Spijsvertering (9.2)

                                   Spijsvertering
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
uiterlijke verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

                                   Spijsvertering

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet jij al over spijsvertering?

Slide 2 - Open vraag

Spijsvertering zorgt ervoor dat de stofwisseling zijn werk kan doen. Verteert voeding. Daardoor kunnen nuttige stoffen opgenomen worden door de het stofwisselingsstelsel.
Hoelang duurt het voordat wat je hebt gegeten als ontlasting je lichaam verlaat?

Slide 3 - Open vraag

2. Het hele proces van spijsvertering duurt 24 tot 48 uur
Waar gaan we het over hebben...
  1. Over welke organen deel uitmaken van het spijsverteringskanaal.
  2. Hoe de wand van het spijsverteringskanaal is opgebouwd.
  3. Douw en functie van de mond, de keelholte, de slokdarm, de maag, de dunne darm en de dikke darm beschrijven.
  4. De functies van de alvleesklier, de lever en de galblaas.
  5. Hoe de ligging is van de spijsverteringsorganen ten opzichte van het buikvlies. 




Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de goede woorden naar het goede deel van het spijsverteringskanaal. 
maag
dikke darm
mond
slokdarm
dunne darm

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is spijsvertering?
  • De weg die de voedingstoffen leggen om in het bloed terecht te komen
  • Spijs = voedsel
  •  Spijsvertering = voedsel vertering in het lichaam
  •  Spijsverteringskanaal; Mond, keelholte, slokdarm, maag, lever, alvleesklier, galblaas, dunne darm en dikke darm

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. slijmvlies van epitheelweefsel. met slijmproducerende cellen.
2. circulair verlopend glad spierweefsel. (onwillekeurig)
3. glad spierweefsel in lengte richting.
4. bindweefsel
(om de mondholte en keelholtewand zitten botten en spieren)
Wand spijsverteringskanaal 
4 lagen van binnen naar buiten.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de functies van het spijsverteringsstelse?

Slide 9 - Open vraag

3. Functies Spijsvertering
• Opname van voedsel
• Mechanische verkleining van de voedselbrokken (kauwen en kneden)
• Chemische verkleining onder invloed van enzymen (vertering)
• Transport van de voedselbrij door het spijsverteringskanaal (slikken en peristaltiek)
• Kneden en mengen van het voedsel (peristaltiek)
• Overdracht van de voedingsstoffen aan het bloed (resorptie)
• Uitscheiden van afvalstoffen door de lever en in de darm
• Afgeven van niet verteerde resten (ontlasting en urine)

Functies spijsvertering
  • Voedsel opnemen (via de mond)
  • Voedsel fijnmaken (kauwen)
  • Voedsel vervoeren (door spierbewegingen)
  • Voedsel afbreken en verteren (door verteringssappen en spierbewegingen)
  • Voedingsstoffen voor de lichaamscellen afgeven aan het bloed ( via wand dunne darm)
  • Onverteerbare voedselbestanddelen afvoeren (anus)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de goede volgorde van de spijsvertering?
A
slokdarm, maag, dikke darm, dunne darm
B
mondholte, slokdarm, dunne darm, maag
C
mondholte, slokdarm, maag, dunne darm
D
dikke darm, dunne darm, maag, mondholte

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Mondholte

  • Gebit: kwadranten
  • Speekselklieren: 3 grote klieren. Enzym: amylase
  • Tong

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gebit
Hakt voedsel in kleine stukken en vermaalt het.

Snijtanden: 
snijden of bijten voedsel.
Hoektand: 
houden voedsel vast.
Kiezen: 
vermalen 

Slide 14 - Tekstslide

Gebit, snijden, bijten, vasthouden en vermalen
Speeksel
  • Helpt bij het afbreken van voedsel.
  • Speeksel bevat enzymen.
  • Een enzym is een stof die de spijsvertering versnelt.
  • Het lijkt op kleine scharen die je voeding versnipperen tot voedingsstof.
  • In speeksel zit Amylase dit zorgt voor afbreken koolhydraten tot voedingsstof glucose. 
  • Zo loopt de vertering sneller. (Katalyseren)

Slide 15 - Tekstslide

speeksel bevat enzymen (amylasen) die de spijsvertering versnellen. Maakt voedsel steeds kleiner. Dit proces het kataliseren.
Tong verplaatst voedsel, mengen met speeksel, proeven en slikken

Tong
Verplaatsen van voedsel.

En zorgt er voor dat het goed mengt met speeksel

Smaken.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Keelholte-slikreflex

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slokdarm-oesagus
  • Gespierde buis van 30 cm
  • Heeft 3 vernauwingen
  • Wand beschermt tegen scherp en zuur voedsel
  • Alleen uitscheiding van slijm
  • Enige functie: Vervoer van voedsel van mond naar maag
  • Door peristaltiek

Slide 18 - Tekstslide

De eerste, de bovenste slokdarmsluitspier, ligt op 15 centimeter van de tandenrij. De tweede en derde vernauwingen bevinden zich ter hoogte van respectievelijk de linker bronchustak en de aorta. Vloeistof binnen 7 sec in de maag. Vaste stoffen iets langer
Welk orgaan heeft nog meer peristaltiek?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maag-gaster
  • Elastische gespierde zak
  • Kan uitzetten en krimpen
  • Bewaren voedsel totdat het naar de darmen kan

Functies:
  • Verder kneden en fijnmaken van voedsel
  • Afbreken van eiwitten 
  • Doden van bacteriën

Slide 20 - Tekstslide

maagzuur bevat zoutzuur. De zuurgraad hiervan is zo hoog dat het bacteriën dood. Slijmvlies beschermd de maag zelf. Enzymen beginnen met de vertering/afbraak van eiwitten. 
Maagsappen
2,5 tot 3 liter per dag
Maagsap bestaat uit:
  • Zoutzuur: zuur van een ph van 1,5. Bacteriën kunnen niet overleven.
  • water: oplosmiddel en verdunning
  • Enzymen (protease): eiwitvertering

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dunne darm

Dunne darm:
  • Kan tot wel 5 tot 6 meter lang zijn
  • Bestaat uit darmvlokken aan de binnenzijde (geplooid slijmvlies) vindt resorptie plaats
  • In elke darmvlok zit een bloedvat (haarvat) deze nemen de voedingsstoffen op
  • De voedingsstoffen gaan via het bloed en lymfe. Dit noemen ze resorptie


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Dikke darm

Dikke darm:
  • Ongeveer 1,5 meter lang
  • Bestaat uit blinde darm, dikke darm, endeldarm
  • Veel bacteriën (Darmflora) -> belangrijk bij afbreekproces schadelijke bacteriën
  • Laatste voedingsstoffen worden opgenomen
  • Er wordt veel vocht onttrokken, dus de voedselbrij wordt dikker
  • Er wordt slijm toegevoegd
  • Overgebleven voedselbrij wordt naar de endeldarm vervoerd (met aan het einde de anus)

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lever
  • Hoort niet bij het spijsverteringskanaal !
  • Heeft wel een belangrijke rol bij de spijsvertering, dus hoort wel bij het spijsverteringsstelsel
  • Bestaat uit 1 rechterkwab en 1 linkerkwab, allemaal kleine leverkwabjes met daarin levercellen
  • Functioneert als een chemische fabriek
  • Neemt voedingsstoffen uit het bloed op, geven stoffen af
  • Opslagplaats voor energie, vitaminen, vetten, eiwitten en metalen.
  • Geeft suiker af aan het bloed als het lichaam het nodig heeft
  • Vormt gal. Galvloeistof helpt bij het oplossen van vetten. Gal wordt in de galblaas opgeslagen.
  • Zet eiwitten om in bruikbare eiwitten voor afweer van het lichaam en bloedstolling
  • Maakt giftige stoffen onschadelijk. Zet schadelijke stoffen om in minder schadelijke stoffen. (medicijnen, alcohol, drugs)

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alvleesklier
  • Hoort ook niet bij het spijsverteringskanaal!
  • Scheidt alvleeskliersap af om eiwitten, vetten en zetmeel te verteren & schakelt zuur van de maag uit
  • Scheidt hormonen insuline en glucagon af. Regelen bloedsuikerspiegel in lichaam.

Slide 26 - Tekstslide

Alvleessap wordt afgegeven aan de twaalfvingerige darm. 
Dit deel verbindt de mond met de slokdarm
Hierin wordt voedsel dat via de slokdarm uit de mond komt verder gekneed en fijn gemaakt
Dit deel is vele meters lang
Dit deel vervoert voedsel verder het spijsverteringskanaal in
Klieren in de wand vormen slijmstoffen en glijstoffen
Met dit deel kun je genieten van je eten

Keelholte

Maag

Dunne darm

Slokdarm

Dikke darm

Mondholte

Slide 27 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Betekenis van spijsvertering:






A
Stollingsproces van een wond.
B
Het maken van voedsel met de medicatie er bij in verwerkt.
C
Het losmaken, opnemen en omzetten van voedingsstoffen in energie en bouwstenen voor het lichaam.

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar start de spijsvertering?
A
Mond
B
Maag
C
Dunne darm
D
Dikke darm

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

timer
4:00
voedsel verteren, bacterien doden
water uit voedsel halen
levert gal dat helpt bij vertering van vetten
enzymen helpen spijsvertering en zorgt dat voedingsstoffen in bloedbaan komen
produceert enzymen die grote moleculen helpen afbreken in dunne darm
opslag van gal voor vertering in dunne darm
maag
lever
dunne
darm
galblaas
dikke 
darm
alvleesklier

Slide 30 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de goede volgorde van de spijsvertering?
A
slokdarm, maag, dikke darm, dunne darm
B
mondholte, slokdarm, dunne darm, maag
C
mondholte, slokdarm, maag, dunne darm
D
dikke darm, dunne darm, maag, mondholte

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het nut van vezels voor de spijsvertering?


A
Ze schuren de darmwand aan de binnenkant, zodat deze vrij van ‘aangekoekte’ voedselresten blijft.
B
Ze zorgen voor een goede darmwerking en voor ontlasting die zacht en soepel is.
C
Beide antwoorden zijn juist.

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort niet bij de spijsvertering?
A
mond
B
hart
C
darm
D
maag

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar eindigt de spijsvertering?
A
Anus
B
Nieren
C
Lever
D
Darm

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Spijsvertering is:
A
Elke maaltijd eten volgens de schijf van vijf
B
het proces waarbij voedsel door het lichaam wordt verwerkt.
C
Eten om de nodige voedingsstoffen binnen te krijgen

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van de tong bij de spijsvertering?
A
Sappen aan voeding toevoegen
B
Ondersteunen bij het slikken van voeding
C
Ondersteunen bij het klein maken van voeding
D
Voeding de slokdarm ''induwen''

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doet de maag aan de spijsvertering ?
A
voedsel kneden en mengen met maagsap
B
niets
C
glucagon toevoegen
D
indikken voedsel

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zet de onderdelen van de spijsvertering in de goed volgorde.
timer
1:00
mond
slokdarm
maag
12-vingerige darm
dunne darm
dikke darm
endeldarm
anus

Slide 38 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat wil je graag behandeld bij de volgende les spijsvertering

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik kan vanavond aan tafel uitleggen hoe de spijsvertering werkt
Nee, totaal niet, geen idee waar je het over hebt
Nou, alleen wat er in mijn mond gebeurt en verder niets
Ik denk dat ik ongeveer wel kan uitleggen hoe het werkt
Ik denk dat ik goed kan uitleggen wat er in mijn lichaam tijdens de spijsvertering gebeurt

Slide 40 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Check- out

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Bedankt!

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies