Chromatografie, kolom

GC-MS
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

GC-MS

Slide 1 - Tekstslide

GasChromatografie en MassaSpectrometrie
  • Kwalitatieve analysemethoden
  • Geschikt voor vloeibare en vaste stof mengsels.
  • Scheiding van mengsels op basis van oplosbaarheid  en aanhechtingsvermogen

  • Eerst chromatografie daarna massaspectrometrie

Slide 2 - Tekstslide

kolomchromatografie
papierchromatografie
dunnelaag chromatografie (TLC)
gaschromatografie
vloeistofchromatografie

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
na deze les kun je: 
• de scheidingsprincipes van chromatografie uitleggen.
• De leerling kan verklaren waarom en hoe verschillende stoffen gescheiden worden op basis van kookpunt en/of interactie met de stationaire fase.
• De leerling kan de verschillende onderdelen benoemen van een gaschromatograaf (injectiepoort, kolom, dragersgas en detector).
• De leerling kan aan de hand van een gaschromatogram onderscheid maken tussen verschillen de stoffen aan de hand van de retentietijd.
• De leerling kan aan de hand van de piekoppervlakte en de interne standaard de concentratie van een stof berekenen.


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

bij gaschromatografie wordt een stof/mengsel in de gasfase gebracht en daarna op de kolom gescheiden

Slide 6 - Tekstslide

Gaschromatografie
Scheiding op basis van:
- Soort moleculen (polair vs apolair)
- grootte van moleculen 



Slide 7 - Tekstslide

Retentietijd A = tra - t0

Slide 8 - Tekstslide

gaschromatografie (apolaire kolom)

Slide 9 - Tekstslide

Gaschromatografie als kwalitatieve bepaling:

Om stoffen te identificeren kijk je naar de retentietijd (tR)

Slide 10 - Tekstslide

piekoppervlak
Hoe meer moleculen de detector passeren, hoe groter het oppervlak onder de piek.
Het piekoppervlak is een maat voor de hoeveelheid stof.
De verhouding tussen de piekoppervlaktes geeft aan in welke molverhouding de stoffen aanwezig zijn in het mengsel.

Slide 11 - Tekstslide

interne standaard
Bij elke meting (dus bij de referentiestof en bij het monster) wordt dezelfde hulpstof toegevoegd met dezelfde concentratie. Deze hulpstof zou in beide bepalingen dus dezelfde piekhoogte moeten geven. Zo kun je corrigeren voor een verschil in geïnjecteerd volume. Deze hulp-stof noem je de interne standaard

Slide 12 - Tekstslide

concentratie vitamine E in het monster berekenen
  • De interne standaard heeft dezelfde concentratie in beide monsters en zou dus bij gelijk geïnjecteerd volume hetzelfde signaal moeten geven. 
  • In diagram a geldt: 1,0 mM= 12,717
  • In diagram b geldt: 1,0 mM=12,600

Slide 13 - Tekstslide

concentratie vitamine E in het monster berekenen
  • De interne standaard heeft dezelfde concentratie in beide monsters en zou dus bij gelijk geïnjecteerd volume hetzelfde signaal moeten geven. 
  • In diagram a geldt: 1,0 mM = 12,717
  • In diagram b geldt: 1,0 mM = 12,600
  • Het oppervlak van de pieken in diagram b moet dus 12,717 / 12,600 = 1,0093 x zo groot gemaakt worden, om ze eerlijk te kunnen vergelijken met de piekoppervlakken van diagram a.

Slide 14 - Tekstslide