§5.3 Snelle economische veranderingen deel 2

§5.3 Snelle economische veranderingen deel 1
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

§5.3 Snelle economische veranderingen deel 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
  • Mededelingen
  • Terugblik paragraaf §5.3
  • Basisboeknummers
  • Heb je alles begrepen?
  • Oefenvragen voor de toets
  • Einde

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 5.3
1. Je kan beschrijven hoe de economie van Indonesië eruit ziet.
2. Je weet hoe de beroepsbevolking verdeeld is.


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zie je hier?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontbossing Indonesië

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken ontbossing

- Landbouw
- Bevolkingsgroei
- Industrie

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

B196  Arbeidsintensief en kapitaalintensief
De productiemiddelen arbeid en kapitaal kan een bedrijf op verschillende manieren inzetten.

• Arbeidsintensief of arbeidsextensief
• Kapitaalintensief met kapitaalgoederen 
>machines, installaties, gebouwen
 Mechanisatie: vervangen spierkracht (mens of dier)  door machines.
 Automatisering: vervangen denkwerk door computers  en computerprogramma’s.




Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De primaire sector in Indonesië
Grootste deel primaire sector: landbouw 

• Java: veel rijstbouw
 > tropisch klimaat
 > vruchtbare bodem door veel vulkaanuitbarstingen
 > sawa’s voor irrigatie
> modernisering landbouw: meer machines, minder werk

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom hebben ze de sawa’s op berghellingen aangelegd?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De primaire sector in Indonesië
 > monocultuur: het verbouw van één product
 - koffiestruiken
- cacaobomen
- oliepalmen
> export: voor naar het buitenland

 Arbeidsextensief: weinig werk voor mensen.
>hoge opbrengst door machines,  meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De secundaire sector: Industrië

   De industrie (secundaire sector) is sterk gegroeid.
> assemblage (het in elkaar zetten van een product)
>  arbeidsintensief en ongeschoold werk

• Lage loonkosten: aantrekkelijk voor buitenlandse bedrijven 
> kleding, schoenen, speelgoed 
> sweatshops

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tertiaire sector: Informele sector
De meeste mensen werken in de
tertaire sector.
Toch zijn er soms te weinig banen
Daardoor gaan mensen zelf
baantjes doen zoals
straatverkoper of schoenpoetser

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een bedrijf met veel machines is:
A
Arbeidsintensief
B
Kapitaalintensief

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is waar?
A
Als iets kapitaalintensief is, is het arbeidsextensief.
B
Als iets kapitaalextensief is, is het arbeidsextensief.
C
Als iets kapitaalintensief is, is het arbeidsintensief.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe produceert een timmerman?
A
arbeidsintensief
B
kapitaalintensief

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mechanisatie hoort bij..
A
Arbeidsintensief
B
Kapitaalintensief
C
Arbeidsextensief
D
Kapitaalextensief

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een bedrijf met veel machines is:
A
Arbeidsintensief
B
Kapitaalintensief

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een akker met natte rijstbouw =
A
oerwoud
B
sawa
C
terrassen
D
irrigatie

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent assemblage?
A
Het bouwen van een product.
B
Het in elkaar zetten van een product.
C
Grondstoffen delven.
D
Producten verkopen.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oefenvragen voor de toets

R


2p
Wat is het verschil tussen intensieve arbeid en extensieve arbeid?

T1


3p
Welke drie sectoren zijn er?
Geef per sector ook een voorbeeld.

T2


3p
Waarom is het gevaarlijk voor een land wanneer de beroepsbevolking daalt en de vergrijzing toeneemt? Wat voor effect heeft dit op de economie van een land?

I


2p
Waarom zullen bedrijven uit Engeland eerder naar India verhuizen en niet naar Indonesie?
timer
7:00

Slide 20 - Tekstslide

Houdt PTD aan

Exit Ticket
Hoe goed heb je de les begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Deze slide heeft geen instructies