4.1 Inventions (bezit)

Today's lesson goal
You can understand texts about different inventions.
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Today's lesson goal
You can understand texts about different inventions.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Top 10  inventions that changed the world. Match the words

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nails
Compass
Printing press
Contra-
ceptives
Penicillin
Telephone
Internet
Light bulb
Steam-
engine
wheels
Stoommachine
Drukpers
kompas
Anticonceptie 
spijkers
Internet
Antibioticum
telefoon
wielen
gloeilamp

Slide 3 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Write down your top 3 of best inventions.

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

NEW WORDS UNIT 4.1

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

by accident
chocolat 
bar
fry (to)
glue
invent (to)
melt (to)
pull off (to)
stick to (to)
slice (to)
examine (to)
lijm
uitvinden
smelten
los trekken
in plakjes snijden
chocoladereep
onderzoeken
per ongeluk
plakken aan
bakken

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Unit 4.1 Invented by accident

Make today in workbook:
Page 126 etc.: 1a,b + 2 + 3 + 4a,b + 5 + 6a,b


Extra: WB Get ahead p. 130 -> 9a+b



Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesson goal:  bezit
Je kent de regels om de bezittelijke vorm (possessive) in het Engels te gebruiken. 

OF / 'S / S' 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat klopt hier niet?

Slide 9 - Tekstslide

meervoud= nooit met hoge komma in het Engels

No dogs allowed.
Vertaal

Vertaal deze 3 zinnen in het Nederlands. 


timer
5:00

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. De honden vinden botten lekker.
(dogs = meervoud)

 2. De hond zijn bot is in zijn mond. 
(dog's = bezit van 1 hond)


3. De honden hun bot is in het midden.
(dogs' = bezit van meer dan 1 hond)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PEOPLE, ANIMALS, TIME
'S (EV)  - S' (MV)
  • The DOG'S nose is sniffing the screen.
  • The MAN'S hand is tickling the dog. 
  • It is my PARENTS' dog.
  • YESTERDAY'S walk with my dog was lovely.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

THINGSOF

THE SLICE OF PIZZA IS MOVING


Dus niet: The pizza's slice. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bezit 's - s' - of
This is Donald's hair.
The colour of his hair is very blond. 


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Make assignments Unit 4.1
Grammar -> bezit: 
Bezit -> 7,a,b,c 
Past simple (onregelmatige ww) -> 8

Words and reading: 
WB page 126 etc.: 1a,b + 2 + 3 + 4a,b + 5 + 6a,b

Extra: WB p. 130 Get ahead -> 9a+b
timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EXIT TICKET BEZIT
Beantwoord de vragen in LessonUp. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

People, animal

'S - S'



Things

OF
Maria
milk
cat
room
boys
garage

Slide 18 - Sleepvraag

Quiz gedaan met 2B
............ is twelve years old
A
The sister of John
B
Johns' sister
C
John's sister

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is gebruik je bij bezit van een persoon of dier
bijvoorbeeld 'de vriend van Sarah'?
A
's
B
of

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebruik je bij bezit van dingen bijvoorbeeld de
'blaadjes van de bloem' ?
A
's
B
of

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies