Proeftoets administratie 4

Oefentoets 

Profiel administratie:
Blok 4 De jaarrekening
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Profiel AdministratieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Oefentoets 

Profiel administratie:
Blok 4 De jaarrekening

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een balans?
A
Een weegschaal waarop je je geld afweegt
B
Een schema waarin geldzaken v.e bedrijf worden bijgehouden
C
Een schema waarop alleen de bezittingen staan
D
Een schema waarop alleen de schulden staan

Slide 2 - Quizvraag

Debet

Gebouw
Inventaris
Debiteuren (klanten)
Voorraad
Kas
Bank

Credit

Eigen vermogen
Hypotheek
Lening bank
Crediteuren (leverancier)


Slide 3 - Tekstslide

Aan welke zijde van de balans staan de bezittingen van het bedrijf?
Links of rechts?

Slide 4 - Open vraag

Bezittingen Balans

Gebouw
Inventaris
Debiteuren (klanten)
Voorraad
Kas
Bank

Schulden balans

Eigen vermogen
Hypotheek
Lening bank
Crediteuren (leverancier)


Slide 5 - Tekstslide

Wat zijn debiteuren?
A
klanten die producten hebben gekregen maar nog niet betaald
B
klanten die geld hebben gekregen maar nog geen producten
C
leveranciers die producten hebben gekregen maar nog niet betaald
D
leveranciers die geld hebben gekregen maar nog geen producten

Slide 6 - Quizvraag

Debiteuren 

Klanten die later betalen.
Je hebt nog geld tegoed.
Dus neem je een post op je balans op genaamd debiteuren. 

= bezitting
Crediteuren

Je hebt iets gekocht maar nog niet betaald. 
Je moet dus nog iets betalen.
Dus neem je een post op op je balans genaamd crediteuren. 

= schuld

Slide 7 - Tekstslide

Waaraan denk je bij het woord winst?

Slide 8 - Woordweb

Aan welke zijde van de balans staat "te betalen btw/omzetbelasting"?
debet of credit

Slide 9 - Open vraag

Te betalen BTW
- De btw die een bedrijf nog moet betalen aan de Belastingdienst. 

- Belasting wordt alleen betaald over de toegevoegde waarde 

Slide 10 - Tekstslide

Bereken het eigen vermogen met de volgende gegevens:
Bezittingen: 120.000,00
Lening: 25.000,00
Betalen aan leverancier: 15.000,00

Slide 11 - Open vraag

Sleep de antwoorden naar de juiste plaats
Groter
Kleiner
Geen invloed
Je hebt een nieuwe lening bij een kennis
Je tankt je auto en betaald contant
Je koop spullen op rekening
Je lost af op je lening
Je haalt geld uit de kassa voor prive

Slide 12 - Sleepvraag

Wat is een duurzaam productiemiddel?

Slide 13 - Sleepvraag

Waar denk je aan bij resultatenrekening?

Slide 14 - Woordweb

Hoe bereken je de nettowinst?
A
Omzet + inkoopwaarde - bedrijfskosten
B
Brutowinst - inkoopwaarde - bedrijfskosten
C
Omzet - inkoopwaarde - bedrijfskosten
D
Nettowinst - inkoopwaarde - omzet

Slide 15 - Quizvraag

Wat is mijn nettowinst?
Omzet (in de kassa en pin betaald)
inkoopwaarde -
BRUTOWINST
bedrijfskosten -
NETTOWINST

Slide 16 - Tekstslide