9.1 en 9.3 lijnsymmetrie en draaisymmetrie

1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Filmpje
Deze kan je thuis bekijken.
Ook handig bij het voorbereiden op de toets.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

0

Slide 4 - Video

Een figuur met één of meer symmetrieassen noem je lijnsymmetrisch. 


Lijn m, de rode stippellijn noem je de symmetrie-as

Slide 5 - Tekstslide

Lijnsymmetrie
Als 2 helften van een figuur elkaars spiegelbeeld zijn, dan noemen we dat figuur spiegelsymmetrisch of lijnsymmetrisch.
Hier zie je een aantal figuren die lijnsymmetrisch zijn.

Slide 6 - Tekstslide

Symmetrieas
Die lijn waarover je de spiegel op kunt zetten, noem je een symmetrieas. De vorige figuren hadden allemaal 1 symmetrieas, maar er bestaan ook figuren met meer symmetrieassen. 

Slide 7 - Tekstslide

De rode stippellijnen zijn symmetrie-assen. Niet alle figuren hebben dus een symmetrie-as

Slide 8 - Tekstslide

dit bord wel
dit bord wel
dit bord ook 
dit bord niet

Slide 9 - Tekstslide

Even oefenen .....
Je krijgt een aantal meerkeuzenvragen. Probeer steeds het juiste antwoord te geven.
Als je het niet direct ziet, gebruik dan je spiegeltje

Slide 10 - Tekstslide

Hoeveel symmetrieassen
heeft deze figuur?
A
1
B
2
C
4
D
8

Slide 11 - Quizvraag

Uitleg
Er zijn 4 symmetrieassen. 
Dit kun je controleren door het spiegeltje op de symmetrieassen te zetten.

Slide 12 - Tekstslide

Hoeveel symmetrie assen heeft dit figuur?
A
2
B
4
C
6
D
8

Slide 13 - Quizvraag

Hoeveel symmetrie
assen heeft dit figuur
A
2
B
4
C
6
D
1

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor lijnsymmetrie?
A
draaisymmetrie
B
puntsymmetrie
C
spiegelsymmetrie
D
vouwsymmetrie

Slide 15 - Quizvraag

Hoeveel symmetrie-assen kun je tekenen in dit figuur?
A
Nul
B
Een
C
Twee
D
Drie

Slide 16 - Quizvraag

Hoeveel symmetrieassen heeft het logo?
A
0
B
2
C
1
D
4

Slide 17 - Quizvraag

Deze afbeelding is lijn-
symmetrisch
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quizvraag


Hoeveel symmetrie-assen heeft deze bloem?
A
2
B
6
C
12
D
oneindig veel

Slide 19 - Quizvraag

Hoeveel symmetrie assen heeft deze figuur?
A
1
B
2
C
4
D
6

Slide 20 - Quizvraag

In de tekening hiernaast zie
je vlakke figuren die met
rode lijnen zijn verdeeld.
Hoe heten die rode lijnen?
A
strepen
B
symmetrie-assen
C
lijntjes
D
???

Slide 21 - Quizvraag

Draaisymmetrie

Slide 22 - Tekstslide

Filmpje
Weer een uitlegfilmpje voor thuis.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Je kan een figuur in alle standen draaien. 
bv om 45 graden 
Maar als we het hebben over draaisymmetrisch bedoelen we dat je een figuur draait zo dat het figuur weer precies hetzelfde is gebleven.

Slide 25 - Tekstslide

De figuur is nu op verschillende manieren gedraaid.

Maar is niet draaisymmetrisch.
Het past niet op elkaar.

Slide 26 - Tekstslide

 draaisymmetrisch over 360 graden
draaisymmetrisch over 
180 graden

Slide 27 - Tekstslide

Het logo hiernaast kan je wel 3x draaien. 
(het gaat alleen om het logo, niet het witte vierkant eromheen)

Aan de rode stip kan je zien dat het figuur 3x is gedraaid
         beginstand           1                            2                        3                   

Slide 28 - Tekstslide

Hoe bepaal je nou de kleinste draaihoek?
Stap 1: Kijk hoe vaak je een figuur kan draaien zonder dat de figuur veranderd.
Stap 2: 360 : 3 =120 dus kleinste draaihoek = 120 graden!
         beginstand           1                            2                        3                   

Slide 29 - Tekstslide

Hoe bepaal je nou de kleinste draaihoek?
Stap 1: Kijk hoe vaak je een figuur kan draaien zonder dat de figuur veranderd.
Stap 2: 360 : 4 =90 dus kleinste draaihoek = 90 graden!
         beginstand        1                   2                   3                   4
.
.
.
.
.

Slide 30 - Tekstslide

Draaisymmetrie
Een figuur is draaisymmetrisch als je het rondom een draaipunt kunt draaien en het weer precies op zichzelf past.
Het moet een halve draai zijn of minder dan een halve draai.


Slide 31 - Tekstslide

De bloem is na 6 stapjes helemaal rond:
De kleinste draaihoek is 360 : 6 = 60 graden.

Het molentje is in 4 stapjes helemaal rond.
De kleinste draaihoek is 360 : 4 = 90 graden.

Slide 32 - Tekstslide

Wat is nu de kleinste draaihoek?

Slide 33 - Tekstslide

Draaisymmetrie
Kleinste draaihoek berekenen: 

360 : aantal hoeken

dus
360 : 5 = 72º

Slide 34 - Tekstslide

Hoeveel keer kan je deze figuur draaien?
A
4x
B
6x
C
12x
D
8x

Slide 35 - Quizvraag

Wat is de kleinste draaihoek van deze figuur?
A
60 graden
B
90 graden
C
45 graden
D
180 graden

Slide 36 - Quizvraag

Hoeveel keer kan je deze figuur draaien?
A
0
B
1
C
2
D
4

Slide 37 - Quizvraag

Wat is dan de kleinst draaihoek?
A
45 graden
B
90 graden
C
180 graden
D
270 graden

Slide 38 - Quizvraag

Oefeningen
Nog meer oefeningen voor thuis.

Slide 39 - Tekstslide

Deze afbeelding is lijn-
symmetrisch
A
ja
B
nee

Slide 40 - Quizvraag

Is deze afbeelding draaisymmetrisch?
A
Ja
B
Nee

Slide 41 - Quizvraag

Deze afbeelding is ...
A
lijnsymmetrisch
B
draaisymmetrisch
C
schuifsymmetrisch
D
niet symmetrisch

Slide 42 - Quizvraag

Is deze afbeelding draaisymmetrisch?
A
Ja
B
Nee

Slide 43 - Quizvraag

Samengevat (9.1 en 9.3)
  • Lijnsymmetrie: als je een figuur op uit twee helften bestaat die elkaars spiegelbeeld zijn.   
  • De vouwlijn (of lijn waar spiegeltje moet ) heet een symmetrieas.
  • Een figuur kan 1 symmetrieas hebben of meerdere symmetrieassen.
  • Spiegelsymmetrie = vouwsymmetrie = lijnsymmetrie
  • Draaisymmetrie: als een figuur na een halve draai of minder op zichzelf past. 
  • Kleinste draaihoek berekenen--> 360 graden : aantal draaien.

Slide 44 - Tekstslide