Voortplanting 4.7

Thuiswerkopdracht Basisstof 8
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Thuiswerkopdracht Basisstof 8

Slide 1 - Tekstslide

Basisstof 7
Vandaag ga je aan de slag met de basisstof over zwangerschap. 

Slide 2 - Tekstslide

Weet je nog hoe het zat?
Weet je nog wat je in deze afbeelding ziet? Kan je dat uitleggen? Zo nee, gebruik dan je boek ( blz 149) of dit filmpje vanaf minuut 5:34.

Slide 3 - Tekstslide

Rond welke dag van de menstruatiecyclus vindt de eisprong plaats?
A
Dag 1
B
Dag 5
C
Dag 14
D
Dag 28

Slide 4 - Quizvraag

Wanneer is een vrouw vruchtbaar?
A
Als ze ongesteld is
B
De dag van de eisprong
C
Direct na de ongesteldheid
D
Een aantal dagen rond de eisprong

Slide 5 - Quizvraag

Doelen (basisstof 8)
Aan het eind van de les kan je…
  1. uitleggen hoe een vrouw zwanger wordt. 
  2. de onderdelen rondom het ongeboren kindje benoemen.
  3. welke fases een bevalling heeft en wat er dan gebeurt. 
  4. uitleggen op welke mogelijkheden een vrouw heeft als haar zwangerschap ongewenst is.

Slide 6 - Tekstslide

Zwanger worden
Een vrouw kan zwanger worden als ze seks heeft op het moment dat ze vruchtbaar is. 

Lees de tekst op blz. 159 en 160 van je boek.

Slide 7 - Tekstslide

Filmpje
Je gaat een animatie bekijken van het moment van de eisprong totdat het kindje helemaal ontwikkeld is. 

Let goed op! De eerste vraag komt al na 3 seconden!

Slide 8 - Tekstslide

6

Slide 9 - Video

00:03
Je zag iets gebeuren. Wat was dat?
A
De bevruchting
B
De innesteling
C
De menstruatie
D
De ovulatie

Slide 10 - Quizvraag

00:19
Welk moment was dit?
A
De bevruchting
B
De innesteling
C
De menstruatie
D
De ovulatie

Slide 11 - Quizvraag

00:25
Deling
Je zag zojuist de eicel delen. Je lichaam bestaat uit heel veel cellen. Om die cellen te maken, moet de ene eicel veranderen in heel veel cellen. Dat gebeurt door deling. 

In het filmpje gaan ze wat snel door dit proces heen. Je ziet de vier cellen en daarna een foetus (ongeboren kindje) van een paar weken oud. 

Slide 12 - Tekstslide

01:04
Het hartje klopt!
Het kindje dat je nu zag is ongeveer 23 weken oud. Het hartje begint te kloppen. 
Volgens de wet is het moment dat het hartje klopt het moment dat een abortus niet meer toegestaan is. 

Slide 13 - Tekstslide

01:29
Het kindje is nu 6 weken oud. Wat zijn die donkere vlekken in zijn gezicht?
A
De plek waar zijn wangen komen
B
Zijn mond
C
Zijn neus
D
Zijn ogen

Slide 14 - Quizvraag

02:03
21 weken oud
De ogen en oren zijn nu helemaal ontwikkeld. Het kindje kan horen en licht zien. De kans dat hij echt zijn ogen open doet (zoals in het filmpje) is klein. Wel kan hij de stemmen van zijn ouders gaan leren kennen, of geluiden uit de omgeving. 

Slide 15 - Tekstslide

Ruimte voor het kindje
Een baby eist ruimte. Hiernaast zie je 
hoe deze ruimte groeit tijdens de
zwangerschap. 

Slide 16 - Tekstslide

Het ongeboren kindje
Op de volgende pagina ga je de onderdelen rond een ongeboren kindje benoemen. Gebruik bladzijde 162 van je boek als je die nodig hebt.

Slide 17 - Tekstslide

Bloedvat van de moeder
Embryo
Navelstreng
Tussenlaag
Vruchtwater
Baarmoederwand
Bloedvat van de embryo
Placenta
Vruchtvliezen

Slide 18 - Sleepvraag

Bevalling
We gaan nu kijken naar de bevalling (een animatie, geen zorgen!). Tijdens het filmpje krijg je weer een paar vragen. Gebruik bladzijde 163 t/m 165 in je boek om de antwoorden te vinden die je niet weet.

Slide 19 - Tekstslide

4

Slide 20 - Video

00:33
Je ziet dat het kindje met zijn hoofd richting de vagina ligt. Hoe heet het als het kindje andersom ligt?
A
Dwarsligger
B
Keizersnede
C
Kontligging
D
Stuitligging

Slide 21 - Quizvraag

01:15
Het kindje heeft de baarmoedermond open geduwd. Hoe heet deze fase?
A
Nageboorte
B
Ontsluiting
C
Uitdrijving

Slide 22 - Quizvraag

01:53
Fase 2: het kindje komt naar buiten. Hoe heet deze fase?
A
Nageboorte
B
Ontsluiting
C
Uitdrijving

Slide 23 - Quizvraag

02:35
Fase 3: ook de placenta en het restje van de navelstreng komen naar buiten. Hoe heet deze fase?
A
Nageboorte
B
Ontsluiting
C
Uitdrijving

Slide 24 - Quizvraag

Hoe is dat nou eigenlijk? 
In zo'n animatie ziet het er makkelijk uit, maar in de werkelijkheid is het een stuk zwaarder. In het volgende filmpje kan je zien hoe zwaar... 

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Wat nou als je geen kind wilt?
Vorige les heb je geleerd over voorbehoedsmiddelen. Maar wat nou als je toch zwanger bent, maar het kind niet wilt? Dan is er nog de abortus. 

Lees de laatste twee alinea's op blz 157 en de tekst op bladzijde 158 en beantwoord de laatste vragen van deze taak.

Slide 27 - Tekstslide

Stel: een vrouw is zwanger. Haar laatste menstruatie was 8 weken geleden. Wat kan ze doen?
A
Abortuspil nemen
B
De morning-afterpil nemen
C
Een late abortus
D
Een zuigcurettage

Slide 28 - Quizvraag

Hoeveel kost een abortus? Wat vind je daarvan?

Slide 29 - Open vraag

Vind jij het plegen van een abortus oké? Onderbouw je mening met argumenten.

Slide 30 - Open vraag

Goed gewerkt! 
Tot volgende week!

Slide 31 - Tekstslide