4H Beco H6

Hw. 5.7
a> aantal schadegevallen zwaar beroep = 1/200 x 8.000 = 40
aantal schadegevallen licht beroep = 1/500 x 1.000 = 2
Totale schade = 42 x 200.000 = 8.400.000
Overige kosten = 400.000
Administratiekosten = 9.000 x 15 = 135.000
Totale kosten = 8.935.000
Opbrengsten = 9.000 x 850 = 7.650.000
Resultaat = 7.650.000 - 8.935.000 = - 1.285.000
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hw. 5.7
a> aantal schadegevallen zwaar beroep = 1/200 x 8.000 = 40
aantal schadegevallen licht beroep = 1/500 x 1.000 = 2
Totale schade = 42 x 200.000 = 8.400.000
Overige kosten = 400.000
Administratiekosten = 9.000 x 15 = 135.000
Totale kosten = 8.935.000
Opbrengsten = 9.000 x 850 = 7.650.000
Resultaat = 7.650.000 - 8.935.000 = - 1.285.000

Slide 1 - Tekstslide

Hw. 5.7
b> Juist de zzp-ers met een zwaar beroep gaan zich verzekeren. Bij deze groep is de kans op schade groter, dus moet de verzekeringsmaatschappij relatief veel uitkeren

c> Mensen gaan niet onvoorzichtiger met hun lichaam om, omdat ze toch verzekerd zijn

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht rente/interest

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht rente/interest
10.000 x 0,06 = 600
3 x 600 = 1.800

10.000 x 0,06 = 600 -----> 10.000 + 600 = 10.600
10.600 x 0,06 = 636 ------> 10.600 + 636 = 11.236
11.236 x 0,06 = 674,16 ------> 11.236 + 674,16 = 11.910,16
11.910,16 - 10.000 = 1.910,16

Slide 4 - Tekstslide

Rente / Interest
Enkelvoudige interest (e.i.) <------> Samengestelde interest (s.i.)( vaak ) bij leningen                               ( vaak ) bij sparen                  
rente over vast bedrag                           rente op rente                
rente elk jaar (periode) verrekend                                                    

Slide 5 - Tekstslide

Te betalen interest
Afhankelijk van:

- bedrag 
- rentepercentage
- looptijd

Slide 6 - Tekstslide

Te betalen rente/interest
K = kapitaal
i = percentage rente ( rekengetal )
t = looptijd

Formule: Interest = K x i x t
let op: i en t zijn, als er niets genoemd staat, in jaren

Slide 7 - Tekstslide

Rob leent op 1 januari 2022 € 1.500,- tegen 4,25% rente. Hoeveel moet hij op 31 december 2022 aan rente betalen?
A
€ 60,-
B
€ 63,75

Slide 8 - Quizvraag

Rob leent op 1 januari 2022 € 1.500,- tegen 4% rente. Hoeveel moet hij op 31 januari 2022 aan rente betalen?
A
€ 5,-
B
€ 60,-
C
€ 720,-

Slide 9 - Quizvraag

Interest = 1.500 x 0,04 x 1/12 = € 5,-

Slide 10 - Tekstslide

Aflossen
Aflossen = deel lening tussentijds terugbetalen
schuldrest wordt kleiner
K in de formule is de schuldrest

Vb: Lening van € 360.000,- in 30 jaar lineair terugbetalen elk jaar op 31 december. Aflossing per jaar is € 12.000,-.

Slide 11 - Tekstslide

360.000, 4%, 30 jaar
Rente jaar 1 = 360.000 x 0,04 x 1 = 14.400

Rente jaar 2 = 348.000 x 0,04 x 1 = 13.920

Slide 12 - Tekstslide

360.000, 4%, 30 jaar
Hoeveel is de rente in jaar 3?
A
€ 13.360
B
€ 13.440

Slide 13 - Quizvraag

360.000, 4%, 30 jaar
Rente jaar 1 = 360.000 x 0,04 x 1 = 14.400

Rente jaar 2 = 348.000 x 0,04 x 1 = 13.920

Rente jaar 3 = 336.000 x 0,04 x 1 = 13.440

Slide 14 - Tekstslide

360.000, 4%, 30 jaar
Hoeveel is de rente in jaar 20?
A
€ 4.800
B
€ 5.280

Slide 15 - Quizvraag

Schuldrest = 360.000 - 19 x 12.000 = 132.000

Interest = 132.000 x 0,04 x 1 = 5.280

Slide 16 - Tekstslide

Hw.
6.17

Slide 17 - Tekstslide