11.5-2 De nieren V5 2223

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 11.5 De nieren deel 2
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 11.5 De nieren deel 2

Slide 1 - Tekstslide

Doel 11.5
Je leert hoe je nieren stoffen uitscheiden
Je leert hoe het tegenstroomprincipe in je nieren werkt
Je leert hoe hormonen de water- en zouthuishouding van je lichaam regelen
Je leert hoe hormonen je bloeddruk aanpassen

Slide 2 - Tekstslide

BINAS 85C

Slide 3 - Tekstslide

Voorurine -> urine
In het filtraat/ de voorurine zitten: water, glucose, zouten, ureum, andere afvalstoffen.

1. Glucose en andere voedingsstoffen moet weer terug in de bloedbaan.
2. Water en zouten moeten deels weer terug in de bloedbaan.
3. Ureum en andere afvalstoffen moeten in de voorurine blijven.
4. Ontzuren van het bloed

Slide 4 - Tekstslide

Osmotische waarde in de nier
Laag in de nierschors 
(ongeveer gelijk aan 
bloedplasma en 
weefselvloeistof)
Hoog het het niermerg

Slide 5 - Tekstslide

Tegenstroompricipe
Het bloed rond het nier-
buisje loopt de andere
kant op dan de voorurine.
Dit bevorderd de terug-
resorbtie van water.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Hormonen - Renine
Wordt afgegeven door de nieren als het een te laag zoutgehalte is in het bloed (te lage osmotische waarde).
Hierdoor verhoogt de afgifte van angiotensine I en II, dit verhoogt de afgifte van Aldosteron in de bijnierschors.

Zie BINAS 89A en 85D


Slide 8 - Tekstslide

Tweede gekronkelde nierbuisje
Aldosteron bevordert de werking van de Na/K pompen.

Hoe meer Aldosteron hoe meer zout er uit de voorurine wordt gehaald.








Slide 9 - Tekstslide

Hormonen - ADH
Antidiuretisch Hormoon

Wordt afgegeven door de hypofyse als er een watertekort in het bloed is (te hoge osmotische waarde)

Zie BINAS 89A en 89D


Slide 10 - Tekstslide

Verzamelbuisje
Waterkanalen zorgen voor terugstromen water in het bloed.

ADH zorgt voor toename van het aantal waterkanalen in de celmembranen van de cellen in het verzamelbuisje

Slide 11 - Tekstslide

Hormonen - Bloeddruk
Renine en ADH zijn ook betrokken bij het regelen van de bloeddruk. Veel water vasthouden betekent een hogere bloeddruk. 
Veel water verliezen betekent een lagere bloeddruk -> plaspillen



Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 1
Teken een regelkring voor de regeling van de osmotische waarde met ADH.

Teken een regelkring voor de regeling van de bloeddruk met renine.

Slide 13 - Tekstslide

Hormonen - Bloeddruk
Renine en ADH zijn ook betrokken bij het regelen van de bloeddruk. 





Slide 14 - Tekstslide

ADH regeling bij dorst
Renine regeling bij lage bloeddruk

Slide 15 - Tekstslide

Renine, angiotensinogeen, angiotensine I,  aldosteron en ADH spelen ook een rol in dit geheel. Lees p. 58 van je boek 'hormonale invloed op de nieren' en vergelijk met BINAS 85D

Slide 16 - Tekstslide

Functies van de nieren
  • filteren van afvalstoffen uit het bloed
  • osmotische waarde van het bloed regelen (ADH)
  • regelen zuur-base evenwicht
  • hormoonproductie: EPO (rode bloedcelproductie) en renine (bloeddruk regulatie)

Slide 17 - Tekstslide

Zoutregeling via hormonen - Renine en aldosteron
- Er is een te laag zoutgehalte in het bloed (te lage osmotische waarde).
- Hierdoor verlaagt de bloeddruk en verhoogt de afgifte van renine 
- dit stimuleer de aanmaak van angiotensine  II
- Dit verhoogt de afgifte van Aldosteron in de bijnierschors.
- Terugresorptie van Na+ neemt toe 
- Je lichaam houdt dus meer NA+ vast

(Zie BINAS 89A, 89C en 85D)


Slide 18 - Tekstslide

Nieren
en nu: oefenen!

In Goformative staat een vragenlijst klaar over de nieren.

Slide 19 - Tekstslide

Doel 11.5
Je hebt geleerd hoe je nieren stoffen uitscheiden
Je hebt geleerd hoe het tegenstroomprincipe in je nieren werkt
Je hebt geleerd hoe hormonen de water- en zouthuishouding van je lichaam regelen
Je hebt geleerd hoe hormonen je bloeddruk aanpassen

Slide 20 - Tekstslide

Doel 11.5
BINAS 85A Nieren
BINAS 85B Samenstelling bloedplasma en urine
BINAS 85C Niereenheid/ nefron
BINAS 85D Osmoregulatie
BINAS 89A Hormonen

Slide 21 - Tekstslide

Begrippen 11.5
tegenstroomprincipe, ADH, aldosteron, renine

Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk
In de online methode.
Kies leerweg B.
11.5: alle vragen



Slide 23 - Tekstslide