Meesterwerk taalles 1

Meesterwerk 
 Museum van woorden
Taal les 1
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Meesterwerk 
 Museum van woorden
Taal les 1

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
1. Taal als schilderij
2. Beeldtaal
3. Oefenen met beeldtaal
4. Je eigen denkbeeldige schilderij

Slide 2 - Tekstslide

Doel
Aan het einde van de les kan je uitleggen wat beeldtaal is. 

Je kan een beschrijving geven van een fictief kunstwerk met behulp van beeldtaal.

Slide 3 - Tekstslide

Vorig thema 
Vorig 
thema

Oorsprong
Nederlandse taal

Slide 4 - Tekstslide

Vorig thema 

Slide 5 - Tekstslide

Wat vind jij mooie kunst?

Slide 6 - Woordweb

Waar denk jij aan bij beeldtaal?

Slide 7 - Woordweb

Slide 8 - Video

Beeldtaal
-Vorm van taal.
-Beeld zonder woorden/beeld met weinig woorden.

Voorbeelden:
-Pictogrammen
- Gebarentaal.
-Infographic. 
- Emoji's.

Slide 9 - Tekstslide

Beeldtaal met kunstwerken
Beeldtaal is een manier van zeggen waarbij je iets niet letterlijk bedoelt, maar figuurlijk.
Je gebruikt woorden om een beeld in iemands hoofd te maken.

Je vergelijkt iets met iets anders, zodat het meer gaat leven of meer gevoel oproept.

✨ Voorbeelden:
Letterlijk: Het is stil in de klas.
Beeldtaal: De stilte hing als een dikke deken over de klas.

Je zegt dat iets iets anders is, om het sterker of mooier te maken.
👉 Voorbeeld: Zijn stem was een storm.


Slide 10 - Tekstslide

Waarom beeldtaal?
Waarom gebruiken we beeldtaal?
✅ Om iets mooier, spannender of duidelijker te maken.
✅ Om gevoelens of sfeer beter te laten zien.
✅ Omdat het leuk is om mee te spelen in teksten, verhalen of gedichten.

Slide 11 - Tekstslide

Proberen
Hoe zou je dit schilderij met 
woorden beschrijven aan iemand 
die het niet kan zien?

Letterlijk, beeldtaal


Slide 12 - Tekstslide

Beeldtaal
Letterlijk:
Een donkere achtergrond met op de
voorgrond een portret van een meisje. 
Ze heeft een parel in als oorbel. 
Ze heeft om haar hoofd een geel met
blauwe doek.
 
Beeldtaal:
Ze is een maanlichtdroom 
gevangen in verf en stilte.

Slide 13 - Tekstslide

The Persistence Of Memory (Museum of Modern Art, New York)

Slide 14 - Tekstslide

De volharding der herinnering (The Persistence of Memory)
 Werd geschilderd door Salvador Dali in 1931. Het is een van zijn beroemdste schilderijen. The Persistence of Memory verbeeldt gesmolten klokken en zou geïnspireerd zijn door de Relativiteitstheorie. Het schilderij is te zien in het MoMA.

Slide 15 - Tekstslide

Letterlijk taalgebruik
Beeldend taalgebruik
Letterlijk: 'Het meisje was verdrietig'
Beeldend: 'Haar ogen hingen zwaar als natte wolken, klaar om te breken'

Slide 16 - Tekstslide

Meesterwerk
Les 2

Slide 17 - Tekstslide

Vandaag
1. Terugkoppeling beeldtaal
2. Oefenen met beeldtaal

3. Kunst in de buurt
4. Je eigen denkbeeldige schilderij

Slide 18 - Tekstslide

Doel
Aan het einde van de les kan je uitleggen wat beeldtaal is. 

Je kan een beschrijving geven van een fictief kunstwerk met behulp van beeldtaal.

Slide 19 - Tekstslide

Wat is beeldtaal?
Leg het uit en noem 1 voorbeeld.

Slide 20 - Open vraag

De schreeuw
Van Edvard Munch

Letterlijk: Een persoon staat op een brug en houdt zijn handen tegen zijn hoofd. Hij lijkt te schreeuwen. De lucht is fel oranje en rood.

Beeldtaal: Zijn angst schreeuwt door de lucht als een windvlaag die nergens heen kan.

Slide 21 - Tekstslide

De sterrennacht van Vincent van Gogh
American Gothic van Grand Wood
Guernica – Pablo Picasso
Zonnebloemen - Vincent van Gogh

Slide 22 - Tekstslide

Beeldtaal
De Sterrennacht – Vincent van Gogh
Letterlijk: Een nachtelijk landschap met een dorpje, een grote cipresboom en een draaikolk van sterren in de lucht.
Beeldtaal: De sterren dansen als vurige dromen in de donkere hemel.
American Gothic – Grant Wood
Letterlijk: Een man en een vrouw staan rechtop voor een huis, de man houdt een hooivork vast. Ze kijken serieus.
Beeldtaal: Hun blikken zijn zo streng dat zelfs de zon niet durft te schijnen.

Zonnebloemen – Vincent van Gogh
Letterlijk: Een vaas met felgele zonnebloemen op een eenvoudige achtergrond.
Beeldtaal: De zonnebloemen lijken te zingen van warmte en zomer, alsof de zon zelf op tafel staat.

 Guernica – Pablo Picasso
Letterlijk: Een zwart-wit schilderij vol chaos, met schreeuwende mensen en dieren, verwijzend naar oorlog.
Beeldtaal: Elk figuur huilt in stilte, de pijn druipt als rook van het doek.


Slide 23 - Tekstslide

De opdracht was
Maandag 26 mei / woensdag 28 mei
Zoek minimaal 2 kunstwerken in het dorp/de stad waar je woont. 

Maak een foto ervan. 
Wat is de naam van het kunstwerk?

Slide 24 - Tekstslide

Kunst in de buurt. Welke 2 kunstwerken heb je gevonden?

Slide 25 - Woordweb

Print je 2 kunstwerken uit
Of houdt ze als afbeelding op je laptop. Stuur ze naar jezelf vanaf je telefoon.

Loop rond, stopt de muziek dan krijg je een opdracht:

Klets:
Wat voor kunstwerk heb jij gefotografeerd?
Waar staat het?
Waarom koos je dat?


timer
1:00
timer
1:00

Slide 26 - Tekstslide

Bespreken
Welk kunstwerk vond je het mooist of verrassendst?
Wat hebben jullie geleerd over kunst in elkaars woonplaatsen?

Slide 27 - Tekstslide

Meesterwerk
Les 3

Slide 28 - Tekstslide

Vandaag
20 minuten je eigen kunstwerk ontwerpen

15 minuten je beeldtaal erbij schrijven

5 minuten aan elkaar laten zien
+ inleveren 

Slide 29 - Tekstslide

✨ Opdracht: Teken en schrijf je eigen kunstwerk in woorden
Stel je voor: je bent een kunstenaar! Je maakt een kunstwerk dat nog niet bestaat – iets uit jouw fantasie. Het kan een schilderij, beeldhouwwerk, lichtkunstwerk of iets totaal nieuws zijn.

Teken het kunstwerk. 

Focus op kleuren, vormen, sfeer, materialen, emoties. 
Tip: denk na over een titel van je kunstwerk. 

timer
20:00

Slide 30 - Tekstslide

✨ Schrijf beeldtaal bij je kunstwerk
Schrijf een duidelijke beschrijving, zodat iemand het kunstwerk in z’n hoofd kan zien, alleen door jouw woorden.

 

Je gebruikt beeldtaal: dat betekent dat je zo goed beschrijft hoe het eruitziet, dat iemand het bijna voor zich kan zien.
1. Letterlijk
2. Lekker aandikken, overdrijven

timer
10:00

Slide 31 - Tekstslide

Wissel uit :) 
Deel met elkaar je zelfbedachte beeldtaal + gemaakt kunstwerk. 

Mijn voorbeeld:
Zonnebloemen – Vincent van Gogh
Letterlijk: Een vaas met felgele zonnebloemen op een eenvoudige achtergrond.
Beeldtaal: De zonnebloemen lijken te zingen van warmte en zomer, alsof de zon zelf op tafel staat.

Slide 32 - Tekstslide

🖼️ Wat staat er op het bordje naast jouw kunstwerk?

🪄 Denk aan deze vragen om je op weg te helpen:
Welke kleuren zie je? Zijn het felle kleuren? Zachte? Kleurverloop?
Wat voor vormen of lijnen gebruik je? Rond, hoekig, kronkelend?
Welke materialen gebruik je? Goud, hout, steen, glas, licht, stof?
Wat voel je als je het kunstwerk ziet? Rustig? Vreemd? Blij? Verdrietig? Dromerig?
Waar staat het kunstwerk? In een museum? In een tuin? In de lucht?

Slide 33 - Tekstslide

Oefening
Schrijf je eigen kunstwerk in je TBI schrift.

Schrijf een korte beschrijving van een denkbeeldig kunstwerk die jij zelf prachtig vindt.
Kunstwerk bestaat niet in het echt. 
Je gebruikt beeldtaal om het schilderij, beeldhouwwerk 'te schilderen' in het hoofd van de ander. 

Focus op kleuren, vormen, sfeer, materialen, emoties. Gebruikt beeldtaal. 
Tip: denk na over een titel van je kunstwerk. Wat zou op het bordje naast het kunstwerk staan? 

Slide 34 - Tekstslide