ecologie herhaling + uitleg bs 8 aanpassingen bij planten

les 16-03 Ecologie
lesplanning
huiswerk vorige les: bs 7 aanpassingen bij dieren, vragen?
herhalen 
uitleg aanpassing bij planten
maken bs 8 aanpassingen bij planten


1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

les 16-03 Ecologie
lesplanning
huiswerk vorige les: bs 7 aanpassingen bij dieren, vragen?
herhalen 
uitleg aanpassing bij planten
maken bs 8 aanpassingen bij planten


Slide 1 - Tekstslide

lesdoel
  • Aan het eind van deze les kun je uitleggen hoe organismen elkaar beïnvloeden en welke factoren daarbij een rol spelen.
  • aan het eind van deze les kun je benoemen en uitleggen hoe planten zijn aangepast aan hun omgeving.

Slide 2 - Tekstslide

1

Slide 3 - Video

00:00
Je ziet hier een groep Konik paarden in de Oostvaardersplassen.
Deze groep is feitelijk te groot voor het gebied.
Wat zal het gevolg zijn als mensen hier niet ingrijpen?

Slide 4 - Open vraag

Tot welk niveau van de ecologie behoort een hert in een bos?
A
Individu
B
Populatie
C
Levensgemeenschap
D
Ecologie

Slide 5 - Quizvraag

leven in de sloot

Slide 6 - Tekstslide

maak een voedselketen uit de afbeelding

Slide 7 - Open vraag

Welke rol heeft deze
vliegenzwam
A
producent
B
consument
C
afvaleter
D
reducent

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een A-biotische factor?
A
Roofdieren
B
Voedsel
C
Dode bladeren
D
Water

Slide 9 - Quizvraag

Waar begint een voedselweb of keten mee?
A
Vleeseters
B
Planteneters
C
Planten
D
Afvaleters

Slide 10 - Quizvraag

Schrijf een voedselketen
op met 3 schakels

Slide 11 - Open vraag

Kies de juiste volgorde van klein naar groot:
A
ecosysteem - individu - levensgemeenschap - populatie
B
Individu - levensgemeenschap - populatie - ecosysteem
C
individu - populatie - levensgemeenschap - ecosysteem
D
Ecosysteem - levensgemeenschap - populatie - individu

Slide 12 - Quizvraag

Wat is van invloed op een populatiegrootte?
A
hoeveelheid voedsel
B
natuurlijke vijanden
C
ziekte verwekkers
D
A, B en C

Slide 13 - Quizvraag

Wanneer is er sprake van een biologisch evenwicht?
A
Als de populatie altijd even veel individuen blijft hebben
B
Als de populatie roofdieren even veel individuen heeft als de populatie prooidieren
C
Als de populatiegrootte schommelt rondom een gemiddeld aantal individuen
D
Als een populatie weinig last heeft van ongunstige factoren in een ecosysteem.

Slide 14 - Quizvraag

Aanpassingen
Waterdieren: 
Gestroomlijnd lichaam

Landdieren: 
Stevige poten om het lichaam te dragen
Zwaar skelet

Slide 15 - Tekstslide

Topgangers = loopt op toppen van tenen en hebben hoef om elke teen = hoefganger
Teengangers> alleen teenkootjes op de grond.
Zoolgangers > hele voet op grond (stevig, maar minder snelheid)

Slide 16 - Tekstslide

Poten van vogels
Zangvogels: 3 tenen naar voren, 1 naar achteren
Roofvogels/uilen: tenen met scherpe klauwen
Loopvogels: hebben 3 tenen die naar voren staan
Watervogels: zwemvliezen tussen tenen
Steltlopers: lange poten en lange tenen tegen wegzakken in modder.

Slide 17 - Tekstslide

Aanpassing vis aan waterleven:
Kieuwen voor zuurstof
Staartvin om op een neer te bewegen
Slijm op schubben, zodat er minder weerstand is in het water Gestroomlijnde vorm.

Slide 18 - Tekstslide

snavels van vogels
Kegelsnavel Zangvogels die zaden moeten kraken
Pincetsnavel Puntige snavel om insecten te vangen.
Haaksnavel Roofvogels die prooi moeten verscheuren
Priemsnavel Lange snavel om die in natte bodem diertjes te zoeken
Zeefsnavel Bij watervogels die water afslobberen voor kleine diertjes en plantjes.

Slide 19 - Tekstslide

Aanpassing bij planten
Elke plant heeft een aantal dingen nodig om te overleven. Hij moet water en mineralen opnemen uit de bodem en koolstofdioxide uit de lucht. Ook heeft hij voldoende licht nodig voor de fotosynthese.
In woestijnen en andere droge gebieden is weinig water. Het gevaar voor uitdroging is groot. In moerassen is juist weer heel veel water, maar zit er weinig zuurstof in de bodem. Soms is er weinig licht, bijvoorbeeld in een donker bos. De planten die op zulke plaatsen groeien, hebben speciale aanpassingen om te overleven.

Slide 20 - Tekstslide

Een blad neemt koolstofdioxide op voor de fotosynthese door huidmondjes. Huidmondjes zijn kleine openingen aan de onderkant van de bladeren.
Er verdampt ook water via de huidmondjes. In droge gebieden hebben planten vaak minder en kleinere huidmondjes, waardoor ze minder water verdampen.

Slide 21 - Tekstslide

bs 8 aanpassingen bij planten
kennisbank biologie
https://www.studiobiologie.nl/KB1/K06_12/index.html

Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk
maken de opdrachten van bs 8

Slide 23 - Tekstslide