Herhaling voor toets

Test can do statements
Kennen:
- Je kent de woorden van het hoofdstuk EN-NL / NL - EN (blz. 74-75
- Je kent de regels van de past simple (gewone zinnen, vragen, ontkenningen)
Kunnen (luisteren, lezen, schrijven):
- Je kunt de woorden van het hoofdstuk in een zin vertalen en / of in de juiste zin zetten
- Je kunt woorden linken aan Engelse beschrijvingen
- Je kunt zinnen in de verleden tijd maken (past simple - ook vragend, ontkennend)
- je kunt zelf de past simple gebruiken in je eigen zinnen
- Je kunt de woorden van de woordenlijst gebruiken in je eigen zinnen


1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Test can do statements
Kennen:
- Je kent de woorden van het hoofdstuk EN-NL / NL - EN (blz. 74-75
- Je kent de regels van de past simple (gewone zinnen, vragen, ontkenningen)
Kunnen (luisteren, lezen, schrijven):
- Je kunt de woorden van het hoofdstuk in een zin vertalen en / of in de juiste zin zetten
- Je kunt woorden linken aan Engelse beschrijvingen
- Je kunt zinnen in de verleden tijd maken (past simple - ook vragend, ontkennend)
- je kunt zelf de past simple gebruiken in je eigen zinnen
- Je kunt de woorden van de woordenlijst gebruiken in je eigen zinnen


Slide 1 - Tekstslide

Past simple
herhalen & oefenen

Slide 2 - Tekstslide

Wat voor tijd is de past simple?
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooid deelwoord
D
toekomst

Slide 3 - Quizvraag

Hoe maak je de past simple?
A
ww + s
B
am/is/are + ww + ing
C
ww + ed
D
have/has + ww + ed

Slide 4 - Quizvraag

Wat is dance in the past simple?
A
dance
B
dances
C
dancing
D
danced

Slide 5 - Quizvraag

Uitzonderingen
Sterke werkwoorden
Ik loop - Ik liep
Ik sta - ik stond

Slide 6 - Tekstslide

verleden tijd van : go
A
goed
B
going
C
went
D
gone

Slide 7 - Quizvraag

I .... (stay) at a hotel in the summer holiday
A
stay
B
stays
C
stayed
D
stood

Slide 8 - Quizvraag

She ... (buy) a new phone after the old one broke.
A
buy
B
buys
C
buyed
D
bought

Slide 9 - Quizvraag

Voorbeeld schrijfopdracht
Je hebt Michael uit Londen ontmoet op je vakantie en jullie zijn vrienden geworden. Hij is eerder van de camping weggegaan dan jij en hij appt je om te vragen hoe de rest van je vakantie was. 

Je appt hem terug in ongeveer 100 woorden:
- Beschrijf je vakantie nadat hij is weggegaan. Beschrijf 2 activiteiten die je hebt gedaan 
   (wat was het, met wie, hoe lang, waar, wat heb je gedaan, hoe was het weer)
- Vertel Michael wat je van de activiteiten vond. Beschrijf je mening en vertel waarom. 
- Vertel over nog één andere activiteit je echt heel stom vond. Vertel ook waarom je het stom vond. 

Gebruik  de past simple, past simple ontkenningen, zoveel mogelijk woorden uit de woordenlijst

Slide 10 - Tekstslide

Practise for test. Use the links
Listening:


Reading:

Past simple:
Normale zinnen:

Vraagzinnnen:

ontkennende zinnen:

Exercise 1
Click here
Exercise 2
click here
Exercise 1
click here
Exercise 2
Click here
Exercise 3
Click here
Exercise 1
Click here
Exercise 2
Click here
Exercise 3
Click here
Exercise 1
Click here
Exercise 2
Click here
Exercise 1
Click here
Exercise 2
Click here
Exercise 3
Click here

Slide 11 - Tekstslide