Oefentoets

Oefentoets
Hoofdstuk 3
§1 - §2 - §3 - §5
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Oefentoets
Hoofdstuk 3
§1 - §2 - §3 - §5

Slide 1 - Tekstslide

Wat is absolutisme?
A
Regeringsvorm waarin de vorst onbeperkte macht heeft.
B
Regeringsvorm waarin de vorst alle macht heeft samen met het parlement
C
Regeringsvorm waarin het parlement onbeperkte macht heeft
D
Regeringsvorm waarin het volk onbeperkte macht heeft

Slide 2 - Quizvraag

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn Hugenoten?
A
Duitse calvinisten
B
Franse calvinisten
C
Franse katholieken
D
Duitse katholieken

Slide 4 - Quizvraag

In de 17e eeuw komen er veel hugenoten naar de Republiek. Waarom?
A
In de Republiek was een gebrek aan Hugenoten
B
De Republiek was overwegend protestant
C
In Frankrijk waren de hugenoten niet veilig
D
Katholieken werden in Frankrijk vermoord

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een overeenkomst in het bestuur van Frankrijk en Engeland in de 17e eeuw?
A
Beiden zijn een monarchie
B
Beiden zijn een tirannie
C
In beide landen heeft de vorst absolute macht
D
Beiden zijn een republiek

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een bestuurlijk verschil tussen Engeland en Frankrijk in de 17e eeuw?
A
Het parlement heeft in Frankrijk veel macht, in Engeland niet
B
Er zijn eigenlijk geen verschillen
C
Engeland heeft een groot leger, Frankrijk niet
D
Het parlement heeft in Engeland veel macht, in Frankrijk niet

Slide 8 - Quizvraag

En hoe zat dat met de Republiek?
A
De Republiek was een oligarchie
B
De Republiek was een monarchie
C
De Republiek kende een koning met absolute macht
D
De Republiek had een belangrijk parlement gekozen door de koning

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Kapitalisme is ...
A
Een sociaal systeem waarin mensen voor elkaar zorgen
B
Een economisch systeem waarin alleen mannen een bedrijf mogen beginnen
C
Een economisch systeem waarin het draait om winst maken
D
Een economisch systeem waarin het draait om handel

Slide 11 - Quizvraag

Wat is handelskapitalisme?
A
Handelaren hebben leiding in de economie
B
Fabrikanten hebben de leiding in de economie
C
Boeren hebben de leiding in de economie

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Wat is de reden dat Nederlanders de 17e eeuw de Gouden Eeuw noemen?
A
De oorlog tegen Spanje eindigde
B
Er was veel economische bloei
C
Er was een culturele bloeiperiode
D
De Nederlanders namen veel goud mee uit Amerika

Slide 14 - Quizvraag

Vind jij de Gouden Eeuw een goede benaming voor de 17e eeuw?

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

De vraag naar suiker en het aantal tot slaaf gemaakten op de plantages heeft met elkaar te maken
Eens
Oneens

Slide 17 - Poll

Slide 18 - Tekstslide

Welke rechten had de VOC in Zuid-Oost Azië?
A
Oorlog voeren
B
Rechtspreken
C
Handelsverdragen met vorsten sluiten

Slide 19 - Quizvraag

Hoe noemen we de hoogste bestuurder van de VOC?
A
Jan Pieterszoon Coen
B
Gouverneur-Generaal
C
Jo van Heutsz
D
De Heeren XVII

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

De VOC en WIC waren eigen hetzelfde
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Wie hield zich bezig met de driehoekshandel?
A
VOC
B
WIC
C
Geen van beide
D
Allebei

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

De WIC vaart naar Azië voor specerijen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quizvraag

Hoe is deze les voor jou verlopen? Wist je veel antwoorden of is er nog veel werk aan de winkel?

Slide 27 - Open vraag

Wat vond je van deze voorbereidingsles?

Slide 28 - Open vraag