OB zakelijke mail schrijven

Een zakelijke mail schrijven
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1,2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Een zakelijke mail schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Je gaat een mail naar de docent Nederlands sturen.

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet ik al over een
zakelijke e-mail?

Slide 3 - Woordweb

Tekstdoel
Wanneer schrijf je de zakelijke e-mail?  Dus met welk doel?

Bijvoorbeeld:
  • Je hebt een vraag aan je docent.
  • Je wilt een afspraak verzetten bij de tandarts.
  • Je wilt informatie over een nieuwe telefoon.
  • Je hebt een klacht over een jas die je gekocht hebt.

Slide 4 - Tekstslide

Leespubliek:
Aan wie schrijf je een zakelijke e-mail?

Je schrijft aan iemand die je niet persoonlijk kent. ( Jullie zijn geen vrienden of familie)

Bijvoorbeeld:
De tandarts, je docent of Vodafone

Slide 5 - Tekstslide

Taalgebruik
Een zakelijke e-mail schrijf je dus aan iemand die je  niet persoonlijk kent.
Die persoon spreek je daarom ook op een zakelijke manier aan. 

Dit noem je formeel taalgebruik.

Bijvoorbeeld: U, Mevrouw Herder (en geen jij/je)
 

Slide 6 - Tekstslide

Ik schrijf een persoonlijke e-mail naar de Cool Cat als ik een klacht heb over een broek die ik heb gekocht.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Wat wordt er bedoeld met het tekstdoel?
A
Voor wie de tekst bedoeld is.
B
Dat ik u en jij gebruik in mijn tekst.
C
Waarom ik de tekst schrijf.

Slide 8 - Quizvraag

Een passende slotformule voor mijn Zakelijke e-mail is.....?
Tip: Er zijn meerdere antwoorden goed!
A
Hoogachtend,
B
Groetjes,
C
Liefs,
D
Met vriendelijke groet,

Slide 9 - Quizvraag

In de kern........
A
Vertel ik wie ik ben.
B
Vertel ik wat ik verwacht van de ontvanger.
C
Vertel ik waar het echt om gaat.

Slide 10 - Quizvraag

Maak nu de opdracht > Mail je docent
(de opdracht staat in Teams)

> lees de opdracht goed door en kijk naar de voorbeelden
> de mail stuur je via Outlook naar je docent Nederlands

Succes!

Slide 11 - Tekstslide