7.1 Van procent naar factor

Open de LessonUp app en vul de code in

Lesplanning:
- Uitleg nieuwe theorie
- Huiswerk bespreken (voorkennis)
- Hw maken (7.1)


1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Open de LessonUp app en vul de code in

Lesplanning:
- Uitleg nieuwe theorie
- Huiswerk bespreken (voorkennis)
- Hw maken (7.1)


Slide 1 - Tekstslide

Deze les:



Hoe zet je procenten om naar factoren?

Slide 2 - Tekstslide

Factor: 
Getal waarmee je een oude hoeveelheid moet vermenigvuldigen om een nieuwe hoeveelheid te krijgen.


 oude hoeveelheid x factor = nieuwe hoeveelheid




Slide 3 - Tekstslide

Stel dat een hoeveelheid met 24% toeneemt, dan krijg je:

100% + 24% = 124%, oftewel een toename van 100% naar 124%

factor =        = 1,24

oude hoeveelheid x factor = nieuwe hoeveelheid
oude hoeveelheid x 1,24 = nieuwe hoeveelheid

1,24 is de factor die bij deze procentuele toename hoort.


100124

Slide 4 - Tekstslide

De prijs van een artikel van €15 wordt 32% hoger.
Hoe duur is het artikel na de prijsverhoging?

100% + 32% = 132%




Slide 5 - Tekstslide

De prijs van een artikel van €15 wordt 32% hoger.
Hoe duur is het artikel na de prijsverhoging?

100% + 32% = 132%

factor =        = 1,32


100132

Slide 6 - Tekstslide

De prijs van een artikel van €15 wordt 32% hoger.
Hoe duur is het artikel na de prijsverhoging?

100% + 32% = 132%

factor =        = 1,32

nieuwe hoeveelheid = factor x oude hoeveelheid

nieuwe prijs = 1,32 x oude prijs
nieuwe prijs = 1,32 x 15 = €19,80
100132

Slide 7 - Tekstslide

Stel dat een hoeveelheid met 21% afneemt, dan krijg je:

100% - 21% = 79%, oftewel een afname van 100% naar 79%

factor =        = 0,79

oude hoeveelheid x factor = nieuwe hoeveelheid
oude hoeveelheid x 0,79 = nieuwe hoeveelheid

0,79 is de factor die bij deze procentuele afname hoort.


10079

Slide 8 - Tekstslide

Bij een toename van 9% hoort de factor        = 1,09,
dus:  nieuwe hoeveelheid = 1,09 x oude hoeveelheid

Bij een afname van 5% hoort de factor        = 0,95,
dus:  nieuwe hoeveelheid = 0,95 x oude hoeveelheid
-  Bij een toename is de factor groter dan 1.
De nieuwe hoeveelheid is dan groter dan de oude hoeveelheid.

 - Bij een afname zit de factor tussen 0 en 1.
De nieuwe hoeveelheid is dan kleiner dan de oude hoeveelheid.
100109
10095

Slide 9 - Tekstslide

Het aantal docenten dat werkt op het Dollard College is het afgelopen jaar met 5% toegenomen.

Wat is de factor bij deze toename?

A
0,95
B
1,5
C
1,05
D
0,05

Slide 10 - Quizvraag

Het aantal neemt toe met 5%, dus

100% + 5% = 105%

factor =        = 1,05

1,05 is de factor die bij deze procentuele toename hoort.


100105

Slide 11 - Tekstslide

Vorig jaar werkten er 54 docenten op het Dollard College.
Het aantal docenten dat werkt op het Dollard College is het afgelopen jaar met 5% toegenomen.

Hoeveel docenten werken er na de toename op het Dollard College?
A
56,7
B
57
C
56
D
81

Slide 12 - Quizvraag

De factor is 1,05.

nieuwe hoeveelheid = 1,05 x oude hoeveelheid
Het aantal was 54, dus

nieuwe hoeveelheid = 1,05 x 54 = 56,7

Er werken nu 57 docenten op het Dollard College.

Slide 13 - Tekstslide

Arjen Robben heeft in zijn laatste seizoen 22 doelpunten gescoord.
Het aantal doelpunten dat Arjen Robben dit seizoen heeft gescoord is met 96% afgenomen ten opzichte van zijn vorige seizoen.

Hoeveel doelpunten heeft hij dit seizoen gescoord? Rond zo nodig af op gehelen.
A
23
B
21
C
2
D
1

Slide 14 - Quizvraag

De afname is 96%, dus
100% - 96% = 4%, 

factor =         = 0,04

nieuwe hoeveelheid = 0,04 x oude hoeveelheid
Het aantal was 22, dus

aantal goals = 0,04 x 22 = 0,88

Arjen Robben heeft dit seizoen 1 doelpunt gescoord.

1004

Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk voor donderdag:

- Maken 7.1 (online)
Minimaal 75% goed.

Slide 16 - Tekstslide