T3u - Kap 3 - Lektion 1

Na Klar Kapitel 3 Lektion 1

3. Februar 2021
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Na Klar Kapitel 3 Lektion 1

3. Februar 2021

Slide 1 - Tekstslide

Heute:
- Fragen über die Hausaufgaben?
- Check Hausaufgaben
- selbständig arbeiten

Slide 2 - Tekstslide

Welke Duitse wederkerende voornaamwoorden ken je?

Slide 3 - Woordweb

Wanneer gebruik je mir/dir als wederkerend voornaamwoord?

Slide 4 - Woordweb

sich freuen

Ich ..... ...
A
freue mich
B
freue mir
C
freu mich

Slide 5 - Quizvraag

sich treffen
Wo ..... wir ....?
A
treffen wir euch
B
treffen wir uns
C
treffen wir sich

Slide 6 - Quizvraag

sich waschen
Ihr wascht .... die Haare.
A
sich
B
uns
C
dir
D
euch

Slide 7 - Quizvraag

sich anziehen
Ich ziehe ... die Jacke an.
A
mich
B
mir

Slide 8 - Quizvraag

sich kaufen
Was habt ihr ... gekauft?
A
euch
B
dir

Slide 9 - Quizvraag

sich beeilen (zich haasten)
Du mußt .... beeilen, Hanna!
A
dir
B
dich

Slide 10 - Quizvraag

Wie oft putzt du ... die Zähne?

Slide 11 - Open vraag

Sie interessiert ... nicht für Sport.

Slide 12 - Open vraag

Grammatik B 
Voorzetsels (Präpositionen) met 3e of 4e naamval

Slide 13 - Tekstslide

Welke voorzetsels horen ook al weer bij de Dativ (3e naamval?)

Slide 14 - Woordweb

Welke voorzetsels horen ook al weer bij de Akkusativ (4e naamval?)

Slide 15 - Woordweb

Lijst uit jouw schema

Slide 16 - Tekstslide


Sie ist mit dies... Sänger (m) verheiratet. 
A
-e
B
-en
C
-er
D
-em

Slide 17 - Quizvraag


Seit dies... Jahr (o) woht er in Ede.
A
dieses
B
diesem
C
dies

Slide 18 - Quizvraag

Ich komme nie ohne mein... Hund (m) spazieren.
A
mein
B
meinen
C
meinem

Slide 19 - Quizvraag

Aus welch... Stadt (v) kommst du?
A
welche
B
welcher
C
welchem

Slide 20 - Quizvraag


Morgen komme ich ohne ........ (mijn) Mutter nach Berlin.
A
mein
B
meiner
C
meine

Slide 21 - Quizvraag

Hausaufgaben für den 9. Februar:
M: Lektion 1 Aufgabe 9, 11
L: woorden Lektion 1; wederkerende werkwoorden; voorzetsels 3e en 4e naamval; der- en ein-groep 1e, 3e en 4e naamval

Maak de opdrachten nauwkeurig
Stel vragen

Slide 22 - Tekstslide