Transfo_Vermogen_herhaling

Wat is het symbool van de eenheid voor stroomsterkte?
A
I
B
A
C
S
D
J
1 / 14
volgende
Slide 1: Quizvraag
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat is het symbool van de eenheid voor stroomsterkte?
A
I
B
A
C
S
D
J

Slide 1 - Quizvraag

Wat is het symbool van de eenheid voor energie?
A
E
B
I
C
J
D
W

Slide 2 - Quizvraag

Bij welke grootheid hoort de eenheid watt?
A
stroomsterkte
B
spanning
C
energie
D
vermogen

Slide 3 - Quizvraag

Wat is het symbool voor stroomsterkte?
A
S
B
J
C
I
D
P

Slide 4 - Quizvraag

100 mA = ? A
A
0,1
B
0,01
C
10
D
100 000

Slide 5 - Quizvraag

1 W = ? J/s
A
10
B
1
C
3 600
D
0,1

Slide 6 - Quizvraag

1 kWh = ? MJ
A
3 600
B
3 600 000
C
0,001
D
3,6

Slide 7 - Quizvraag

Een transformator wordt aangesloten op 230 V wisselspanning. De secundaire spanning is 20 V. Het secundaire aantal windingen is 300. Bereken het primaire aantal windingen.
A
3 450
B
11,5
C
120
D
900

Slide 8 - Quizvraag

Een transformator wordt aangesloten op 120 V wisselspanning. De secundaire spanning is 12 V. Het primaire aantal windingen is 3 000. Bereken het secundaire aantal windingen.
A
30 000
B
3 000
C
30
D
300

Slide 9 - Quizvraag

Een transformator wordt aangesloten op 6 V. Het primaire aantal windingen is 200 en het secundaire aantal windingen is 800. Bereken de secundaire spanning.
A
240
B
24
C
1,5
D
2,4

Slide 10 - Quizvraag

Herschrijf de volgende formule om d uit te rekenen: a/b = c/d

A
d = c b / a
B
d = a c /b
C
d = a b / c
D
d = b / a / c

Slide 11 - Quizvraag

Voor het practicum elektriciteit moet Jan een schakeling bouwen met een batterij van 1,5 V en een lamp. De stroomsterkte in de schakeling is 0,05 mA. Wat is het vermogen van de lamp ?
A
0,075 W
B
0,75 W
C
0,000075 W
D
0,075 mW

Slide 12 - Quizvraag

Door een lamp loopt een stroom van 0,5 A. De lamp gebruikt dan een vermogen van 12 W. Bereken de spanning over de lamp.
A
24 V
B
240 mV
C
6 V
D
6 mV

Slide 13 - Quizvraag

In een onweersbui kan een zeer grote spanning ontstaan. Die bedraagt ongeveer 6MV. Wanneer de bliksem inslaat, loopt er zeer korte tijd een stroom van ongeveer 30 kA. De energie van een bliksemstraal bedraagt ongeveer 2,5 kWh. Bereken hoelang een bliksemstraal ongeveer duurt.
A
0,5 s
B
1 s
C
0,005 s
D
0,00005 s

Slide 14 - Quizvraag