01. 3B H1.1 Keuzes maken (5-9)

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3,5

Economie

Introductie

Vandaag

Introductie:

Hoofdstuk 1.1:

• Inloggen in SOM
  
• Inloggen LessonUp
  
• Uitdelen boeken
  
• Uitleg methode

• Instructie
  
• Aan de slag

Chromebook opstarten

Inloggen in SOM

• Klassencode B: -
• Klassencode KGT: -

H1 Behoeften

B) Paragraaf 1: Keuzes maken

Zo komen we er

Stap 1) Leerdoelen zijn duidelijk

Stap 2) Instructie

Stap 3) Leertekst lezen

Stap 4) Vragen maken

Stap 5) Vragen nakijken / resetten / vragen stellen

Stap 6) Rekentrainer maken

Stap 7) Leren leertekst / opdrachten

Stap 8) Test jezelf digitaal maken

Stap 9) Controleren of alles duidelijk is

Stap 10) Versterk jezelf

Vandaag

• Instructie methode
  
• Instructie Rekentrainer
• Aan de slag
• Instructie theorie
• Aan de slag

Doel

Theorie:

• Je weet waarom je moet kiezen uit je behoeften.

Rekenvaardigheden:

• Je kan werken met de rekenregels: 
           volgorde van bewerkingen

VK  Volgorde bij berekening

Stappenplan

1. Haakjes
2. Machten (dus ook kwadraten en wortels)
3. Vermenigvuldigen en Delen (v.l.n.r)
4. Optellen en Aftrekken (v.l.n.r)

Help Mij Van Die Onvoldoendes Af!

Rekentrainer

Volgorde bewerkingen

Doel

Theorie:

• Je weet waarom je moet kiezen uit je behoeften.

Rekenvaardigheden:

• Je kan werken met de rekenregels: 
           volgorde van bewerkingen

Behoeften

Behoeften

basisbehoeften

Behoeften

Behoeften

basisbehoeften

(heb je nodig om te kunnen leven)

Behoeften

Behoeften

basisbehoeften

overige behoeften

(heb je nodig om te kunnen leven)

Behoeften

Behoeften

basisbehoeften

overige behoeften

Basisbehoeften

Overige behoeften

kopen

Als je iets koopt, consumeer je. 

kopen

Als je iets koopt, consumeer je. 

Iemand die iets koopt, is een consument.

Goederen en diensten

Goederen en diensten

Een goed = tastbaar

Goederen en diensten

Een goed = tastbaar

Een dienst = niet tastbaar

Goederen en diensten

Een goed = tastbaar

Een dienst = niet tastbaar

Een dienst is iets dat een bedrijf of persoon doet voor een ander.

Een vliegreis kopen (vraag 6)

1. een goed
2. een dienst

Een duikmasker kopen (vraag 6)

1. een goed
2. een dienst

een film in de bioscoop zien (vraag 6)

1. een goed
2. een dienst

een broodje gezond kopen (vraag 6)

1. een goed
2. een dienst

Noodzakelijke en luxe behoeften

Let op: verschilt per persoon!

vraag 14: noodzakelijke of luxe behoefte?

noodzakelijke behoefte

Luxe behoefte

Je kunt niet alles consumeren door:

• Gebrek aan geld
• Gebrek aan tijd

Je kunt niet alles consumeren door:

• Gebrek aan geld
• Gebrek aan tijd

Je moet dus kiezen wat je het belangrijkst vindt. Je moet prioriteiten stellen

Bekijk de bron. Stel: je bent 18 uur per week bezig bent met je hobby’s. Je sport 7 uur per week, je luistert 2 uur naar muziek, je bent 4 uur bezig met games en je besteedt 5 uur aan het uitgaan met vrienden.

Vul de ontbrekende gegevens van het cirkeldiagram in.

Vraag 23

Gebrek aan tijd (vraag 23)

opdr

Bekijk de bron. Stel: je bent 18 uur per week bezig bent met je hobby’s. Je sport 7 uur per week, je luistert 2 uur naar muziek, je bent 4 uur bezig met games en je besteedt 5 uur aan het uitgaan met vrienden.

Vul de ontbrekende gegevens van het cirkeldiagram in.

Vraag 23

Bekijk de bron. Stel: je bent 18 uur per week bezig bent met je hobby’s. Je sport 7 uur per week, je luistert 2 uur naar muziek, je bent 4 uur bezig met games en je besteedt 5 uur aan het uitgaan met vrienden.

Vul de ontbrekende gegevens van het cirkeldiagram in.

Vraag 23

Bekijk de bron. Stel: je bent 18 uur per week bezig bent met je hobby’s. Je sport 7 uur per week, je luistert 2 uur naar muziek, je bent 4 uur bezig met games en je besteedt 5 uur aan het uitgaan met vrienden.

Vul de ontbrekende gegevens van het cirkeldiagram in.

Vraag 23

Bekijk de bron. Stel: je bent 18 uur per week bezig bent met je hobby’s. Je sport 7 uur per week, je luistert 2 uur naar muziek, je bent 4 uur bezig met games en je besteedt 5 uur aan het uitgaan met vrienden.

Vul de ontbrekende gegevens van het cirkeldiagram in.

Vraag 23

De blauwe sector betekent....

Je bent hiermee ... uur bezig.

Licht oranje = ..................

Je bent hiermee ...... uur bezig. 

Behoeften verschillen door:

• budget (hoeveel heb je te besteden)
• leeftijd
• geslacht
• de invloed van vrienden en klasgenoten
• de invloed van familie
• de invloed van reclame

Doel

Theorie:

• Je weet waarom je moet kiezen uit je behoeften.

Rekenvaardigheden:

• Je kan werken met de rekenregels: 
           volgorde van bewerkingen

BK

Maken Hoofdstuk 1:

paragraaf 1 

+
Rekentrainer

+
Leren Hoofdstuk 1:

paragraaf 1 

KGT

Huiswerk 6 september

Nabespreking

Hoe is het gegaan?
Wat ging goed?
Wat vond je moeilijk?
Welke vragen heb je nog?