Les 6. Lezing + vormgeving voorstelling

Les 6. Lezing + vormgeving voorstelling
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
DramaMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 6. Lezing + vormgeving voorstelling

Slide 1 - Tekstslide

Programma P4/SE 1
Week 1: basisbegrippen; theatrale middelen; spelgegevens; functies drama
Week 2:tekst begrippen; spanningsopbouw
Week 3: denktekst; subtekst; karaktereigenschappen
Week 4: non-verbale/verbale uitingsmogelijkheden; dramatische technieken; verwijzen werkelijkheid
Week 5: rol; speltechnieken; speelstijl; typetje; status
Week 6: herhalen theatervormgeving + lezen tekst
Week 7: oefentoets

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet hoe je een personage kan vormgeven in spel tijdens een lezing
  • Je weet hoe een spanningsboog in een tekst is verwerkt
  • Je weet non verbale en verbale expressie betekent
  • Je kunt theatervormgevingsmiddelen in nieuw fragment benoemen en uitleggen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Begrippen syllabus: TEKST
– Bewerken
– Claus
– Dialoog
– Monoloog
– Personage
– Regieaanwijzing
– Script
– Toneelschrijver
– Toneeltekst

Slide 5 - Tekstslide

Lezing
Lezing van toneelstuk 
5 minuten: verdeel de rollen
We gaan als groep tekst hardop lezen

Vragen tijdens lezing
- Spanningsboog tekst?
- Ontwikkeling personages?
- Spel?

Slide 6 - Tekstslide

Theatervormgevingsmiddelen?

Slide 7 - Tekstslide

Theatervormgevingsmiddelen?

Slide 8 - Tekstslide

Theatervormgevingsmiddelen?

Slide 9 - Tekstslide

Theatervormgevingsmiddelen?

Slide 10 - Tekstslide

Theatervormgevingsmiddelen?

Slide 11 - Tekstslide

Speltechnieken
- Reageren
– Incasseren
– Identificeren
– Schakelen
– Spiegelen
– Transformeren

Slide 12 - Tekstslide

Speltechniek: reageren
Acteren is reageren!
In een scene speel je met anderen samen. Als de ander wat zegt reageer je daar op. je vindt er wat van, het roept een emotie op, het zet je aan het denken.

Laat jouw reactie zien in je mimiek, je houding of je gebaren.

Slide 13 - Tekstslide

Speltechniek: incasseren
Belangrijk bij improviseren is:
- Geef een spelimpuls als je de scène opent
- incasseren (even laten binnenkomen wat de spelimpuls is)
- accepteer de spelimpuls van de ander (dus niet blokkeren)
- reageren (geef een  terug)



Blokkeren is dus de spelimpuls niet accepteren. Het spel houdt dus op.

Slide 14 - Tekstslide

Incasseren
Ga tegenover elkaar staan. 
Kies allebei een zin uit jullie tekst die je steeds herhaalt.
Maak je reactie steeds iets groter en/of varieer zoveel mogelijk.
timer
5:00

Slide 15 - Tekstslide

Speltechniek: identificeren
Wat betekent het als een publiek zich met een personage kan identificeren?

Slide 16 - Tekstslide

Speltechniek: schakelen

Hoe speel je emoties?

Je gebruikt bij spelen van emoties:
Houding
Stem
Techniek
Als je tussen verschillende emoties wisselt, dan heet dat schakelen


Slide 17 - Tekstslide

Speltechniek: spiegelen

Slide 18 - Tekstslide

Speltechniek: transformeren

Slide 19 - Tekstslide

Check Leerdoelen
  • Je weet hoe je een personage kan vormgeven in spel tijdens een lezing
  • Je weet hoe een spanningsboog in een tekst is verwerkt
  • Je weet non verbale en verbale expressie betekent
  • Je kunt theatervormgevingsmiddelen in nieuw fragment benoemen en uitleggen

Slide 20 - Tekstslide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 21 - Open vraag

Waar heb je nog een vraag over?

Slide 22 - Open vraag