Rekenen Groep 6
1 / 22
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Zet de eenheden uit het metriek stelsel op volgorde van groot naar klein
km
dam
cm
mm
m
hm
dm
Slide 2 - Sleepvraag
Maak het rijtje compleet van KM tot MM
Slide 3 - Open vraag
Wat is de omtrek?
A
40 cm
B
6 cm
C
4 cm
D
28 cm
Slide 4 - Quizvraag
Een gum is 4 centimeter lang en 3 centimeter breed. Wat is de oppervlakte van de gum
A
12 vierkante centimeter
B
14 centimeter
C
14 vierkante centimeter
D
12 centimeter
Slide 5 - Quizvraag
Sleep de afbeelding naar de bijbehorende oppervlakte.
32 m²
27 m²
14 m²
Slide 6 - Sleepvraag
4 x 6=
2 x 6=
3 x 6 =
5 x 6 =
6 x 6=
7 x 6=
8 x 6=
9 x 6 =
24
18
12
30
36
42
48
54
Slide 7 - Sleepvraag
Sleep de som naar het goede antwoord
4
8
12
16
20
24
28
32
36
40
1 x 4 =
2 x 4 =
3 x 4 =
4 x 4 =
5 x 4 =
6 x 4 =
7 x 4 =
8 x 4 =
9 x 4 =
10 x 4 =
Slide 8 - Sleepvraag
Een jaar heeft ... dagen, .. weken en . kwartalen
Slide 9 - Open vraag
1 liter = ... deciliter, ... centiliter, ... mililiter
Slide 10 - Open vraag
1X9=
2X9=
3X9=
4X9=
5X9=
6X9=
7X9=
8X9=
9X9=
10X9=
90
81
72
63
54
45
27
18
9
36
Slide 11 - Sleepvraag
9 uur
half 1
half 11
half 6
5 uur
Sleep de klokken naar de juiste tijd.
Slide 12 - Sleepvraag
Sleep de maanden in de goede volgorde
1
2
3
4
april
januari
maart
februari
Slide 13 - Sleepvraag
Zet de maanden in de goede volgorde
maand 1
maand 2
maand 3
maand 4
maand 5
maand 6
maand 7
maand 8
maand 9
maand 10
maand 11
maand 12
Slide 14 - Sleepvraag
Koppel de tijd aan de juiste klok...
19:55
14:20
16:40
23:05
10 minuten voor half 3
10 minuten over half 5
5 minuten voor 8 uur
5 minuten over 11 uur
Slide 15 - Sleepvraag
09:00
12:30
22:30
17:30
17:00
Sleep de klokken naar de juiste tijd.
Slide 16 - Sleepvraag
Sleep de juiste (digitale )tijden naar de klokjes.
17:00
1:30
19:00
12:30
Slide 17 - Sleepvraag
15:04
8:21
18:48
Slide 18 - Sleepvraag
Yinthe heeft 5 appels en Lize heeft er 15. Wat is het gemiddelde hiervan?
Slide 19 - Open vraag
Mateo verdient €45, Jochem €48, Tim €51 en Lasse €54. Wat verdienen ze gemiddeld?
Slide 20 - Open vraag
Slide 21 - Tekstslide
1 kilo =
A
100 gr
B
500 gr
C
1000 gr
