VGZ les 3

VGZ les 3
N4 LJ4
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3,4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

VGZ les 3
N4 LJ4

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud
  • Co morbiditeit
  • Autisme
  • Audio visuele beperkingen
  • Zorg regelen?

Slide 2 - Tekstslide

Co/multi morbiditeit
Comorbiditeit is het bestaan van één of meer (chronische) aandoeningen naast de zogenoemde indexziekte/hoofddiagnose waar de meeste aandacht naar uitgaat. 
Indien er geen indexziekte/hoofddiagnose wordt onderscheiden, en er wel sprake is van meerdere chronische aandoeningen, spreekt men van multimorbiditeit.

Slide 3 - Tekstslide

Wat kan je qua multi/co-morbiditeit allemaal verwachten bij een ZV met ernstige meervoudige beperking (EMB)?

Slide 4 - Open vraag

Bij de meeste VB en EMB zorgvragers spelen meerdere ziektes en aandoeningen/beperkingen


  • Zintuiglijke beperkingen
  • Sommige mensen met EMB is ook de tastzin gestoord en zijn ze daardoor overgevoelig of juist minder gevoelig voor aanraking 

Mensen met EMB zijn kwetsbaar en hebben een sterk verhoogd risico op gezondheidsproblemen


  • Epilepsie 
  • Obstipatie en refluxziekte 
  • Slaapproblemen 
  • Kauw- en slikproblemen 
  • Verergerende afwijkingen in spieren of skelet 
  • Gedragsproblemen als zelfverwonding


Slide 5 - Tekstslide

Down syndroom en co-morbiditeit
  • Congenitale hypothyreodie: Bij pasgeborenen met downsyndroom veel hoger (9,9 tot 69 per 1.000 versus 0,2 tot 0,5 per 1000 bij controlegroep).
  • Maag/darm klachten: veel aangeboren afwijkingen (obstipatie)
  • Coeliakie: prevalentie bij kinderen met DS is 5-8%. Dit is ruim tien keer hoger dan in de totale bevolking.
  • Aangeboren hartafwijkingen: komen bij ongeveer de helft van de pasgeborenen met DS voor (43-58%). Meestal betreft het een AVSD of VSD.
  • Persisterende Pulmonale Hypertensie: Kinderen met DS hebben ook een risico op Persisterende Pulmonale Hypertensie van de Neonaat (PPHN) (5-14%)

Slide 6 - Tekstslide

Autisme en verstandelijke beperking
Stoornissen in het autismespectrum zijn voor een groot deel erfelijk bepaald, waarbij het vaker voor lijkt te komt bij jongens en mannen dan bij meisjes en vrouwen. De verhouding is ongeveer vier op één. 

Tussen de 40 en 60 procent van de mensen met een stoornis in het autismespectrum heeft een verstandelijke beperking (Gezondheidsraad, 2009).

Slide 7 - Tekstslide

1

Slide 8 - Video

Welke zorg hebben Tijn en Tibbe nodig in de toekomst?

Slide 9 - Open vraag

03:00
Wat valt er volgens jullie onder een boze bui?

Slide 10 - Open vraag

Visuele beperkingen
2006 groot prevalentie onderzoek gedaan, uitkomst:
  •  Steekproef van 1.600 proefpersonen uit een populatie van 9.000 mensen met een verstandelijke beperking
  • Bij de proefpersonen bleek ongeveer 15% slechtziend te zijn en 5% blind
  • Bij syndroom van Down was zelfs vier van de vijf slechtziend of blind

Slide 11 - Tekstslide

Visuele beperkingen

Slide 12 - Woordweb

Visuele stoornissen
  • hoornvliesafwijkingen,netvliesaandoeningen en opticusatrofie. (Deze aandoeningen kunnen pre-, peri- of postnataal ontstaan en kunnen ook voorkomen bij diverse syndromen of stofwisselingsziekten)
  • scheelzien 
  • nystagmus
  • retinopathie
  • opticusatrofie
  • microphtalmus, 
  • hoornvlies troebelingen
  • glaucoom, 
  • lensluxaties en netvliesloslating

Slide 13 - Tekstslide

Audiovisuele beperkingen

Slide 14 - Tekstslide

Voor een betrouwbare meting bij mensen met een VB is het belangrijk een optimale testomgeving te creëren.
creëren

Slide 15 - Tekstslide

Gehoorstoornissen
De prevalentie van permanente gehoorstoornissen bij kinderen met een VB is niet bekend, maar is zeer waarschijnlijk hoger dan in de algemene bevolking. 
In een recent cross sectioneel onderzoek onder volwassenen met een verstandelijke beperking bleek slechthorendheid in alle leeftijdsgroepen significant vaker voor te komen dan in de algemene bevolking. 

Slide 16 - Tekstslide

Gehoorstoornissen
Down syndroom bleek de kans op slechthorendheid aanzienlijk te vergroten: in de jongste leeftijdsgroep van 18-30 jaar bedroeg het percentage slechthorende mensen gemiddeld 36,4% versus 7,5% bij mensen met een verstandelijke beperking maar geen DS, en versus 1,8-1,9% in de algemene bevolking. 
Alleen bij mensen met DS waren er aanwijzingen voor een relatie tussen de prevalentie van slechthorendheid en de ernst van de verstandelijke beperking. In bijna de helft van de gevallen was de slechthorendheid tevoren niet bekend. (NVK.nl, 2024)

Slide 17 - Tekstslide

Zorg aanvragen
Film vanaf 12.25 min to 24.05 min

Slide 18 - Tekstslide

2

Slide 19 - Video

12:51
Wat valt jullie op?

Slide 20 - Open vraag

18:15
Welke hulpmiddelen hebben jullie tot nu toe gezien?

Slide 21 - Open vraag

Wat is jullie mening/gevoel bij de moeder van Eva?

Slide 22 - Open vraag

Zorg aanvragen
  • Wet langdurige zorg (wlz)
  • Indicatie nodig van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ)
  • Gemeente (Jeugdwet) en/of zorgverzekeraar (Zvw)
  • Het CIZ bepaalt welk zorgprofiel het beste past bij de zorgvraag van uw kind
  • Extra budget en maatwerk via meerdere trajecten

Slide 23 - Tekstslide

Einde
Vragen?

Slide 24 - Tekstslide