NE Spelling Blok 5 bezitsvorm en getallen (herh. volt. dw als bijv. nw) TK1C

doel
aan het einde van de les weet je het weer:
  • voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
  • bezitsvorm
  • getallen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

doel
aan het einde van de les weet je het weer:
  • voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
  • bezitsvorm
  • getallen

Slide 1 - Tekstslide

Wat ging er de vorige keer minder goed?

Uit de vorige opdracht zag ik dat het gebruik van het voltooid deelwoord als zelfstandig naamwoord lastig is. Dat herhalen we nog even.

Slide 2 - Tekstslide

0

Slide 3 - Video

Een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Een voltooid deelwoord kun je ook gebruiken als  bijvoeglijk naamwoord.

Als je een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruikt, 
schrijf je ze zo kort mogelijk, bijvoorbeeld: 

De verbrande trui  (dus niet: verbrandde)
(verbrande is voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord)

Slide 4 - Tekstslide

geef nu zelf 5 voorbeelden van een voltooid deelwoord gebruikt als bijvoeglijk naamwoord. Zet ook het voltooid deelwoord erbij
(dus: geplukt - de geplukte bloem)

Slide 5 - Open vraag

Spelling (bezitsvorm/getallen) 

Slide 6 - Tekstslide

Bezitsvorm
De bezitsvorm van een zelfstandig naamwoord maak je meestal door er een -s achter te zetten.

In de zinnen wordt uitgelegd dat iets van iemand is. 
Voorbeeld:       De kleren van mijn zusje.
                     Het rapport van mijn broer. 
Dit kun je ook anders zeggen:
Mijn zusjes kleren. Mijn broers rapport. Dit noem je de bezitsvorm.

Slide 7 - Tekstslide

Regels:
In de bezitsvorm staat de 's' altijd aan het znw vast, tenzij:
- Het znw eindigt op een lange klinker of y (Mila's regels)
- Het znw eindigt op een sisklank (Joyce' studio, Lotus' zusje)

Slide 8 - Tekstslide

bezitsvorm 
De schoenen van mijn vader




mijn vaders schoenen
(bezitsvorm) 

Slide 9 - Tekstslide

bezitsvorm
papa's handdoek
mijn broers rapport
mijn zusjes kleding
bas' fiets

Slide 10 - Tekstslide

Maak een bezitsvorm:
de telefoon van mijn broer

Slide 11 - Open vraag

maak een bezitsvorm
De jas van Els

Slide 12 - Open vraag

maak een bezitsvorm
de brief van Hugo

Slide 13 - Open vraag

Wat is de goede bezitsvorm?
(Rianne fiets)

A
Riannes
B
Rianne’s
C
Riannes’
D
Riannees

Slide 14 - Quizvraag

Bezitsvorm. Welke is goed ?
A
Ali's telefoon
B
Mijn vader's gitaar
C
Rianne's wens

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Video

29 Schrijf de getallen op in letters.

66

Slide 17 - Open vraag

Wanneer schrijf je getallen in cijfers? Geef minstens één voorbeeld

Slide 18 - Open vraag

Welke getallen moet je uitschrijven?
Piet werd 1e op de 100 meter sprint.

Slide 19 - Open vraag

Wanneer schrijf je getallen helemaal uit? Geef minstens drie voorbeelden

Slide 20 - Open vraag

Getallen. Neem de zin over en verander waar nodig de cijfers en getallen in woorden:
HKC is al 3 keer kampioen geweest, maar dit jaar eindigde de ploeg op de 7e plaats.

Slide 21 - Open vraag

Als er vorige keer iets niet goed ging, wat heb je dan nu anders gedaan?

Slide 22 - Open vraag