M & O H2 Textiel verzorgen dec 22

Textiel verzorgen
Doelen
Na dit hoofdstuk weet je meer over:
  • De functie van textiel
  • Waar textiel van gemaakt is
  • Sorteren van wasgoed
  • Behandeling van wasgoed
  • ergonomisch werken
  • milieu bewust werken
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

Textiel verzorgen
Doelen
Na dit hoofdstuk weet je meer over:
  • De functie van textiel
  • Waar textiel van gemaakt is
  • Sorteren van wasgoed
  • Behandeling van wasgoed
  • ergonomisch werken
  • milieu bewust werken

Slide 1 - Tekstslide

Les 1

Slide 2 - Tekstslide

H 3 Textiel verzorgen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Textiel verzorgen
Textiel= geweven stof

Slide 5 - Tekstslide

Textiel verzorgen
Functies van textiel:
  • beschermen tegen kou, warmte en vocht;
  • uiterlijk aantrekkelijker maken;
  • je onderscheiden (uniform/cultuur);
  • schoonmaken.

Slide 6 - Tekstslide

Textiel verzorgen
Materialen
De basismaterialen waar textiel van gemaakt is zijn grondstoffen.

Twee soorten grondstoffen:
1. Natuurlijke grondstoffen= grondstoffen die in de natuur worden aangetroffen
  • plantaardige grondstoffen
  • dierlijke grondstoffen

2. kunstmatige (=synthetische grondstoffen)= grondstoffen die in een fabriek worden gemaakt
  • half synthetisch
  • synthetisch


Slide 7 - Tekstslide

Natuurlijke grondstoffen
Kunstmatige grondstoffen
viscose
katoen

linnen
wol
polyster
polyamide

Slide 8 - Sleepvraag

0

Slide 9 - Video

Maken
Opdracht 1.1 t/m 1.4

Slide 10 - Tekstslide

de was drogen
  • aan de waslijn
  • condensdrogers: het water uit het wasgoed wordt opgevangen in een waterreservoir.
  • blowers of luchtafvoerdrogers: de waterdamp via een slang naar buiten laten gaan. 

voordeel: snel/ als je weinig ruimte hebt
nadeel: duur, wasgoed slijt meer, gebruikt veel energie

Slide 11 - Tekstslide

Textiel verzorgen
Etiketten
Twee soorten etiketten:
  1. samenstellingsetiket                                        2. was/behandelingsetiket

Slide 12 - Tekstslide

Textiel verzorgen
etiketten

samenstellingsetiket=
Je kunt lezen uit welke vezels of gronstoffen het  textielproduct gemaakt is.

Behandelingsetiket=
Geeft aan hoe een textielproduct tijdens wassen, strijken, drogen  en reinigen moet worden behandeld.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Textiel verzorgen
Was sorteren
Lees het etiket met de wassymbolen.
Houdt rekening met:
  • kleur
  • grondstof (katoen, wol)
  • vuilheid
  • kleurechtheid (sommige kleuren geven af)
  • nieuwigheid van het wasgoed

Slide 15 - Tekstslide

Textiel verzorgen
Symbolen

Slide 16 - Tekstslide


A
strijken
B
niet bleken
C
drogen
D
niet wassen

Slide 17 - Quizvraag


A
Drogen tot een temperatuur van 40 graden
B
Wassen hoger dan een temperatuur van 40 graden
C
Wassen tot een temperatuur van 40 graden
D
Strijken tot een temperatuur van 40 graden

Slide 18 - Quizvraag


A
Niet chemisch reinigen
B
trommeldrogen
C
lauw strijken
D
anti kreuk programma

Slide 19 - Quizvraag


A
Niet in trommeldroger
B
drogen in droogtrommel op licht programma
C
Niet wassen
D
normaal drogen in droogtrommel

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Video

Maken opdracht 1.5 t/m 1.8

Een collage maken






5 kledingstukken uit een tijdschrift knippen per stapel

Slide 22 - Tekstslide

Les 2

Slide 23 - Tekstslide

Textiel verzorgen
Het wasproces

Bewaar op een droge plaats
Bewaar zo kort mogelijk.

Bewaar op een koele plaats.

Slide 24 - Tekstslide

Textiel verzorgen
Was sorteren
Denk aan: 
  • maak alle zakken leeg;
  • vlekken verwijderen of voorbehandelen;
  • keer kelding binnenstebuiten, vooral broeken, truien en t-shirts met opdruk;
  • doe ritsen en drukknopen dicht en knoop touwtjes samen, zo voorkom je schade aan de machine en rest van het wasgoed;
  • Kleding met haakjes, klittenband of beugel bh in een waszakje

Slide 25 - Tekstslide

Textiel verzorgen
De handwas
Sommige kledingstukken kun je beter met de hand wassen.
  • bak met lauwwarm water;
  • los wasmiddel op;
  • dompel het kledingstuk in het sop;
  • houdt het wasgoed voortdurende in beweging;
  • knijp in de kleding, niet wringen of wrijven,
  • spoel de kelding goed uit.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Textiel verzorgen
De wasmachine

hoofdwas
voorwas
wasverzachter

Slide 28 - Tekstslide

Textiel verzorgen
De wasmiddel
  • licht bonte was= was met licht kleuren
  • donker bonte was= was met donkere kleuren
  • witte was= witte kleuren
  • wolwas en fijne was= speciaal wasmiddel (kwetsbare was)

Slide 29 - Tekstslide

Te veel was in de wasmachine
Te weinig was in de wasmachine
In beide gevallen
Verspilling van water en elektriciteit 
De was wordt niet goed schoon
Te veel schuim, waardoor je was gaat zweven
Wasmiddel blijft in de kleding zitten
Te weinig beweging in de trommel

Slide 30 - Sleepvraag

Wat moet er de eigenaar van de
wasmachine doen?

Slide 31 - Open vraag

Wat is centrifugeren???

Slide 32 - Open vraag

condensdroger
luchtafvoerdroger

Slide 33 - Tekstslide

Maken opdracht 1.9 t/m 1.12

Slide 34 - Tekstslide

Les 3

Slide 35 - Tekstslide

Textiel verzorgen
Strijken en vouwen

  • Door te strijken worden vouwen en kreukels
      in  textiel verwijderd. 
  • Door de hitte worden ook bacteriën gedood.
  • Het etiket geeft aan hoe heet je mag strijken.


      Video 2.23 blz. 205                            

Slide 36 - Tekstslide

waarom strijken?
  • Om de kreukels er uit te krijgen zodat het glad is 
  • Om het textiel te ontsmetten ( bij ziekte en bij eerstehulpverlening) 
Wel of niet strijken?
  • Vouwgoed niet: Badhanddoeken, sokken en ondergoed 
  • Strijkgoed wel: Een blouse of shirt dat netjes glad moet zijn






Slide 37 - Tekstslide

Wat is de beste volgorde om te strijken
A
Van donker naar licht
B
Van heet naar lauw
C
Van lauw naar heet
D
Van licht naar donker

Slide 38 - Quizvraag

Slide 39 - Video

Welke soorten textiel strijk je ?

Slide 40 - Open vraag

Waar begin je mee als je gaat strijken?
A
het pakken van de strijkplank
B
of je het textiel wel gestreken mag worden
C
het pakken van het strijkijzer
D
het maakt niet uit waar je mee begint

Slide 41 - Quizvraag

stoomstrijkijzer
strijkmachine

Slide 42 - Tekstslide

Welk woord past het
beste bij het plaatje?
A
Robotica
B
E-health
C
Ergonomie
D
Domotica

Slide 43 - Quizvraag

Textiel verzorgen
Ergonomie
  • Zet de wasmand op een fijne werkhoogte. 
  • Zet de wasmand vlakbij de machine en ga op de knieën zitten. 
  • Stel de strijkplank op de juiste hoogte in. 
  • Berg niet te hoog op.  


Slide 44 - Tekstslide

als je op je ergonomie let bij het strijken, dan let je op...
A
de stand van het strijkijzer
B
de hoogte van de strijkplank
C
het behandelingsetiket van het wasgoed
D
dat je je niet verbrand aan het strijkijzer

Slide 45 - Quizvraag

knoop aanzetten

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Video

Hieronder staan zes stappen die je moet doorlopen om een knoop vast te zetten.
Zet de stappen in de juiste volgorde door de nummers naar de juiste zin te slepen.

Draai een paar keer met naald en draad tussen de knoop en de stof heen.
Pak de knoop en zet hem op de plek waar hij moet komen.
Steek de naald in het gaatje waar de draad zat en trek hem naar boven, haal de naald door de knoop.
Maak de onderkant vast met het draad en maak er een knoopje in.
Steek de draad door de naald en maak een knoopje onderaan het draad.
Trek de naald naar onderen, door het gaatje waar de draad zat. Steek de draad een paar keer door de stof en de knoop.
1
2
3
4
5
6

Slide 48 - Sleepvraag

Afmaken opdrachten
toetsen strijken
knoop aanzetten.

Slide 49 - Tekstslide