De
bezitsvorm van een zelfstandig naamwoord maak je meestal door er een
-s achter te zetten.
In de zinnen wordt uitgelegd dat iets van iemand is.
Voorbeeld: De kleren van mijn zusje.
Het rapport van mijn broer.
Dit kun je ook anders zeggen:
Mijn zusjes kleren. Mijn broers rapport. Dit noem je de bezitsvorm.