Unit 5

Gedrag
  1. - Niet door de klas roepen.
  2. - Geen discussies tijdens de les (kan na de les).
  3. - Zorg ervoor dat iedereen kan opletten.
  4. - Ergens het niet mee eens? Bespreek het met mij na de les.
  5. - Zorg dat je de oefenmomenten goed benut.
Kortom: jullie zijn slimme leerlingen, gebruik je verstand.

1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Gedrag
  1. - Niet door de klas roepen.
  2. - Geen discussies tijdens de les (kan na de les).
  3. - Zorg ervoor dat iedereen kan opletten.
  4. - Ergens het niet mee eens? Bespreek het met mij na de les.
  5. - Zorg dat je de oefenmomenten goed benut.
Kortom: jullie zijn slimme leerlingen, gebruik je verstand.

Slide 1 - Tekstslide

Lesson Plan:
1. Reminder test 6 June
2. Past Simple vs Present perfect.
3. lesson 5: p.191 4,6,10,11

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Unit 5 - South Africa 

Slide 4 - Tekstslide

Donderdag 6 juni:

Units 4&5
- Vocabulary units 4+5
- Grammar:  
Past simple vs present perfect
Past continuous

Slide 5 - Tekstslide

Check

Lesson 3: p.184 3,4,5a,7a
hand in: Past Continuous

Finished? work on lesson 4
p. 149 - ex: 2,3,4,5,6,8,9

Slide 6 - Tekstslide


Past Simple vs Present Perfect

Slide 7 - Tekstslide

Past simple
gebruik / vorm / ezelsbruggetje

Slide 8 - Tekstslide

past simple: bevestigen
- Gebruik:
   - verleden
> helemaal voorbij
   - je weet wanneer het gebeurde
   - het is afgesloten / afgerond

- Vorm:
    - regelmatige werkwoorden + ed
    - onregelmatige werkwoorden > 2e rijtje




Slide 9 - Tekstslide

past simple: vragen en ontkennen

- Vorm:

    - Did + hele werkwoord
      

- Vorm:
    - didn't (did not) + hele werkwoord



Vragen:
Ontkennen:

Slide 10 - Tekstslide

Past Simple of
to work?
A
works
B
worked
C
working

Slide 11 - Quizvraag

Past Simple of
to see?
A
saw
B
seen
C
see
D
seed

Slide 12 - Quizvraag

Present perfect
gebruik / vorm / ezelsbruggetje

Slide 13 - Tekstslide

present perfect: gebruik en vorm
- Gebruik:
   - verleden begonnen, nu nog bezig

   - verleden gebeurd, nu nog merkbaar
   - iets uit het verleden is nu nog belangrijk
- Vorm:
    - have / has (he-she-it) + voltooid deelwoord
       - regelmatige werkwoorden + ed
       - onregelmatige werkwoorden > 3e rijtje




Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

present perfect: ezelsbruggetje
FYNE JAS

For, Yet, Never, Ever
Just, Already (Always), Since

Slide 16 - Tekstslide

Maak present perfect:
Grandmother ....... (bake) a cake.

Slide 17 - Open vraag

Maak de present perfect:
Martha..... her homework. (finish)

Slide 18 - Open vraag

Maak de present perfect:
We .... .... to school (go)

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Past Simple vs Present Perfect

Slide 21 - Tekstslide

Lesson Plan:
1. Reminder test 6 June
2. Past Simple vs Present perfect.

Slide 22 - Tekstslide

Unit 5 - South Africa 

Slide 23 - Tekstslide

Today's "goal"
We understand topics and changes in formal discussions. 
We understand what is said in everyday conversations

Slide 24 - Tekstslide

Lesson Plan:
1. KLV lesson 2 ex 3,4 (p.178)
2. words lesson 2 (p.208)
3. Past continuous
4. Grammar Future ex 5,6,7 
5. Finished? Start lesson 3

Slide 25 - Tekstslide

Donderdag 6 juni:

Units 4&5
- Vocabulary units 4+5
- Grammar:  
Past simple vs present perfect
Past continuous

Slide 26 - Tekstslide

Wanneer gebruik je de past continuous? 
Je gebruikt de past continuous als iets of iemand in het verleden een tijdje bezig was.

Slide 27 - Tekstslide

Wanneer gebruik je de past continuous?
In het Nederlands zeg je vaak aan het... 

Hij was aan het lezen gisteren. --> He was reading yesterday.
Wij waren naar je aan het luisteren. --> We were listening to you.
Ik was aan het schreeuwen toen de auto crashte --> 
I was screaming when the car crashed.

Slide 28 - Tekstslide

the past continuous
Je hebt bij de past continuous altijd twee onderdelen nodig: was / were + werkwoord-ing

  • I was finishing a game when my mum walked in.
  • They were cooking when the phone rang.
  • The band was playing a song.
  • It was raining all day!

Slide 29 - Tekstslide

Past Continuous

Slide 30 - Tekstslide

Past continuous
Positive
Negative
Questions
Short answer
I
was working
wasn't working
was I working?
Yes, I was
No, I wasn't
You
were working
weren't working
were you working?
Yes, you were
No, you weren't
he/she/it
was working
wasn't working
was he working?
Yes, he was
No, he wasn't
we/you/they
were working
weren't working
Were we working?
Yes, we were
No, we weren't

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Link

Future:

10% Will                                       --> There will be rain tomorrow

50% To be going to                 --> I am going to bake a pie today

80% Present continuous     --> We are visiting him on Sunday

90% Present simple               --> The bus leaves at 3 pm

Slide 33 - Tekstslide

Will / won't

Voorspelling (zonder bewijs)    --> Cars will fly in 2035.


aanbod / belofte                              --> I promise I will do my  homework.


aankondiging / besluit                 --> It won't start until 8 pm.

Slide 34 - Tekstslide

To be (am, are, is) going to

Voorspelling (met bewijs)   --> He was great, he is going to win.


Plan (idee, niet persé vast) --> We're going to a restaurant soon.

Slide 35 - Tekstslide

Present Continuous

Afspraken nabije toekomst --> I am meeting him at 5 pm.

(Tijd en/of plaats ligt vast)          She isn't working next week.

Slide 36 - Tekstslide

Present simple

Vaste tijdschema's                       -->  The train leaves at 10 am.

(eindtijden / startmomenten            School starts at 08:45.

vertrek / aankomsttijden)

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Link

Slide 39 - Link

Slide 40 - Tekstslide

PRESENT PERFECT / PAST SIMPLE
Past simple:

- Afgelopen met duidelijke tijdsbepaling
Present perfect:

- Afgelopen en géén duidelijke tijdsbepaling

- In het verleden begonnen en is nu nog bezig / merkbaar.

Slide 41 - Tekstslide

Put the events in the correct order 
1948
1990
1994 (1)
1994 (2)
Abolishment of apartheid + Nelson Mandela president + introduction of the new flag
Desmond Tutu called South Africa the Rainbow Nation
Nelson Mandela was set free from 27 years in prison
The National Party set racial segregation in place 

Slide 42 - Sleepvraag

Exercise 4:
a. Which language does the guide speak?
Sotho □    or      Xhosa □

b. What makes Xhosa hard to learn for foreigners?
It has too many words. □   or    The sounds are unusual. □

c. Why is Julia discussing an expression about a skunk (stinkdier)?
It explains how Xhosa people see the world around them. □
It is a saying that is very difficult to pronounce in Xhosa. □

d. Why does Julia mention a few South African politicians?
They spoke all 11 South African languages. □
They are all members of the Xhosa tribe □



Slide 43 - Tekstslide

Lets get to work!
Open your books at p.174
Assignments 1, 2, 3, (4) 
Handout grammar unit 4

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Video

Slide 47 - Video

Nelson Mandela was elected South Africa's first president after the end of what?
A
Colonial rule
B
The Second Boer War
C
The Defiance Campaign
D
Apartheid

Slide 48 - Quizvraag

Northern Ireland

Slide 49 - Tekstslide

Today
Start Unit 5 South Africa.

- Herhaling Unit 4 grammar.
- Handout past continuous

Slide 50 - Tekstslide