Urinestelsel

Urinestelsel
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Urinestelsel

Slide 1 - Tekstslide

Waaruit bestaat het urinestelsel?

Slide 2 - Open vraag

Urinestelsel 
Bestaat uit:
Nieren
Urineleiders
Blaas
Urinebuis


Slide 3 - Tekstslide

Uit hoeveel procent water bestaat het lichaam?
A
70%
B
60%
C
80%
D
50%

Slide 4 - Quizvraag

Elektrolyten
Elektrolyten zijn nodig om elektrische prikkels in zenuwen en spieren voort te geleiden en om vocht ‘vast te houden’ in het lichaam.

Wat gebeurt er bij een verstoring van het elektrolyten balans? 

Slide 5 - Tekstslide

Wat is ongeveer de pH waarde in ons lichaam?
A
7.0
B
7.5
C
7.4

Slide 6 - Quizvraag

Wat weet jij al over
de nieren?

Slide 7 - Woordweb

Nieren
  1. Vorming van urine (diurese)
  2. Balans houden van vocht, elektrolyten, pH en de bloeddruk.
  3. Productie van hormonen en vitaminen

EPO (hormoon erytropoëtine) stimuleert beenmerg tot productie rodebloedcellen
Hormoon dat de bloeddruk verhoogt.
Vit.D wordt omgezet tot actieve vitamine D3, zorgt voor meer calcium in het bloed.




Slide 8 - Tekstslide

Nieren
Ligging: achter in de buikholte naast de wervelkolom, tegen de onderste ribben.   Steunvet

Vorm: boonvorming, ongeveer 12cm groot (vuist) 

Slide 9 - Tekstslide

Nieren
Buiten naar binnen:
Nierschors
Niermerg
Nierbekken

Slide 10 - Tekstslide

Nefronen
Elke nier is opgebouwd uit ongeveer 1miljoen nefronen. 
Elke nefron is de functionele eenheid van de nier.
Elke nefron bestaat uit 5 onderdelen 

Slide 11 - Tekstslide

Nefron
-Kapsel van Bowman daarin kluwen van haarvaten (glomerulus) 
-Eerste gekronkelde buisje
-Lis van Henle
-Tweede gekronkelde buisje
-Verzamelbuis- hier zijn meerdere nefronen op aangesloten

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Functie nieren
Reguleren van de hoeveelheid water in het lichaam.
Regelen van hoeveelheid elektrolyten en het pH in het lichaam
Regelen van de bloeddruk

Slide 14 - Tekstslide

Regulatie vocht
Hoeveelheid urine uitscheiding hangt af van hoeveelheid vocht in het lichaam
Het Antidiuretisch hormoon (ADH) reguleert dit. ADH wordt geproduceerd in de hypofyse.

Veel vocht in het lichaam: weinig ADH, zodat nier vocht uitscheidt
Weinig vocht in het lichaam: veel ADH, zodat nier vocht vasthoudt 

Slide 15 - Tekstslide

Regulatie bloeddruk
Hoe meer water en elektrolyten worden vastgehouden, hoe hoger de bloeddruk. 
De nieren produceren een hormoon dat de bloeddruk verhoogt.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Route van urine
Vanuit het bloed gefilterd in nefronen (voor urine, uiteindelijk urine) Daarna naar nierkelk, nierbekken, via de urineleider naar de blaas en de urinebuis. 

Slide 18 - Tekstslide

Urinewegen
Bestaan uit:
Nierbekken
urineleider (ureter)
Blaas
Urinebuis (urethra) 

Urethra is bij mannen langer dan bij een vrouw

Slide 19 - Tekstslide

Ureter
Vanuit het nierbekken wordt urine voortgestuwd door peristaltische bewegingen van de ureter. 
De ureter komt uit in de blaas, loopt schuin door de blaaswand.
Schuin: zodat het werkt als een soort ventiel zodat de urine niet terug kan stromen. 

Slide 20 - Tekstslide

Blaas
Buitenkant bestaat uit glasspierweefsel (onwillekeurig)
Binnenkant bestaat uit een slijmvlies
rondom de uitgang van de blaas  ligt de inwendige sluitspier van gladspierweefsel (onwillekeurig).
Vlak daaronder (start van de urethra) ligt de uitwendige sluitspier, deze werk willekeurig. 

Slide 21 - Tekstslide

Blaas
Kan tot 500ml urine opslaan
bij 300ml urine in de blaas, drang tot mictie. 
Dit gebeurt door de rekprikkel die ontstaat.


Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Urethra
Functie: urine afvoeren vanuit de blaas het lichaam uit.
Bij vrouwen korter dan bij mannen.

De korte plasbuis bij vrouwen mondt uit voor in de vulva. 
Bij mannen mondt de plasbuis uit aan de top van de penis.
Mannen hebben vlak onder e blaas de prostaat. Op oudere leeftijd vergroot deze, waardoor er mictie problemen ontstaan

Slide 24 - Tekstslide

Wat weet jij over
een vochtbalans?

Slide 25 - Woordweb

Vochtbalans 
Vochtbalans: van 24uur bijhouden hoeveel vocht iemand inneemt en uitscheidt
Negatief vochtbalans: meer uitgescheiden dan ingenomen
positief vochtbalans: meer ingenomen dat uitgescheiden 

Dehydratie: Uitdroging. Te weinig vocht en elektrolyten in het lichaam. Turgor

Slide 26 - Tekstslide

Urine
Anurie: minder dan 50 ml per 24 uur urineproductie.

Oligurie: minder dan 0,5 liter per 24 uur urineproductie.
Normaal: 1 tot 1,5 liter per 24 uur urineproductie.
Polyurie: meer dan 2 liter per 24 uur urineproductie.


Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Ik herken tekenen van een urineweginfecte
Ja
Nee

Slide 29 - Poll

Welke symptomen wijzen op een urineweg infectie?

Slide 30 - Open vraag

Troebel: Kan wijzen op een urineweg infectie (neergeslagen eiwitten)
Rood: Hematurie oftewel bloed in de urine. Kan meerdere oorzaken hebben.
Bruin: Veel bilirubine in de urine
Sterke geur: Kan wijzen op een urineweginfectie.
Ammoniakgeur: Verse urine door veel ureum in de urine. Oude urine krijgt door bacteriën deze geur. 
Zoet/zure geur: Wijst op een hoog glucose gehalte in de urine 

Slide 31 - Tekstslide

Oefenen
www.anatomie-online.nl 
Opdrachten maken die in zorgpad staan

Slide 32 - Tekstslide