2122 Overzicht H4 Pluriforme Samenleving

H4 Pluriforme Samenleving
4.1  identiteit / dominante- / sub- / tegencultuur
4.2 socialisatie (instituties, controle) en individualisering
4.3 push- en pullfactoren 
4.4 samenlevingsvormen
4.5 tolerantie / discriminatie / vooroordeel
4.6 toelatingsbeleid / vluchteling / asielzoeker
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H4 Pluriforme Samenleving
4.1  identiteit / dominante- / sub- / tegencultuur
4.2 socialisatie (instituties, controle) en individualisering
4.3 push- en pullfactoren 
4.4 samenlevingsvormen
4.5 tolerantie / discriminatie / vooroordeel
4.6 toelatingsbeleid / vluchteling / asielzoeker

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.1 Identiteit



  • Sociale identiteit (groepsidentiteit)
  • Persoonlijke identiteit (wie ben ik?)
  • Vaststaand vs. dynamisch (= veranderlijk in tijd, situatie?)

Waarde = iets dat jij belangrijk vindt
Norm = gedragsregel die daaruit voortvloeit

veiligheid (waarde)
stoppen voor een rood verkeerslicht (norm)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Identiteitsdriehoek 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

dominant / subcultuur / tegen
stereotype = opgeblazen beeld van een groep mensen (cliché)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cultuur
Cultuur: Het geheel van waarden, normen, rituelen en uitingsvormen die mensen met elkaar delen en als vanzelfsprekend beschouwen. 

  • Dominante cultuur = W+N die door meerderheid van bevolking gedeeld worden.
  • Subculturen = sommige W+N zijn anders dan dominante cultuur
  • Tegenculturen = zetten zich af tegen dominante cultuur

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de plaatjes naar de juiste cultuurgroep. 
Dominante cultuur
Subcultuur
Tegencultuur

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom wordt Nederland
een pluriforme samenleving
genoemd?
timer
2:00

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Pluriformiteit
pluri (veel/meer) form (vorm) = meervormig
In Nederland wonen verschillende mensen met verschillende opvattingen, waarden, normen. 
                   Wat bindt ons dan (sociale cohesie)? En hoe leven we                       samen met verschillen? = komende weken

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.2 Socialisatie = overdragen en verwerven van de cultuur van de groepen waartoe je behoort >> vaak onbewust.
Internalisatie = automatisch gewenst gedrag vertonen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wie/wat dragen bij aan
jouw socialisatie
(socialiserende instituties)?

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Socialisatie
Deels bewust ("geef een handje, alsjeblieft"),
grotendeels onbewust 
Socialiserende rol van de media (beeldvorming)
>> Fragment "Wit is ook een kleur" (Sunny Bergman, 2016)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Socialisatie?
Socialisatie? 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

§3 Hoe is Nederland pluriform geworden?
  • Ontwikkeling van Nederland als pluriforme samenleving
    > Herkomst (gastarbeiders, voormalig koloniën,    kennismigranten, vluchtelingen)
    > push- en pullfactoren 
    > gevolgen van de pluriforme samenleving 
  • Westerse- en niet-westerse allochtonen
  • Leiden verschillen tot problemen?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom werden vanaf de jaren '60 gastarbeiders geworven om in Nederland te komen werken?
Video over gastarbeiders

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Integratie voor alle partijen hetzelfde?
assimilatie - integratie - segregatie
Alle politieke partijen spreken van 'integratie'.
Betekent integratie voor alle politiek partijen hetzelfde?
4.4 samenlevingsvormen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rijksoverheid

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een baan is de beste manier om te integreren. Daarom willen wij de sociale zekerheid voor migranten beperken. Als mensen te snel in een uitkering belanden, lopen zij een langdurige achterstand op. Dat vinden wij niet eerlijk. 
Samen wonen in gemengde wijken, samen naar school op gemengde scholen en samen werken en bouwen aan een gemeenschappelijke toekomst.
Integratie verloopt het beste via (vrijwilligers)werk of stage en het eigen maken van taal en burgerschapswaarden gaat het beste als je die direct in de praktijk kun toepassen en ontwikkelen. 
Vóór het invoeren van een acceptatiemonitor in plaats van de integratiemonitor, zodat het acceptatiegehalte van de samenleving ieder jaar wordt onderzochtVóór het invoeren van een Minister van Wederzijdse Acceptatie
Invoering van de Wet Bescherming Nederlandse Waarden (Wet BNW). Bij schending van deze waarden volgt een waarschuwing en een boete; na een tweede waarschuwing volgt sluiting, beëindiging van de activiteiten en strafrechtelijke vervolging van de verantwoordelijke functionarissen.
ChristenUnie
DENK
Forum voor Democratie
VVD
SP

Slide 18 - Sleepvraag

Interessant is te wijzen op de nadruk op integratie als wederzijdse inspanning of 'aanpassen aan'. 

A
assimilatie
B
segregatie
C
integratie

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
assimilatie
B
segregatie
C
integratie

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
assimilatie
B
segregatie
C
integratie

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
assimilatie
B
segregatie
C
integratie

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Integratie:

A
assimilatie
B
segregatie
C
integratie

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

SALAD BOWL (naast elkaar ^ ) - MELTING POT (nieuwe cultuur)
MELTING POT

Integratie zorgt voor nieuwe cultuur

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is integratie belangrijk voor
sociale cohesie? Waarom wel/niet?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

§5 Frictie
Discriminatie = "ongelijk behandelen
van mensen op basis van kenmerken
die op dat moment er niet toe doen."

In NL wordt de gelijke behandeling van mensen zo belangrijk gevonden dat die is vastgelegd in artikel 1 van de Grondwet. 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wikipedia:
"Een stereotype is een overdreven beeld van een groep mensen dat vaak niet (volledig) overeenkomt met de werkelijkheid. Het is vaak een vooroordeel of negatief denkbeeld en wordt vaak gebruikt als rechtvaardiging van bepaalde discriminerende acties."

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

dominant / subcultuur / tegen
stereotype = opgeblazen beeld van een groep mensen (cliché)

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tolerantie / verdraagzaamheid 
Verdraagzaamheid

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

CULTUURRELATIVISME culturen zijn onvergelijkbaar maar wel gelijkwaardig. Waarom bepaalde waarden en normen gelden binnen een groep kun je alleen begrijpen vanuit die cultuur.
CULTUURUNIVERSALISME klassieke grondrechten zoals vrijheid van meningsuiting, recht op gelijke behandeling etc. gelden altijd, overal en voor iedereen.

Slide 31 - Tekstslide

Bespreek de betekenis van tolerantie voor cultuurrelativisten en cultuuruniversalisten?
IS IEDEREEN
WELKOM?
§6 toelatingsbeleid

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel vluchtelingen zijn er wereldwijd volgens UNHCR (2018)?
A
15 miljoen
B
42 miljoen
C
71 miljoen
D
83 miljoen

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel procent van het aantal vluchtelingen wordt opgevangen
in de regio?
A
15%
B
30%
C
70%
D
85%

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel vluchtelingen vangt Nederland op (2018)?
A
102.000
B
170.000
C
334.000
D
487.000

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

migrant - asielzoeker - vluchteling

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

"Alle asielzoekers zijn vluchtelingen."
(volgens het beleid)
A
waar
B
niet waar

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ASIELZOEKER

Een asielzoeker is iemand op de vlucht die internationale bescherming zoekt, maar wiens beroep op vluchtelingenstatus nog niet bepaald is. 

(asielprocedure IND)

(bron: http://www.vluchteling.nl)
VLUCHTELING

Iemand met gegronde vrees voor vervolging om reden van ras, godsdienst of nationaliteit, het behoren tot een sociale groep of politieke overtuiging.


(bron: VN Vluchtelingenverdrag)

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Europees beleid

  • Hotspots: Italië, Griekenland, Spanje
  • Turkijedeal (maar nu: grens naar Europa open)
  • Dublinverordening (18 maanden) asiel aanvragen land van aankomst
  • "Illegaal" >>>> ongedocumenteerd

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H4 Pluriforme Samenleving
4.1  identiteit / dominante- / sub- / tegencultuur
4.2 socialisatie (instituties, controle) en individualisering
4.3 push- en pullfactoren 
4.4 samenlevingsvormen
4.5 tolerantie / discriminatie / vooroordeel
4.6 toelatingsbeleid / vluchteling / asielzoeker

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies