LB3B - Comparisons part II

Welcome
Monday, the nineteenth of September
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welcome
Monday, the nineteenth of September

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Today

  • Lesson aims
  • Grammar - vergelijkingen
  • Work on lesson 1.5 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesson aims
Aan het einde van de les ...

- kun je dingen met elkaar vergelijken in het Engels.
- heb je gewerkt aan lesson 1.5.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammar - vergelijkingen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trappen van vergelijking

Slide 5 - Tekstslide

Vergrotende trap = comparative
Overtreffende trap = superlative
Vergrotende + overtreffende trap
klein - kleiner - kleinst


groot - groter - grootst

Slide 6 - Tekstslide

Vergrotende trap = comparative
Overtreffende trap = superlative
Lettergrepen

Lettergrepen zijn belangrijk als we het hebben over de trappen van vergelijking.

Wat zijn lettergrepen?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel lettergrepen heeft het woord:
'blue'
A
1
B
2
C
3

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

How many syllables:
'intelligent'
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

How many syllables:
'popular'
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vergelijkingen
Woorden van 1 lettergreep:
- Comparative: -er
- Superlative: -est
old
older
the oldest

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergelijkingen
Woorden van 3 lettergrepen of meer:
- Comparative: more 
- Superlative: most
expensive
more expensive
the most expensive

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitzonderingen 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer het woord eindigt op:
-e? → alleen -r of -st
 close-closer-closest
korte klinker? → verdubbelt medeklinker
 big-bigger-biggest
medeklinker + -y? → -ier of -iest
 dry-drier-driest

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let op woorden die eindigen op een medeklinker + Y! 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let op! 

Onregelmatige woorden:

good - better - best

bad - worse - worst

little - less - least

far - further - furthest






Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergrotende trap:


Vaak wordt het woord gevolgd door THAN

Frank is taller than Rob.

The boys are faster than us.


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergrotende trap:


Vaak wordt het woord gevolgd door THAN

Frank is taller than Rob.

The boys are faster than us.


Overtreffende trap:


Vaak komt er voor het woord THE te staan

Rob is the tallest boy I know.

That is the fastest car ever.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Your choice!
1. Gezamenlijk door de oefeningen heen met extra uitleg 

2. Zelfstandig door de LessonUp en oefeningen maken.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Your choice! #2
In stilte (of fluisterend) door de LessonUp les heen.
Maak de opdrachten die je tegenkomt.
Klaar? Ga aan de slag in All Right!

Hoe kom je in de LessonUp les?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LessonUp 
1. Go to: LessonUp.app

2. Klik op INLOGGEN




timer
1:00

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

more intelligent
least
happier
safest
smaller
Vergrotende trap
Overtreffende trap

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

This car is ___ than my brother's car.
A
safe
B
safer
C
safest
D
most safe

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

It is _____ than ever to find good football players.
A
more difficult
B
difficulter
C
most difficult
D
difficultest

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Freddie Mercury was the ___ singer ever .
A
great
B
greater
C
greatest
D
most great

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The weather today is even ___
than yesterday.
A
badder
B
baddest
C
worse
D
worst

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Quiz
Vul alleen het woord/ de woorden in die op de lijntjes moeten komen te staan. 
Let even op de woorden 'the' of 'than' die je een hint geven of het een vergrotende of overtreffende trap moet worden. 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

My house is (big)
...
than yours.

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

This is the (interesting) ....
book I have ever read.

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

A holiday by the sea is ... (good)
than a holiday in the mountains.

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

This is the ... (difficult)
exercise on the worksheet.

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

This magazine is ... (cheap) than that one.

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

My friend is ____ (fat) than my brother.

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

This is the ____ (terrifying) film I've seen.

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik snap de trappen van vergelijking in het Engels:
😒🙁😐🙂😃

Slide 36 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

All Right! Lesson 1.5
Do: exercise 1 t/m 11

Done? Lesson 1.6 - exercise 2 + 3 + 4a + 5


Tijd: __________

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies