V3 Grammatik wederkerend vnw + voorzetsels 3+4 naamvallen

Dienstag 26-01
Ga op je telefoon of tablet naar: www.lessonup.com
login met deze
pin code 
Gebruik je echte naam!
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Dienstag 26-01
Ga op je telefoon of tablet naar: www.lessonup.com
login met deze
pin code 
Gebruik je echte naam!

Slide 1 - Tekstslide

Grammatik 
Gebruik voor deze les je boek en je    aantekeningen van de naamvallen !

Slide 2 - Tekstslide

Je gaat nu kijken en luisteren naar een korte uitlegvideo 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Welk wederkerend voornaamwoord past er bij 'er, sie, es'?

Slide 6 - Open vraag

Welke personen krijgen wederkerend voornaamwoord 'sich'?
A
ihr + sie/Sie
B
ich + du
C
er, sie, es + sie/Sie
D
ich + sie/Sie

Slide 7 - Quizvraag

Ich wasche ... meine Haare. Welk woord moet er op de stippellijn?

Slide 8 - Open vraag

Warum ziehst du ... deine Hose nicht an? Welk woord past op de stippellijn?

Slide 9 - Open vraag

Ihr interessiert ... für Sport. Kies 1 juiste antwoord!
A
sich
B
euch
C
dich
D
mich

Slide 10 - Quizvraag

We gaan kijken naar een korte uitleg video over de naamvallen (der-groep/ein-groep)
Je moet kunnen ontleden (!)

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

De naamvallen, wat is wat?
Onderwerp
Lijdend voorwerp

Meewerkend voorwerp (aan of voor )
1
3
4

Slide 13 - Sleepvraag

Nu nog even een voorbeeldzin... 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Je weet welke andere woorden er bij de der-groep horen

Slide 16 - Tekstslide

Je weet dat de bezittelijke voornaamwoorden bij de ein-groep horen

Slide 17 - Tekstslide

Welk woord hoort bij welke groep thuis? Sleep de woorden naar de juiste groep. 
Ein-Gruppe
Der-Gruppe
der
die
das
dies-
jen-
jed-
manch- 
solch- 
welch-
all-
ein-
kein-
mein-
dein-
sein- 
ihr- 
unser- 
euer- 
Ihr- 
ihr-

Slide 18 - Sleepvraag

Heb je de stof begrepen?
A
helemaal
B
een beetje
C
niet

Slide 19 - Quizvraag

Wat vind je nog lastig?

Slide 20 - Open vraag