Observeren en stappenplan signaleren

Observeren, waarnemen en signaleren
Observeren en stappenplan signaleren 
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Observeren, waarnemen en signaleren
Observeren en stappenplan signaleren 

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht
Het filmpje wordt afgespeeld. Zie jij hoe vaak de mensen met het witte t-shirt de bal overgooien?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Wat is observeren?

Slide 4 - Woordweb

Observeren
Observeren betekent: het bewust, doelgericht en systematisch waarnemen van gedrag met behulp van alle zintuigen. 


Slide 5 - Tekstslide

Waarom observeren?

Slide 6 - Open vraag

Observeren doe je om verschillende redenen
  • Om je handelen goed aan te kunnen sluiten bij de situatie of de persoon
  • Om een situatie of een persoon beter te begrijpen
  • Om een goed beeld te krijgen van een situatie of een persoon op basis van feiten
  • Om een vraag te beantwoorden.

Slide 7 - Tekstslide

Observeren doe je zo:
  • Kijken
  • luisteren 
  • voelen 
  • ruiken 
  • praten

Slide 8 - Tekstslide

Subjectief en objectief
Interpreteren: Je bedenkt wat het gedrag betekent.

Het interpreteren van een observatie kan op twee manieren:
Subjectief: met een oordeel. De feiten met daarbij je mening en/ of gevoel. 
Objectief: zonder oordeel, alleen de feiten

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide



Horn effect


Halo effect

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Wat zie je hier?

Slide 13 - Tekstslide

Wat is waarnemen?

Slide 14 - Woordweb

Waarnemen
Informatie verwerken we via onze zintuigen.

Bewust of onbewust neem je van alles waar. 

In je werk is het belangrijk dat je je bewust bent van hoe je waarneemt. 

Slide 15 - Tekstslide

Wat is signaleren?

Slide 16 - Woordweb

Signaleren
Signaleren wil zeggen dat je gealarmeerd wordt door een waarschuwingsteken. 


In je werk let je bewust op signalen. Dat begint met bewust waarnemen tijdens je werk. 

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht
Het filmpje wordt afgespeeld. Tijdens het filmpje vinden er veranderingen plaats. Onthoud de veranderingen die je hebt waargenomen. 

Slide 18 - Tekstslide

1

Slide 19 - Video

00:55
Wat heb je gezien tijdens dit filmpje?

Slide 20 - Open vraag

Opdracht Waarnemen

Ik laat zo een aantal vragen zien in de volgende slide.
Beantwoord de vragen eerst individueel.
Bespreek daarna met een medestudenten, noteer 3 conclusiepunten over waarnemen

Slide 21 - Tekstslide


1. Wat is het eerste dat je vandaag hebt gedaan toen je wakker werd?
2. Wat voor kleren had je huisgenoot/ moeder, vader, broer of zus vanmorgen aan?
3. Welke kleur heeft de handdoek waar jij je vanmorgen mee hebt afgedroogd?
4. Niet kijken! Welke kleur hebben jouw sokken?
5. Wat is de eerste zin die je vanmorgen gehoord hebt?




6. Wat is het laatste liedje dat je gisteren hebt gehoord?
7. Welke kleur had de eerste auto die je vanmorgen zag?
8. Welke kleur heeft de voordeur van de school?
9. Wie was de eerste persoon die je vanmorgen op je opleiding zag?
10. Wat voor schoenen had die persoon aan?
11. Teken uit je hoofd het logo van de NS.

Slide 22 - Tekstslide

Een man van 30 jaar
Afgetraind en een leren jack met kraag omhoog, heeft een tatoeage op zijn onderarm en loopt met een poedel

Een vrouw van 85 jaar
Veel rimpels, een tatoeage op haar onderarm, nummer: 7756 en loopt met een poedel

Een vrouw van 45 jaar
Haren zijn rood geverfd, draagt rode lipstick,
Een mantelpak en hoge hakken en draagt een koffertje

Een man van 45 jaar
Haren zijn geblondeerd, draagt een streepjespak en nette schoenen, heeft een oorringetje en draagt een attachékoffer

Slide 23 - Tekstslide

Feiten of meningen?
1. Marianne is meestal lief maar niet altijd.
2. Jordan kan al tellen van 1 tot 10
3. Eigenlijk zou Wiesje nou toch al zindelijk moeten zijn.
4. De klant is koning.
5. Als nieuwe naam is Peuter Plus gekozen.
6. Mijn collega Marianna is erg onzelfstandig en ze stelt voortdurend vragen.

Slide 24 - Tekstslide

Objectief observeren is makkelijk, dat kan iedereen.

Slide 25 - Tekstslide

Via je zintuigen neem je informatie op uit de omgeving
A
Observeren
B
Signaleren
C
Waarnemen

Slide 26 - Quizvraag

Objectief of subjectief:
Het is koud buiten
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 27 - Quizvraag

Signaleren is een vervolg op waarnemen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Wat is het doel van observeren?
A
Informatie over het gedrag en de situatie van de zorgvrager verzamelen.
B
Bedenken wat het gedrag betekent

Slide 29 - Quizvraag

Objectief of subjectief:
Hij is verdrietig
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 30 - Quizvraag

'Vooroordelen' kan een valkuil zijn bij het observeren
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quizvraag