NE Spelling blok 6 bezitsvorm, mw zelfst nw, getallen (TK1C)

doel
aan het einde van de les heb je herhaalt en weet je weer hoe het zit met:
  • bezitsvorm van zelfstandige naamwoorden
  • meervoud van zelfstandige naamwoorden
  • het schrijven van getallen in een tekst
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

doel
aan het einde van de les heb je herhaalt en weet je weer hoe het zit met:
  • bezitsvorm van zelfstandige naamwoorden
  • meervoud van zelfstandige naamwoorden
  • het schrijven van getallen in een tekst

Slide 1 - Tekstslide

Bezitsvorm
De bezitsvorm van een zelfstandig naamwoord maak je meestal door er een -s achter te zetten.

In de zinnen wordt uitgelegd dat iets van iemand is. 
Voorbeeld:       De kleren van mijn zusje.
                     Het rapport van mijn broer. 
Dit kun je ook anders zeggen:
Mijn zusjes kleren. Mijn broers rapport. Dit noem je de bezitsvorm.

Slide 2 - Tekstslide

Regels:
In de bezitsvorm staat de 's' altijd aan het znw vast, tenzij:
- Het znw eindigt op een lange klinker of y (Mila's regels)
- Het znw eindigt op een sisklank (Joyce' studio, Lotus' zusje)

Slide 3 - Tekstslide

Maak opdracht 20. Vergelijk ook jouw antwoorden met een of meerdere klasgenoten via teams

Slide 4 - Open vraag

meervoud zelfstandig naamwoord

Slide 5 - Tekstslide

Zelfstandig naamwoord: meervoud
  1. meervoud op -s 
    tafel- tafels
    of
  2. -'s
 etage - etages


Slide 6 - Tekstslide

Noteer het meervoud van het zelfstandig naamwoord:
heer

Slide 7 - Open vraag

Noteer het meervoud van het zelfstandig naamwoord:
farao

Slide 8 - Open vraag

Schrijf het zelfstandig naamwoord in meervoud.
(huis)

Slide 9 - Open vraag

Noteer het meervoud van het zelfstandig naamwoord:
raam

Slide 10 - Open vraag

Noteer het meervoud van het zelfstandig naamwoord:
oma

Slide 11 - Open vraag

Maak opdracht 21 blz 277. Je kunt weer foto van je schrift uploaden

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Video

Maak opdracht 22 blz. 278

Slide 14 - Open vraag

nakijken vorige opdracht
Opdracht 19
1 verslechterd
2 verbrande
3 gevallen
4 verkocht
5 overbelast
6 gebeurd
7 verwende
8 geborsteld
9 bestede
10 geprint

Slide 15 - Tekstslide

Wat heb je echt heel goed gedaan vandaag? Geef je zelf ook een cijfer hoe je gewerkt hebt.

Slide 16 - Open vraag