Seksualiteit 3

leerdoelen 
- je weet wat seksuele discriminatie is en kunt daar een voorbeeld van geven 
- je weet wat genderneutraliteit betekent. 
- je kunt een argument voor en tegen genderneutraliteit noemen.
- je weet wat het concept stereotype inhoudt en kunt daar een voorbeeld van geven. 

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

leerdoelen 
- je weet wat seksuele discriminatie is en kunt daar een voorbeeld van geven 
- je weet wat genderneutraliteit betekent. 
- je kunt een argument voor en tegen genderneutraliteit noemen.
- je weet wat het concept stereotype inhoudt en kunt daar een voorbeeld van geven. 

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een dubbel moraal?

Slide 2 - Open vraag

Stereotype
Vast beeld (van iets of iemand) dat niet helemaal met de werkelijkheid klopt.

Opdracht: welk stereotype herken je in de volgende fotos?
noteer deze in je schrift.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Gender neutraal
geen onderscheid makend tussen de seksen en de daaraan toegeschreven eigenschappen, gedragingen en voorkeuren: een genderneutraal toilet te gebruiken door vrouwen, mannen en transgenders

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Geef een argument om voor genderneutraal te zijn

Slide 10 - Open vraag

Geef een argument om tegen genderneutraal te zijn

Slide 11 - Open vraag

#MeToo

Slide 12 - Woordweb

havo: Autonomie en heternomie
Autonomie = jij bepaalt zelf wat goed of fout is.
Heteronomie = je volgt de leefregels van iemand anders bijvoorbeeld van je geloof. 


Slide 13 - Tekstslide

Voorbeeld van heteronomie
A
Je blijft maagd tot het huwelijk omdat de Bijbel dit zegt.
B
Je wilt je concentreren op je studie een relatie past daar niet bij.
C
Naaktheid is natuurlijk een nudistenstrand moet kunnen.
D
Homoseksualiteit keur je af omdat dit tegen de schepping is.

Slide 14 - Quizvraag

Voorbeeld van autonomie
A
Je gebruikt geen condoom want je wilt graag een kindje
B
Je gebruikt geen condoom want God bepaald of je een kind krijgt.
C
Je hebt geen verkering want dit mag niet van je ouders
D
Je hebt geen verkering want je moet de juiste persoon nog tegen komen

Slide 15 - Quizvraag

Wanneer was homoseksualiteit verboden
A
Oude Grieken
B
1960
C
18de eeuw
D
Dat is nooit verboden geweest

Slide 16 - Quizvraag

Slim trouwen deed men voor.....
A
de erfenis
B
een goedkope bruiloft
C
mooie kinderen
D
het geld

Slide 17 - Quizvraag

In de 18de eeuw
A
was naaktheid heel normaal
B
trouwde men niet
C
had men meerdere bedpartners
D
was men heel preuts

Slide 18 - Quizvraag

De oude Grieken
A
hadden geen seks voor het huwelijk
B
trouwden uit liefde
C
vonden naaktheid heel normaal
D
waren tegen homoseksualiteit

Slide 19 - Quizvraag

Leg uit waarom iedereen anders tegen seksualiteit aankijkt.

Slide 20 - Open vraag

Wat zijn ook alweer
Normen en Waarden?

Slide 21 - Open vraag

Leren voor de toets
  • Lees het hoofdstuk (maak een samenvatting)
  • Leer je aantekeningen
  • Ken de begrippen: die we in de les hebben behandeld 
  • Controleer of je de stof kent door de leerdoelen uit te werken (planner in itslearning)
  • Zet de leerdoelen om in vragen 

Slide 22 - Tekstslide