paragraaf 3.4 naar minder co2-uitstoot

3 Energietransitie
Paragraaf 3.4 Naar minder CO2-uitstoot in Nederland



1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

3 Energietransitie
Paragraaf 3.4 Naar minder CO2-uitstoot in Nederland



Slide 1 - Tekstslide

Planning van de les
  • Terugblik: 5 quizvragen
  • Uitleg 3.4

Slide 2 - Tekstslide

1.Wat is geen duurzame energiebron?
A
kernenergie
B
windenergie
C
biomassa
D
waterkracht

Slide 3 - Quizvraag

2. Waarom is biomassa volgens sommige mensen geen duurzame energiebron?
A
Het kan opraken
B
bossen worden ervoor gekapt
C
bij de verbranding komt CO2 vrij
D
de productie gaat ten koste van voedselgewassen

Slide 4 - Quizvraag

3. Wat is een manier om klimaatverandering tegen te gaan?
A
CO2 uitstoot verminderen
B
bevolkingsgroei tegengaan
C
CO2 opslag in de grond
D
Alle drie zijn goed

Slide 5 - Quizvraag

4. Wat is een nadeel van CO2 opslag?
A
het is kwetsbaar voor schade
B
het is slecht voor de bodem
C
het is niet goed de dieren
D
het helpt niet

Slide 6 - Quizvraag

5. Wat zijn nadelen van duurzame energie?
A
kost veel geld
B
neemt veel ruimte in beslag
C
isschadelijk voor het milieu
D
raakt snel op

Slide 7 - Quizvraag

6. Met hoeveel graden mag de temperatuur maximaal stijgen bij het klimaatakkoord van Parijs?
A
<2 graden
B
1 graad
C
1,5 graden
D
2,5 graden

Slide 8 - Quizvraag

Doel paragraaf 3.4
Jij kan uitleggen waarom door energietransitie ruimtelijke conflicten kunnen ontstaan.

Slide 9 - Tekstslide

Minister van klimaat en energie

Slide 10 - Tekstslide

In hoeverre vinden jullie dat Nederland "duurzaam" bezig is?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Uitstoters
In Nederland is er een aantal grote uitstoters:
1. Intensieve veehouderij
2. Energiecentrales
3. Glastuinbouw
4. Chemische industrie



Slide 14 - Tekstslide

CO2 beleid Nederland
Ingedeeld in vier categorieën:
1. Kracht en licht (oplossing: elektriciteitsnetwerk aanpassen)
2. Hoge temperatuurwarmte: energie-intensieve industrie (oplossing: opslaan CO2)
3. Lage temperatuurwarmte: verwarming van gebouwen (oplossing: isoleren)
4. Vervoer (oplossing: stadsbussen op waterstof)



Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

CO2 opslag

Slide 17 - Tekstslide

Isoleren

Slide 18 - Tekstslide

Gebruik waterstof

Slide 19 - Tekstslide

Maak een juiste zin met de begrippen: CO2-beleid van NL, zonne-energie, ruimtelijk conflict.

Slide 20 - Open vraag

Nadelen van duurzame energie
- hoge kosten
- nemen veel ruimte in, gevolgen inrichting landschap.
- horizonvervuiling. --> veel weerstand door omwonenden
- betrouwbaarheid --> niet altijd levering van energie door zon of wind.
Daarnaast zijn dus andere vormen van (duurzame) energiebronnen nodig.




Slide 21 - Tekstslide

1. Welke van de volgende sectoren zorgt voor de meeste CO2 uitstoot?
A
onderwijs
B
toerisme
C
veehouderij
D
zorg

Slide 22 - Quizvraag

2. Welk gas stoten koeien uit?
A
CO2
B
methaan
C
koolmono-oxide
D
stikstof

Slide 23 - Quizvraag

3. Door welke maatregel zal CO2-uitstoot in het verkeer afnemen?

Slide 24 - Open vraag

4. Wat zou onze school kunnen doen om minder CO2 uit te stoten?

Slide 25 - Open vraag

5. Wat is zowel een korte termijn als lange termijn nadeel van duurzame energiebronnen?

Slide 26 - Open vraag

Aan de slag!
Maak de (rest van de) opdrachten van 3.4 in je digitale werkboek en kijk de opdrachten zorgvuldig na.

Slide 27 - Tekstslide