Les 3: opdracht 2 (vraag 8 t/m 13), H4 lezen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welkom allemaal

• Doe je telefoon in je tas;
• Pak je spullen voor je (leerboek, schrift, pen);
• Zet je tas op de grond;
• De les begint.

Wat gaan we doen?

- Herhaling

- Aan de slag

- Presentatie

- Huiswerk en afsluiting

Lesdoelen

• Je herkent feiten, meningen en argumenten in teksten.
• Je formuleert antwoorden in volledige zinnen.

Hoe maak je de opdrachten?

• Je schrijft de antwoorden in je schrift.
• De antwoorden worden in een hele zin geformuleerd.
• Achter het antwoord zet je de alinea waarin je het antwoord hebt gevonden.
• Daarbij noteer je het nummer van de regel in de alinea.

Voorbeeld:

Het onderwerp van de tekst is de perenboom in Groningen (al. 2, r. 1 / al. 4, r. 2)

Citeren

Citeren = letterlijk overschrijven wat er staat

Hoe doe je dat?

• 'Woord woord (...) woord woord.'

Voorbeeld (vraag 7):

De argumenten bij de uitspraak 'Het thema (...) zo bijzonder.' (al. 4) zijn:

Aan de slag

Wat: Lees de theorie op blz. 102 -> maak opdracht 2, vraag 8 t/m 13 (blz. 104)

Hoe: Zelfstandig

Hulp: Steek je hand op 

Tijd: 10 minuten

Klaar?: Opdracht 4, vraag 1 t/m 6 (blz. 106)

Aan de slag

Wat: Lees de theorie op blz. 102 -> maak opdracht 2, vraag 8 t/m 13 (blz. 104)

Hoe: Zelfstandig

Hulp: Stel je vraag aan degene die naast je zit, steek je hand op 

Tijd: 10 minuten

Klaar?: Opdracht 4, vraag 1 t/m 6 (blz. 106)

Lesdoelen

• Je herkent feiten, meningen en argumenten in teksten.
  
• Je formuleert antwoorden in volledige zinnen.

Huiswerk

Leren: De theorie (blz. 102)

Maken: Opdracht 2, vraag 8 t/m 13 (blz. 104)

Online les? Maak een foto van je antwoorden en stuur ze via de chat in Teams voor 19:00 uur 's avonds. Je antwoorden formuleer je in volledige zinnen. Formuleer je niet in volledige zinnen? = Huiswerk niet gemaakt.