Examen schrijven 3F - hoofdletters en interpunctie

Examen 3F
schrijven
hoofdletters en interpunctie
herhaling opbouw 


1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Examen 3F
schrijven
hoofdletters en interpunctie
herhaling opbouw 


Slide 1 - Tekstslide

In deze les
  • Uitleg en oefeningen hoofdletters
  • Uitleg en oefeningen interpunctie (leestekens)
  • Oefening schrijfopdracht 

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdletters
Wanneer wel en wanneer niet?

Slide 3 - Tekstslide

WEL een hoofdletter
  • Tineke van der Meer, mevrouw Van der Meer, meneer K. de Weerd
  • Zwolle - Zwollenaar
  • Nederland - Nederlander
  • de IJssel - het IJsselmeer
  • de Tweede Wereldoorlog
  • Kerst, Pasen
  • ROC Friese Poort (maar niet bij roc of mbo los)
  • KRO, NAVO, ADHD

Slide 4 - Tekstslide

NIET een hoofdletter
  • professor, rabbijn, dominee, burgemeester
  • winter, lente - maandag, dinsdag - januari, februari
  • de middeleeuwen, de renaissance
  • islam - islamitisch, christen - christelijk
  • kerstcadeautje, paasei
  • mbo, hbo
  • indianen, latino’s
  • soa, tbc, hiv

Slide 5 - Tekstslide

Wat is goed geschreven?
A
Engels
B
engels

Slide 6 - Quizvraag

Wat is goed geschreven?
A
Kerst
B
kerst

Slide 7 - Quizvraag

Wat is goed geschreven?
A
de Heer D. Barendsen
B
De Heer D. Barendsen
C
de heer d. Barendsen
D
de heer D. Barendsen

Slide 8 - Quizvraag

Wat is goed geschreven?
A
Paasei
B
paasei

Slide 9 - Quizvraag

Wat is goed geschreven?
A
meneer ten Napel
B
Meneer Ten Napel
C
meneer Ten Napel
D
meneer ten napel

Slide 10 - Quizvraag

Wat is goed geschreven?
A
zaterdag
B
Zaterdag

Slide 11 - Quizvraag

Wat is goed geschreven?
A
mevrouw M.L. Van Eijck
B
mevrouw M.L. van Eijk
C
Mevrouw m.l. Van Eijk
D
Mevrouw M.L. van Eijk

Slide 12 - Quizvraag

geachte mevrouw s de wit

Slide 13 - Open vraag

geachte meneer van oosten

Slide 14 - Open vraag

Leestekens
de komma

Slide 15 - Tekstslide

De komma...
Begin van een brief of e-mail:

Beste meneer Van Putten
Graag solliciteer ik naar de functie als sport- en bewegingsagoog binnen uw organisatie. 

Slide 16 - Tekstslide

De komma...
  • in opsommingen
 Een goede thuishulp is verzorgende, verpleegkundige, psychiater en hulp in de huishouding tegelijk.

  • tussen twee persoonsvormen
 Als ik dat wist, zou ik het wel zeggen.

Slide 17 - Tekstslide

De komma...
  • voor voegwoorden
Ik houd van sporten, maar niet van de spierpijn die ik er soms van krijg. 
De uitslag van het examen was belangrijk, want het betrof een toelatingsexamen.

Let op: is de zin korter dan 10 woorden? Dan geen komma. 


Slide 18 - Tekstslide

Beste meneer Rave
vol enthousiasme wil ik solliciteren naar de functie als buurtsportcoach.
A
goed
B
fout

Slide 19 - Quizvraag

Hoewel het weer slecht was besloten ze toch om naar het strand te gaan.
A
goed
B
fout

Slide 20 - Quizvraag

Ik hou van wandelen in het bos, omdat het me de kans geeft om te ontspannen en de natuur te waarderen.
A
goed
B
fout

Slide 21 - Quizvraag

Geachte mevrouw Rorije,
Afgelopen dinsdag heb ik met u contact gehad over mijn klacht.
A
goed
B
fout

Slide 22 - Quizvraag

Ze speelde buiten terwijl de zon scheen.
A
goed
B
fout

Slide 23 - Quizvraag

geachte mevrouw overmars
ik schrijf u deze brief omdat ik mijn zorgen met u wil delen

Slide 24 - Open vraag

Welke dagtekening is goed?
A
Zwolle 18 maart 2024
B
Zwolle, 18-03-2024
C
Zwolle, 18 maart 2024
D
18 maart 2024, Zwolle

Slide 25 - Quizvraag

Waarmee begint een verslag of artikel?
A
aanhef
B
titel

Slide 26 - Quizvraag

Wat zet je altijd onderaan jouw verslag en artikel?

Slide 27 - Open vraag

Schrijf de dagtekening van vandaag.

Slide 28 - Open vraag

betoog
structuur

Slide 29 - Tekstslide

1. ....
2. ....
3. ....
4. ....
5. ....
6. ....
inleiding
slot
standpunt
tegenargumentatie
conclusie
argumentatie

Slide 30 - Sleepvraag

Laatste tips schrijfexamen
Gebruik de informatie uit de opdracht. Neem het over: laat het terugkomen in je tekst. 

Ga niet te lang bezig met de eerste tekst. Begin gewoon met schrijven en lees daarna kritisch door. Vergeet hoofdletters en punten niet. Let op je werkwoordspelling: d, t of dt?

Slide 31 - Tekstslide

Schrijfopdracht situatie
Jij werkt bij de redactie van een schoolkrant. Aan jou is gevraagd om iets te schrijven over de sport die jij beoefent. 


Slide 32 - Tekstslide

Schrijfopdracht 3F
  • Vertel hoe je bij jouw sport bent gekomen, waar en wanneer je traint, of je wedstrijden speelt, op welk niveau en wat voor soort mensen je tegen komt in deze sport. 
  • Leg uit waarom jij voor deze sport gekozen hebt. 
  • Noem twee voordelen van de sport die jij beoefent. 
  • Vertel iets over een gebeurtenis die je altijd is bijgebleven.
  • Noem ook een nadeel van de sport die jij beoefent en weerleg dat nadeel.
  • Sluit je tekst af met een advies of tip. 

Slide 33 - Tekstslide

Let op:
  • Samenhang (is het een logisch verhaal? voegwoorden)
  • Opbouw (titel, juiste afsluiting, alinea's)
  • Spelling
  • Woordgebruik en woordenschat
  • Grammatica (logische zinnen)


Klaar? Verstuur je artikel in de chat van Teams naar mij. 

Slide 34 - Tekstslide