonten van de zorgvrager en sluit aan bij diens leefwereld. Dat zorgt voor hogere patiënttevredenheid en betere kwaliteit van zorg waardoor gezondheidsverschillen tussen mensen verkleind kunnen worden.

Bron: www.pharos.nl/cultuursensitief-werken-zorg-sociaal-domein-handvatten/

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenvragen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Astma kan behandeld worden met inhalatiecorticosteroïden. Wat doet deze medicatie?
A
Corticosteroïden werken leukotrieën tegen
B
Inhalatiecorticosteroïden werken als bijnierschorshormonen en remmen de ontsteking
C
Corticosteroïden blokkeren histamine

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Pancreatitis is een ontsteking van de alvleesklier.

Wat zou de oorzaak hiervan kunnen zijn?
A
Cholelithiasis
B
COPD
C
Colitis Ulcerosa

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welk onderstaand voorbeeld kan epidurale anesthesie worden gebruikt?
A
Om een kies uit te trekken
B
Om astma te behandelen
C
Tijdens de ontsluitingsfase van een bevalling

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een essentieel onderdeel bij postoperatieve zorg?
A
Screening
B
Aandacht voor pijn
C
Toedienen van pre-medicatie

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De ziekte van Crohn is..
A
Een tijdelijke ontsteking van het maag-darmkanaal
B
Een zweer in uitsluitend de maag
C
Een chronische ontsteking van het maag-darmkanaal

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke oorzaken zijn er voor het ontstaan van een peritonitis?
timer
1:00
A
Ontsteking orgaan buikholte en perforatie hol orgaan.
B
Ontsteking orgaan buikholte, perforatie hol orgaan, bloeding in buikholte.
C
Ontsteking orgaan buikholte, perforatie hol orgaan, bloeding in buikholte, circulatiestoornissen.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe lang duurt het voordat de verdoving is ingewerkt bij plexusanesthesie?
A
15 – 30 minuten
B
50 - 60 minuten
C
5 -10 minuten

Slide 16 - Quizvraag

plaatselijke verdoving aan armen, benen of schouders
Welke twee ziektebeelden worden tot de aandoening COPD gerekend?
A
Astma en chronische bronchitis
B
Longemfyseem en astma cardiale
C
Chronische bronchitis en longemfyseem

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mevrouw van Dalen (56 jaar) heeft een cholecystectomie ondergaan en heeft nu progressieve, constante pijn, koorts (39 graden), ze is misselijk en vertoont algehele malaise.

Waar moet je als verpleegkundige alert op zijn?
A
Cholecystitis
B
Acute buik
C
Paralytische ileus

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als risicogroep voor aandoeningen aan de galwegen wordt vaak de term "4 F's" gebruikt.

Waar staan deze 4 F’s voor?
A
Fat– Female – Forty– Fertile
B
Fat– Fertile – Fifty– Female
C
Fertile– Female – Fabulous– Fat

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke soort anesthesie merkt de patiënt helemaal niets van de operatie?
A
Sedatie
B
Algehele anesthesie
C
Plaatselijke anesthesie

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welk deel van het gastro intestinale stelsel bevindt zich voornamelijk de ontsteking bij Colitis Ulcerosa?
A
Ileum
B
Colon
C
Duodenum

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke symptomen zijn kenmerkend voor Colitus Ulcerosa?
A
Hevige buikkrampen in de onderbuik
B
Braken
C
Koorts

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kan Colitus Ulcerosa chirurgisch worden behandeld?
A
Ileo-anaal-anastomose
B
Trabeculectonie
C
Single Anastomosis Duodeno Ileal-bypass

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waardoor ontstaat een post hepatische icterus?
A
Als gevolg van de ziekte van de lever.
B
Door een snelle toename van de afbraak en vernietiging van de erytrocyten.
C
Door een obstructie van de galwegen.

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk soort hepatitis kan worden overgedragen via besmet bloed?
A
Alleen hepatitis B
B
Hepatitis B en C
C
Alleen hepatitis A

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is Laenne’s cirrhosis?
A
Progressieve beschadiging van levercellen en vervanging van leverweefsel door littekenweefsel.
B
Leverontsteking
C
Leverkanker

Slide 26 - Quizvraag

levercirrose- verlitteking van de lever tgv leverbeschadiging - bijv. door alcohol, hepatitis
Bij stap 1 van klinisch redeneren volgens Marc Bakker behoren ......
timer
1:00
A
SBAR, 5A model en EWS-score
B
SBAR, EWS-score en Q-SOFA
C
Anamnese, SBAR, ICF-model

Slide 27 - Quizvraag

Stap 1: orientatie op de situatie.

q-sofa: score voor het vaststellen (risico op) sepsis.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste volgorde van verpleegkundig diagnosticeren?
A
Interpreteren, labelen, verifiëren en vastleggen
B
Interpreteren, verifiëren, labelen en vastleggen
C
Labelen, verifiëren, interpreteren en vastleggen

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke fase van het verpleegkundig proces kan je een PES opstellen?
A
In de diagnose fase
B
In de planning van de resultaten fase
C
In de planning van de interventies fase

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk perspectief behoort NIET tot de 4 perspectieven op zelfmanagement?
A
Coach
B
Stewardess
C
Poortwachter

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Casus
vraag: welke regelnummers hebben te maken met de dimensies van zingeving zoals beschreven door Derkx?

1.Meneer Yilmaz is 64 en beginnend (jong) dement: hij is veel op zoek naar zaken in huis

2.en herhaalt veel dingen die hij net verteld heeft. Ook heeft hij hulp nodig met de dagelijkse
3.verzorging. Hij heeft er moeite mee dit te accepteren.
4.Meneer is naar Nederland gekomen in de jaren ’70 en zijn familie is een aantal jaren later
5.gekomen. Meneer heeft 2 zonen die gestudeerd hebben: een advocaat en een arts. Daar
6.is hij erg trots op. Hij zegt: ‘Ik heb mijn hele leven in een fabriek gewerkt om mijn zoons
7.een goede opleiding te kunnen geven.’
8.Meneer kan niet meer alleen zijn, want dan gaat hij dwalen. Zijn vrouw is bijna altijd bij
9.hem want zij durft hem niet meer alleen te laten. Ze zegt: ‘Het is mijn taak om voor hem te
zorgen’. Meneer geeft aan haar gezelschap vanzelfsprekend te vinden: zij is zijn vrouw.








Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


vraag: welke regelnummers hebben te maken met de dimensies van zingeving zoals beschreven door Derkx?



A
regel 4-7
B
regel 5-10
C
regel 1-10

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een patient met inflammatory bowel disease heeft in remissie nog steeds buikklachten. De MDL-arts diagnostiseert Irritable Bowel Syndrome / prikkelbaredarmsyndroom. Leefstijlinterventies worden volgens de richtlijn aangeboden aan de patiënt. Echter, de patiënt geeft aan graag gebruik te willen maken van hypnotherapie. Hij had gehoord dat dat ook zou kunnen helpen.
Vraag: welk onderdeel van medical pluralism wordt met dit voorbeeld over hypnose beschreven?
A
popular sector
B
professional sector
C
folk sector

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is nog onduidelijk of niet behandeld?

Nog vragen?

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies