Ik kan de voedselrelaties en de informatienetwerken binnen een ecosysteem beschrijven
Ik kan de energiestroom door een ecosysteem beschrijven
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
5.3 - Ecosystemen
Ik kan de voedselrelaties en de informatienetwerken binnen een ecosysteem beschrijven
Ik kan de energiestroom door een ecosysteem beschrijven
Slide 1 - Tekstslide
Voorkennis activeren / herhalen 5.2 Populaties
Uitleg bij 5.3 Ecosystemen
Zelfstandig werken
Slide 2 - Tekstslide
Rotganzen bezoeken Schiermonnikoog in het voorjaar en trekken daarna weldoorvoed naar het noorden om te gaan nestelen. Ze grazen overdag. De hazen wagen zich in die periode pas in de avonduren op de kwelder om te grazen. Wanneer onderzoekers een plek alleen tegen ganzen afschermen, blijken de hazen er overdag vaker te foerageren.
Hoe wordt de relatie tussen hazen en rotganzen op de kwelder genoemd?
A
Commensalisme
B
Concurrentie
C
Coöperatie
D
Mutualise
Slide 3 - Quizvraag
Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme
Slide 4 - Quizvraag
Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme
Slide 5 - Quizvraag
Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme
Slide 6 - Quizvraag
Een exoot die in een gunstige omgeving geïntroduceerd wordt zal deze groei ondergaan
A
J-curve
B
S-curve
Slide 7 - Quizvraag
Draagkracht
De draagkracht van een ecosysteem wordt bepaald door de maximale populatiegrootte van de verschillende populaties die zich over langere tijd in dat ecosysteem kunnen handhaven.
In een ecosysteem zijn er voedselrelaties: wie eet wie?
Voedselrelaties geef je weer in een voedselketen of een voedselweb.
Slide 10 - Tekstslide
Opdracht: voedselweb maken
Maak nu in je schrift opdracht 38: maak een voedselketen van de larven van de vuursalamander.
Slide 11 - Tekstslide
Voedselweb (alle voedselrelaties in een gebied)
Verschil met voedselketen?
Uit hoeveel schakels bestaat de langste voedselketen?
Slide 12 - Sleepvraag
Foto-autotroof
Planten zijn foto-autotroof: zij maken zelf organische stoffen (autotroof) met behulp van zonlicht
*
Slide 13 - Tekstslide
Autotroof
Deze organismen kunnen organische stoffen maken uit anorganische stoffen
Gebruiken licht of stoffen als energiebron .
Foto-autotroof: licht als energiebron (GROEN, fotosynthese, planten of algen)
Chemo-autotroof: stof als energiebron (bacteriën, chemosynthese, oxidatie)
Slide 14 - Tekstslide
Chemo-autotroof
Sommige Archeae (en enkele bacteriën) zijn chemo-autotroof: in staat om organische stoffen te maken uit anorganische stoffen met behulp van energie uit een chemische reactie.
Slide 15 - Tekstslide
Heterotroof = afhankelijk van autotroof
Slide 16 - Tekstslide
ASSIMILATIE (bouwen)
Fotosynthese = koolstofassimilatie
Voortgezette assimilatie = het maken van eiwitten, vetten en koolhydraten van die glucose (mineralen = anorganische stoffen voor nodig)
Slide 17 - Tekstslide
Voortgezette assimilatie
Slide 18 - Tekstslide
Assimilatie
Slide 19 - Tekstslide
Assimilatie & Dissimilatie / opbouwen en afbreken
Slide 20 - Tekstslide
Kringloop van stoffen
Slide 21 - Tekstslide
Piramide van biomassa
piramide van biomassa
Slide 22 - Tekstslide
Piramide van aantallen
Piramide van aantallen
Slide 23 - Tekstslide
Energiestroom
Energiestroom = stroom van energie door de verschillende trofische niveaus in een ecosysteem in een voedselweb geven de pijlen de energiestroom aan
Groene pijlen = stroom van stoffen
Rode pijlen = stroom van energie
Slide 24 - Tekstslide
Energiestroom
Slide 25 - Tekstslide
Bruto en Netto Primaire Productie (BPP & NPP)
BPP (Bruto Primaire Productie) = A
NPP (Netto Primaire Productie) = A - R - F = P
Slide 26 - Tekstslide
Energiestroom
Slide 27 - Tekstslide
heterotroof
autotroof
Slide 28 - Sleepvraag
Energiestromen
Slide 29 - Tekstslide
Aan de slag
-Lezen 5.3: Ecosystemen (vanaf p. 113).
-Maken: begrippenlijst 5.3
-Maken: opdracht 32 t/m 50 (37d, 41 en 44 overslaan)