M2 SS7 chapter 4 I & SO

Welcome Mavo 2A
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welcome Mavo 2A

Slide 1 - Tekstslide

Online lessen: regels
  • Je bent op tijd (later dan 5 minuten = absent).
  • Je hebt de camera de hele les aanstaan, anders sta je op 'absent' (deze regel is vastgelegd door de directie).
  • Je geluid is gedempt, tenzij de docent iets vraagt.
  • Vragen stel je in de chat. 
  • Je doet actief mee met de les, logt in bij LessonUp en geeft antwoorden als dat gevraagd wordt. 

Slide 2 - Tekstslide

Stepping Stones Chapter 4

Slide 3 - Tekstslide

Week 1 - lesson 1
Today's mission:  Aan het eind van de les...

  • ...weet ik wat de future tense met de present simple is.
  • ... kan ik de future tense met de present simple maken.

Slide 4 - Tekstslide

Future tense: toekomstige tijd

Er zijn in het Engels 3 manieren om iets over de toekomst te zeggen:
1. met de present simple
2. met to be going to
3. met will/shall

Vandaag gaan we kijken hoe we iets over de toekomst kunnen zeggen met de present simple

Slide 5 - Tekstslide

Future tense: present simple

Slide 6 - Tekstslide

Future tense: present simple

De present simple wordt dus gebruikt voor de toekomst als:

1. iets volgens een schema verloopt
2. iets volgens een rooster verloopt
3. iets volgens een dienstregeling verloopt 
4. iets volgens vaste tijden verloopt

Slide 7 - Tekstslide

Kies de juiste vorm

Fill in the future tense with the present simple.

Slide 8 - Tekstslide

1. The trains to Brussels ___ from platform 6.
A
departs
B
depart

Slide 9 - Quizvraag

2. Dad ___ at the airport at 20.30.
A
arrives
B
arrive

Slide 10 - Quizvraag

3. Our holiday ___ next Monday.
A
starts
B
start

Slide 11 - Quizvraag

4. When ___ the musical ___ ?
A
do end
B
does end

Slide 12 - Quizvraag

5. Tomorrow our lessons ___ at 13.30.
A
ends
B
end

Slide 13 - Quizvraag

6. What time ___ the shops ___ today?
A
do close
B
does close

Slide 14 - Quizvraag

Grammar 53b  - page 43

Fill in the future tense with the present simple.
Use the verbs in brackets.


(deze opdracht staat ook in je boek)

Slide 15 - Tekstslide

1. I'll call you when I ___ (to get to) Zara.

Slide 16 - Open vraag

2. Let's buy a pizza when John ___ (to arrive) at the shopping centre.

Slide 17 - Open vraag

3. What do you want to do after the shop ___ (to close)?

Slide 18 - Open vraag

4. She'll text me before she ___ (to take) the bus to the shopping mall.

Slide 19 - Open vraag

5. As soon as I ___ (to be) able to, I'm going to get a new job.

Slide 20 - Open vraag

Homework

Make/finish:



Study:
Herhalen: Grammar 8A, p. 42
Bestuderen: Grammar 8B, p. 43

Slide 21 - Tekstslide

Week 1 - lesson 2
Today's mission:
  • Homework check
  • Aan het eind van de les...
...weet ik wat de future tense met to be going to en will is.
...kan ik de future tense met to be going to en will  maken.
...kan ik deze tijden correct gebruiken. 

Slide 22 - Tekstslide

Homework: present simple als future tense

1. Hoe maak je de future tense: present simple?
2. In welke gevallen gebruik je de present simple als toekomstige tijd? 



Slide 23 - Tekstslide

Future tense: toekomstige tijd

Er zijn in het Engels 3 manieren om iets over de toekomst te zeggen:
1. met de present simple
2. met to be going to
3. met will/shall

Vandaag gaan we kijken hoe we iets over de toekomst kunnen zeggen met  to be going to & will/shall

Slide 24 - Tekstslide

Grammar 8B - page 43 - to be going to

Slide 25 - Tekstslide

Future tense: to be going to
To be going to wordt dus gebruikt voor de toekomst als:

1.Je iets van plan bent te gaan doen, je hebt het gepland.
(My mum is going to buy a new dress next week.)

Slide 26 - Tekstslide

Grammar 54b - page 43

Slide 27 - Tekstslide

Grammar 54c - page 44

Fill in the correct form of to be going to + verb.
Use the verbs in brackets.



(deze opdracht staat ook in je boek)

Slide 28 - Tekstslide

1. We ___ (to visit) my grandmother today and go shopping together.

Slide 29 - Open vraag

2. It ___ (to be) so much fun!

Slide 30 - Open vraag

3. I ___ (to play) a football match against @Creshamboys.

Slide 31 - Open vraag

4. We ___ (to win) for sure!

Slide 32 - Open vraag

5. First groceries. After that, we ___ (to bake) a cake for our mother's birthday.

Slide 33 - Open vraag

6. She ___ (to love) it!

Slide 34 - Open vraag

Grammar 8B - page 43 - will & shall

Slide 35 - Tekstslide

Grammar 8B - page 43 - will & shall
Will wordt dus gebruikt voor de toekomst als:
1. Je iets aanbiedt of iets spontaan besluit.
(I will help you move next week.)
2. Je iets belooft. 
(I will buy you that game if you pass your test.)
3. Je iets voorspelt.
(It'll be dark this time tomorrow.)

Shall gebruik je vooraan in vraagzinnen met I en we

Slide 36 - Tekstslide

Grammar 55 - page 44 

Choose the correct form: will or shall



(deze opdracht staat ook in je boek)

Slide 37 - Tekstslide

1. ___ I show you the way to H&M?
A
shall
B
will

Slide 38 - Quizvraag

2. I think she ___ apply for this shop assistant job.
A
shall
B
will

Slide 39 - Quizvraag

3. ___ you help your grandma buy things online?
A
shall
B
will

Slide 40 - Quizvraag

4. I am not sure if my boyfriend ___ do groceries together with me.
A
shall
B
will

Slide 41 - Quizvraag

5. He ___ ask his parents for more pocket money.
A
shall
B
will

Slide 42 - Quizvraag

Recap: future tenses
De drie future tenses zijn...
present simple future, to be going to & will
Wanneer gebruik je het present simple future?
- iets volgt een rooster/schema of dienstregeling.
Wanneer gebruik je 'to be going to'?
- iemand is van plan om iets te doen, iets staat gepland.
Wanneer gebruik je 'will' (of 'shall')?
- om iets aan te bieden, iets te beloven, een spontaan besluit of een voorspelling te maken.

Slide 43 - Tekstslide

Grammar 56a - page 44
Waarom is welke tijd gebruikt? Leg uit!

Slide 44 - Tekstslide

Grammar 56b - page 44/45
Kies de juiste future tense en vul de juiste vorm in. 

Slide 45 - Tekstslide

Grammar 56b - page 44/45
Kies de juiste future tense en vul de juiste vorm in. 

Slide 46 - Tekstslide

Homework

Make/finish:
-

Study:
Irregular verbs

Make sure you can log onto Test Correct!
Let Mrs. Lisci know if you have any problems. 

Slide 47 - Tekstslide

Week 1 - lesson 3
Today's mission:
  • SO irregular verbs

Slide 48 - Tekstslide

afname SO:
1. Log in bij Test Correct en klik op het SO en dan op 'nu maken'.
2. Als iedereen dit gedaan heeft, start ik het SO. 
3. Je hebt maar 10 minuten!!!
4. Je camera blijft aanstaan.
GOOD LUCK!

Slide 49 - Tekstslide

Homework

Make/finish:
-

Study:
-


Slide 50 - Tekstslide

Week 1 - lesson 4
Today's mission:
  • Make exercises chapter 3 & chapter 4
  • Stepping Stones online: planning

Slide 51 - Tekstslide

Test yourself
1. Log in bij Stepping Stones.
2. Maak de opdrachten van Chapter 3. (de opdrachten staan in je planning) Als je klaar bent, stuur je mij een foto van de percentages. 
3. Maak de opdrachten van Chapter 4. (de opdrachten staan in je planning) Als je klaar bent, stuur je mij een foto van de percentages. 
4. Wat niet af is, is huiswerk voor volgende week!

Slide 52 - Tekstslide

Homework

Make/finish:
exercises chapter 3 & 4 Stepping Stones online

Study:
-

Slide 53 - Tekstslide