Ik was stiekem in de kamer van mijn vader aan het snuffelen, toen ik opeens een bijzondere sleutel zag liggen.
Ik pakte hem op en deed de sleutel in de deur van mijn vader. Toen ik de deur opendeed was ik opeens in een wereld vol snoep. Het was een magische sleutel!
Ik rende door de snoepwereld en at alleen maar snoep, maar toen ik omdraaide, was de deur opeens weg. Ik kon niet meer terug! Ik zat voor altijd vast in de snoepwereld.