onvoltooid deelwoord + voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt

Onvoltooid deelwoord 
&
voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt. 
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Onvoltooid deelwoord 
&
voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt. 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het einde van de les weet je wat een onvoltooid deelwoord is en kun je dit correct schrijven. 

Aan het einde van de les kun je een voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruiken. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het onvoltooid deelwoord

Een onvoltooid deelwoord geeft aan dat iemand iets doet, terwijl hij tegelijkertijd nog iets anders aan het doen is. 

Het is dus nog niet voltooid:


Rillend
stond ik op de schaatsbaan.

Lachend zwaaide ik naar mijn vriend.

Zittend keken we naar de optocht.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het onvoltooid deelwoord

- maak je door achter het hele werkwoord een -d te zetten.


lachend

fluitend

lopend

knippend


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noteer het voltooid deelwoord van:

vullen

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer het onvoltooid deelwoord van:

vullen

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer het voltooid deelwoord van:

zagen

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer het onvoltooid deelwoord van:

zagen

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer het voltooid deelwoord van:

pakken

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer het onvoltooid deelwoord van:

pakken

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer het voltooid deelwoord van:

zitten

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer het onvoltooid deelwoord van:

zitten

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer het voltooid deelwoord van:

winnen

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer het onvoltooid deelwoord van:

winnen

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag 
Maak opdracht 1 'onvoltooide tijd'

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

Slide 16 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in.


Wij hebben de wedstrijd gewonnen.
De  ..... wedstrijd.

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in.


Mats heeft het cadeau ingepakt.
Het  ... cadeau.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in.



De ... (vebreden) weg.

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in.



De ... (verbranden) hand.

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in:

De ... (maken) afspraak.

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in.

Het ... (bezetten) kasteel werd door het leger ontruimd.

Slide 25 - Open vraag

bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord (bijvoeglijk naamwoord)
Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in.

Ik hoef die ... (bespuiten) groente niet.

Slide 26 - Open vraag

Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord (bijvoeglijk naamwoord)


Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in:

Het ... (bevriezen) water.

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in:
De ... (vinden) voorwerpen worden bewaard bij de balie.

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in:

De ... (jatten) wapens werden door de politie onderschept.

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag 
Maak opdracht 2 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende les
Gaan we het hebben over hoofdletters en leestekens 

Huiswerk: 
Lees dus: blz. 15 + 16 + 22 + 23 
Maak opdracht 1 + 2 af. 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies