In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Leren Leren - Hoe leer je woordjes
uitleggen hoe je woordjes kunt leren;
op verschillende manieren woordjes leren;
woordjes onthouden.
Na deze les kun je:
Slide 1 - Tekstslide
Hoe leer jij woordjes?
Ik dek de woordjes af.
Ik schrijf alle woordjes op.
Ik leer met een website.
Ik zeg de woordjes hardop.
Ik hang de woordjes overal in huis op.
Andere manier
Slide 2 - Poll
Wanneer begin jij met het woordjes leren voor de toets?
De ochtend van de toets.
De avond voor de toets.
2 dagen voor de toets.
3 tot 6 dagen voor de toets.
Ongeveer een week voor de toets.
Ik begin eerder
Slide 3 - Poll
lereniseenmakkie.nl
Slide 4 - Link
Slide 5 - Video
Stap 1: Wat?
Wat moet je leren? Hoeveel is het? Moet het één of twee kanten op? => antwoord in de volgende slide
Slide 6 - Tekstslide
Wat moet je leren? Hoeveel is het? Moet het één of twee kanten op?
Slide 7 - Open vraag
Stap 2: Hoe?
probeer een methode uit die je nog niet hebt gebruikt
flitskaartjes / woordentekening / woordcategorieën / online oefenen, bijv. quizlet of LA: drillster / ezelsbruggetjes bedenken / verhaal maken / flapmethode + noteren wat je niet weet
Slide 8 - Tekstslide
Welke manier kies jij voor nu?
flitskaarten maken
woordentekening maken
groepen maken
flapmethode
online oefenen
ezelsbruggetjes bedenken
verhaal maken
Slide 9 - Poll
Stap 3: Maak een planning
Bekijk hoeveel woorden je moet leren
Deel de woordjes op in stukjes van 7. Je werkgeheugen kan namelijk 7 nieuwe woordjes per keer onthouden.
Je zult dus heel veel dagen voor een toets moeten beginnen met leren
normaal maak je je planning op basis van hoeveel woordjes je moet leren en bepaal je hoeveel je op welke dag gaat leren en herhalen
Slide 10 - Tekstslide
Stap 3: Maak een planning
Herhaal de eerste 7 woordjes een aantal keer.
Een dag later leer je 7 nieuwe woordjes én herhaal je de woordjes van de vorige ke(e)r(en).
normaal maak je je planning op basis van hoeveel woordjes je moet leren en bepaal je hoeveel je op welke dag gaat leren en herhalen
Slide 11 - Tekstslide
Stap 4: Herhaal
Zorg ervoor dat je ook steeds oude woordjes herhaalt.
Slide 12 - Tekstslide
Stap 5: Controleer
Je kunt je laten overhoren.
Let op: - Geef goed aan tot hoe ver je hebt kunnen leren in de 10 min en welke kant je het op hebt moeten leren - Voor degene die overhoort: vraag de woordjes door elkaar en niet op volgorde. Help niet door voor te zeggen maar geef hints. Houd bij wat er nog fout gaat.
Slide 13 - Tekstslide
Stap 6: Kijk terug
Kon je inderdaad in 10 minuten leren wat je dacht?
Werkte de gekozen methode voor jou? Waarom wel/niet?
Welke methode wil je de volgende keer graag uitproberen?
Slide 14 - Tekstslide
Welke methode wil je een volgende keer thuis uitproberen?