In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Welkom!
1. Kom rustig binnen
2. Ga zitten op je plek (volgens de vaste plattegrond mits die er is)
3. Pak je spullen: boeken, schrijfspullen en een laptop
4. Wacht rustig tot de les begint...
Slide 1 - Tekstslide
(soorten) Grondstoffen / Energiebronnen
Slide 2 - Woordweb
Leerdoelen H4 P2:
Je kunt de oorzaken van ondervoeding en hongersnood in de wereld beschrijven.
Je kunt oplossingen voor ondervoeding en hongersnood beschrijven.
Je kunt uitleggen waarom er steeds meer overgewicht voorkomt in de wereld.
Slide 3 - Tekstslide
Ondervoeding in de wereld (2019-2021).
(De oppervlakte land die nodig is voor de productie van 100 gram eiwit.)
Slide 4 - Tekstslide
Voedselproductie
Er wordt genoeg voedsel geproduceerd voor iedereen op aarde. Toch is er veel honger: ongeveer 10% van de wereldbevolking lijdt aan ondervoeding.
Dat betekent dat iemand in een jaar tijd onvoldoende voedingsstoffen binnenkrijgt
Het gevolg van ondervoeding is dat het lichaam minder energie krijgt en slechter gaat functioneren.
Slide 5 - Tekstslide
Hongersnood
Een extreme vorm van ondervoeding is hongersnood. Dan is er zo weinig voedsel in een gebied dat veel mensen sterven.
Een van de oorzaken van ondervoeding en hongersnood is voedselschaarste.
Bij voedselschaarste is er te weinig voedsel beschikbaar in een gebied. Voedselschaarste heeft meerdere oorzaken.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
(Mogelijke) oorzaken hongersnood:
Conflicten en oorlogen. Door conflicten en oorlogen moeten mensen vluchten. Als ze eigen grond en vee hadden, moeten ze die achterlaten. Daarmee laten ze ook hun voedsel achter.
Meer commerciële landbouw. Veel boeren stappen over van voedselgewassen op gewassen waaraan ze meer kunnen verdienen, zoals suikerriet (biobrandstof), koffie, soja (veevoer) of palmolie. Hierdoor wordt er minder voedsel geproduceerd voor de lokale bevolking.
Klimaatverandering. Hierdoor komen overstromingen of juist droogte vaker voor. Te veel of te weinig water kan akkers onbruikbaar maken en oogsten verwoesten. Ook kan vee omkomen.
Slide 8 - Tekstslide
Maakwerk en huiswerk
Je gaat nu maken:
Opgave 1 tm 5 van H4 P5
Hoe? Dit doe je in je boek. Laptop alleen in overleg.
Atlas nodig? Vraag naar deze!
Klaar?
Maak in de afsluiting opdracht 1 tm 6.
(Blz 167 - 169)
Slide 9 - Tekstslide
Leerdoelen H4 P2:
Je kunt de oorzaken van ondervoeding en hongersnood in de wereld beschrijven.
Je kunt oplossingen voor ondervoeding en hongersnood beschrijven.
Je kunt uitleggen waarom er steeds meer overgewicht voorkomt in de wereld.
Slide 10 - Tekstslide
Voedselverspilling
Ondervoeding en hongersnood hebben vooral met een oneerlijke verdeling te maken.
Er is wereldwijd voldoende voedsel, maar dat voedsel komt niet bij iedereen terecht.
Er zijn verschillende oplossingen om ondervoeding en hongersnood aan te pakken.
Slide 11 - Tekstslide
Oplossingen voedselschaarste:
Armoede bestrijden. Als de welvaart toeneemt, hebben mensen meer geld voor voedsel.
Voedselproductie verhogen. Overheden en hulporganisaties kunnen boeren in de (semi)periferie helpen om de voedselproductie te verhogen. Het helpt ook als boeren minder gewassen voor de export en juist meer voor de lokale markt verbouwen.
Overstappen op ander dieet. Voor de productie van vlees en zuivel is veel landbouwgrond nodig. Voor een vegetarisch dieet is minder landbouwgrond nodig.
Voedselverspilling tegengaan. Wereldwijd gaat een derde van het geproduceerde voedsel verloren.
Slide 12 - Tekstslide
Overgewicht
In veel landen is niet ondervoeding, maar juist overgewicht een probleem.
Door overgewicht neemt de kans op hart- en vaatziekten, diabetes (‘suikerziekte’), bepaalde soorten kanker en rug- en gewrichtsklachten toe.
Overgewicht is ook in semiperifere landen een probleem.
Slide 13 - Tekstslide
Oorzaken overgewicht:
Een verbeterde economisch situatie: mensen hebben steeds meer geld en kopen meer voedsel.
Minder beweging: een steeds groter deel van de beroepsbevolking heeft zittend werk in fabrieken of op kantoren. Ook gebruiken mensen vaker vervoersmiddelen in plaats van dat ze lopen.
Veranderende eetpatronen: steeds meer mensen trekken van het platteland naar de stad. Hierdoor verandert hun eetpatroon. Vaak gaan mensen minder traditionele gerechten vol vezels en vitamines eten. In plaats daarvan eten en drinken ze meer vetrijke en suikerrijke voedingsmiddelen.