Bk Voedsel les 3

Voedsel

Waarom wordt eten gemaakt in de fabriek? En hoe is de rolverdeling in het maken van eten?

1 / 13

Slide 1: Tekstslide

Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 2 videos.

Lesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bk Voedsel les 3

Voedsel

Waarom wordt eten gemaakt in de fabriek? En hoe is de rolverdeling in het maken van eten?

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

Wie kookt er vanavond? (rolverdeling)
Eten uit de fabriek
De productinformatie op verpakking van voedsel

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

CHICKEN PARMESAN PASTA

voor 4 personen

Ingrediënten

4 kippendijfilets
peper en zout
1 ui
250 gr champignons
3½ el olijfolie
4 knoflooktenen
500 ml kippenbouillon
375 ml kookroom
250 gr grote schelpenpasta
135 gr Parmezaanse kaas

15 gr fijngehakte peterselie

Slide 4 - Tekstslide

BEREIDINGSWIJZE

Breng de kipdijfilets op smaak met peper en zout.
Snipper de ui en snijd de champignons in plakjes.
Verhit 1½ el olijfolie in een kookpan en bak hierin de ui glazig.
Pers de knoflook en voeg samen met de champignons toe en laat nog twee minuten meebakken.
Voeg de kippenbouillon, 250 ml van de kookroom en een snuf peper en zout toe en breng aan de kook.
Voeg de pasta toe en zet het vuur laag. Laat het geheel ongeveer 15 minuten sudderen totdat de pasta beetgaar is. Roer regelmatig om.
Roer de Parmezaanse kaas door de pasta totdat het smelt en haal de pan van het vuur. Houd nog wat kaas over voor de garnering. Als je de saus te dik vindt, kun je wat van het overgebleven kookroom erdoor mengen.
Verhit een eetlepel olijfolie in een koekenpan en bak de kip aan beide kanten ongeveer 2-3 minuten per kant tot ze goudbruin en gaar zijn.
Snijd de kipdijfilets in repen en verdeel over de pasta.
Garneer met de peterselie en extra Parmezaanse kaas.

Slide 5 - Tekstslide

Wie kookt er vanavond?

In de vorige eeuw kostte het veel tijd om voor het eten te zorgen. In Nederlandse gezinnen was er een duidelijke rolverdeling tussen mannen en vrouwen. Mannen werkten buitenshuis. Vrouwen bleven thuis, deden het huishouden en zorgden voor het eten. Dat kostte veel tijd, want voor de boodschappen moesten ze naar verschillende winkels.

De aardappelen moesten worden geschild en de groenten gesneden. Ze kookten op kooktoestellen op olie of gas, en er waren geen magnetrons.

Slide 6 - Tekstslide

Eten bij een feestelijke gelegenheid

Er zijn nog steeds Nederlanders die veel tijd en aandacht besteden aan eten klaarmaken. Dat doen ze bijvoorbeeld om feestdagen te vieren of omdat het bij hun geloof of manier van leven past.

Slide 7 - Tekstslide

Eten uit de fabriek

Een groot deel van ons dagelijks eten is bewerkt voordat het op ons bord ligt. Melk van de koe gaat eerst naar de melkfabriek. Daar worden er allerlei zuivelproducten van gemaakt, zoals halfvolle melk, kaas, boter en yoghurt. Graan wordt verwerkt in brood, koekjes en cake.

Slide 8 - Tekstslide

Heel veel voedselproducten worden in een fabriek bewerkt:

om producten langer houdbaar te maken, kun je conserveermiddelen toevoegen;

om ze lekkerder te maken, kun je smaakstoffen toevoegen;

om ze er mooier uit te laten zien, kun je kleurstoffen toevoegen.

Slide 9 - Tekstslide

Stoffen in een product: Etiket

Dat geeft informatie over de voedingswaarde van het product: het aantal calorieën, eiwitten, koolhydraten en vetten. Op het etiket staat ook welke conserveermiddelen en smaak- en kleurstoffen aan het product zijn toegevoegd. Dit zijn de stoffen met E-nummers. Stoffen met E-nummers zijn bedoeld om voedsel veiliger te maken. Veel van die stoffen komen ook in natuurlijke producten voor.