Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
NE 2K - Ws2, Sv4, Tv3.1 (les 11)
Welkom
Nederlands
1 / 7
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 2
In deze les zitten
7 slides
, met
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welkom
Nederlands
Slide 1 - Tekstslide
Nederlands
Lezen: Koning van Katoren,
Jan Terlouw
Slide 2 - Tekstslide
Nederlands
Start
Lesdoel
Je kent de woorden en uitdrukkingen van hoofdstuk 2
Je kunt je mening opschrijven (schrijfvaardigheid).
Je kunt het lijdend voorwerp in de zin herkennen.
Huiswerk
Afmaken woordenschat hst 2
Afmaken schrijven hst 4, opdracht 1-2.
Boekopdracht
Inventariseren
Slide 3 - Tekstslide
Nederlands
H2 Woordenschat: Figuurlijk taalgebruik
Leerdoel
Je kunt figuurlijk taalgebruik begrijpen.
Opdracht
Lees de online theorie (nogmaals).
Maak opdracht 9 en 10.
Theorie
In figuurlijk taalgebruik worden beelden (figuurlijk) gebruikt die iets van de letterlijke betekenis uitdrukken.
Slapen
(= letterlijk)
onder de blote hemel
(= figuurlijk).
Bloot
betekent hier
onbedekt
,
open
.
In het hart van de stad (= figuurlijk) wonen (= letterlijk).
Hart
betekent hier
centrum
,
midden
.
De betekenis bij figuurlijk taalgebruik kun je opzoeken bij het belangrijkste woord uit de uitdrukking.
Met de gebakken peren zitten
. Zoek de betekenis onder
peren
.
Slide 4 - Tekstslide
Nederlands
H4 Schrijven: Je mening opschrijven
Leerdoel
Je kunt je mening opschrijven.
Je kunt je mening onderbouwen met argumenten en hiervan voorbeelden geven.
Uitleg
Lees de theorie online.
Maak opdracht 3 (uit je boek).
Typ de tekst uit in een mail.
Wissel je tekst uit met je schrijfpartner via de mail.
Stuur mij een cc (
jm.zwart@wellant.nl
).
Mening
= wat je ergens van vindt.
Argument
= waarom je iets vindt.
Want/dus-proef
Mening >
want
argument
Argument >
dus
mening
Ik vind die auto lelijk, want hij is roze.
Die auto is roze, dus vind ik hem lelijk.
Slide 5 - Tekstslide
Nederlands
Taalverzorging 3.1: Lijdend voorwerp
Leerdoel
Je kunt het lijdend voorwerp (lv) in de zin vinden.
Opdracht
Lees de online theorie.
Controleren opdracht 1-7.
Maak opdracht 8-10 af.
Zinsdelen benoemen
Persoonsvorm (pv) > vraagproef, tijdproef, getalsproef.
Gezegde (gz) = pv + alle andere werkwoorden in de zin.
Onderwerp (ow) = wie/wat + gezegde.
Lijdend voorwerp (lv) = wie/wat + gezegde + onderwerp.
Slide 6 - Tekstslide
Nederlands
Afsluiting
Lesdoel
Je kunt het lijdend voorwerp in de zin herkennen.
Je kunt je mening opschrijven (schrijfvaardigheid).
Huiswerk
Afmaken woordenschat hst 2
Afmaken schrijven hst 4, opdracht 1-2.
Boekopdracht
Inleverdatum: 15-01-2021
Mailen naar:
jm.zwart@wellant.nl
De Quiz
Vul het schema in.
Slide 7 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Deviant Starttaal Vooraf Op weg naar 1F Thema 1 Hoofdstuk 1
September 2024
-
26 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Talent 3.7 Grammatica Meewerkend voorwerp
November 2023
-
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2-4
3. Starttaal vooraf - thema 1 - woordenschat 2
October 2025
-
29 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
Starttaal vooraf - thema 1 - woordenschat 2
October 2024
-
29 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
herhaling grammatica Kapitel 5
July 2025
-
14 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
toetsstof hoofdstuk 1 Talent
October 2025
-
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
3TL periode 2 les 15
July 2025
-
19 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b, k, t, havo
Leerjaar 1
2 HV Grammatica (zinsdelen)
June 2024
-
48 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2