BS6 Sociaal gedrag

BS6 Sociaal gedrag
8.4 Sociaal gedrag
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 7 videos.

Onderdelen in deze les

BS6 Sociaal gedrag
8.4 Sociaal gedrag

Slide 1 - Tekstslide

Doel en begrippen
Je leert hoe communicatie tussen dieren verloopt

Signalen, balts, conflictgedrag, ambivalent gedrag, omgericht gedrag, overspronggedrag, territorium.

Slide 2 - Tekstslide

… dieren kunnen niet met elkaar praten, toch communiceren ze met elkaar…

Slide 3 - Tekstslide

Sociaal gedrag
= al het gedrag tussen soortgenoten

Signaal = een prikkel voor een soortgenoot

Slide 4 - Tekstslide

Sociaal gedrag
Territoriumgedrag: het verdedigen en afbakenen van het eigen gebied
Voortplantingsgedrag: het vinden van een soortgenoot, de paring en het verzorgen van jongen.
Groepsgedrag: taakverdeling binnen groepen dieren en het vaststellen van de rangorde
Ritueel gedrag: gedrag met een symbolische betekenis (bv baltsgedrag)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Baltsgedrag
Ritueel gedrag wat leidt tot paring
  1. Nodig voor herkening tussen soortgenoten
  2. Nodig voor solitaire dieren-> wegnemen aanvalsgedrag, vergroten paringsbereidheid
  3. Herkennen goede partner

Slide 7 - Tekstslide

0

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Territoriumgedrag
Doel hebben territorium:
- Voedsel veilig stellen
- Ruimte veiligstellen 

Zodat jongen grootgebracht kunnen worden.

Slide 10 - Tekstslide

0

Slide 11 - Video

Conflictgedrag
Ambivalent gedrag
Overspronggedrag
Omgericht gedrag

Slide 12 - Tekstslide

Conflict gedrag
Komt voor als twee gedragssystemen worden geactiveerd.
Dit gebeurt wanneer tegenstrijdige prikkels tegelijk tegenstrijdige gedragssystemen activeren.
Drie vormen:
-Ambivalent gedrag
-Omgericht gedrag
-Overspronggedrag

Slide 13 - Tekstslide

Ambivalent gedrag
Het dier vertoont afwisselend gedragselementen uit beide gedragssystemen.

Bijv. op de grens van een territorium: 

Twee tegengestelde gedragssystemen tegelijkertijd zichtbaar, vluchten en vechten

Slide 14 - Tekstslide

0

Slide 15 - Video

Omgericht gedrag
Het gedrag wordt gericht op een ander doel/ object


Wie slaat er wel eens met de deur als hij boos is? 

Het gedragssyteem agressie wordt op iets heel anders gericht

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Overspronggedrag
Ongepast gedrag voor de situatie.
Bijv. bij spelagressie. Om een intern conflict op te lossen (spelen of vechten?) gaan dieren soms maar heel iets anders doen, zoals zichzelf likken om de stress te verminderen.

Slide 18 - Tekstslide

Overspronggedrag bij katten

Slide 19 - Tekstslide

  1. Je moeder is boos omdat je slechte examenresultaten behaalde. Ze maakt geen ruzie met je maar gaat de was doen.
  2. Je gaat je rijexamen afleggen, waarvoor je heel zenuwachtig bent. Je stapt in de auto en zou eigenlijk het liefst weer uitstappen. Toch blijf je zitten. Maar het duurt een tijdje voor je je gordel vast maakt en klaar bent voor vertrek
  3. Met je pas verkregen rijbewijs rijd je de auto van je pa in de prak. Wanneer je hem het nieuws vertelt slaat hij met zijn vuist op tafel.

A. Ambivalent gedrag
B. Overspronggedrag
C. Omgericht gedrag 

Slide 20 - Tekstslide

  1. Je moeder is boos omdat je slechte examenresultaten behaalde. Ze maakt geen ruzie met je maar gaat de was doen.
  2. Je gaat je rijexamen afleggen, waarvoor je heel zenuwachtig bent. Je stapt in de auto en zou eigenlijk het liefst weer uitstappen. Toch blijf je zitten. Maar het duurt een tijdje voor je je gordel vast maakt en klaar bent voor vertrek
  3. Met je pas verkregen rijbewijs rijd je de auto van je pa in de prak. Wanneer je hem het nieuws vertelt slaat hij met zijn vuist op tafel.

2=A. Ambivalent gedrag
1=B. Overspronggedrag
3=C. Omgericht gedrag 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Huiswerk

  • Lezen BS6
  • Maken opdrachten 68 t/m 77

Slide 23 - Tekstslide